Opmars van vrouwen en Chinezen

Nieuws | de redactie
31 maart 2010 | De eerste CBS Landelijke Jeugdmonitor richt zich op de hoogopgeleide jongeren. Met feiten en cijfers wordt bevestigd dat vrouwen niet langer in de minderheid zijn op het wo en de toename van niet-westerse allochtonen hoog is, vooral dankzij de Chinezen. Hbo’ers hebben daarbij betere arbeidsmarktperspectieven dan wo’ers.

Man versus vrouw

In het studiejaar 2008/’09 volgden 286 duizend jongeren van 15tot 25 jaar een opleiding in het hbo (50.000 meer dan in 2000/’01)en ruim 163 duizend jongeren aan een universiteit (40.000 meer danin 2000/’01). De deelname van jongeren aan het hoger onderwijs isde afgelopen jaren voortdurend gestegen, onder vrouwen harder danonder mannen.

In het hbo is de toename van het aantal vrouwen iets groter danbij mannen, respectievelijk 28 duizend en 24 duizend studenten,terwijl in het wo de verschillen significant zijn. Ten opzichte van2000/’01 is het aantal vrouwelijke studenten met 26 duizendtoegenomen en het aantal mannelijke studenten met 14 duizend. Ditbetekent dat waar de vrouwen in het wo in 2000/’01 nog eenminderheid vormden ten opzichte van de mannen, ze in 2008/’09 ruimin de meerderheid waren.

Allochtonen

Ook de deelname van niet-westerse allochtonen aan het hogeronderwijs heeft een forse groei doorgemaakt. Van 2000/’01-2008/’09groeide het aantal allochtone studenten van 15 tot 25 jaar in hethbo van bijna 36 duizend tot bijna 61 duizend. In het universitaironderwijs was er in de overeenkomstige groep een stijging van ruim20 duizend naar 35 duizend.

De absolute stijging onder niet-westerse allochtonen komt vooralvoor rekening van de categorie ‘overige niet-westerse allochtonen’.Het gaat dus niet om Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen,maar om hoogopgeleiden uit andere niet-westerse landen, zoalsChinezen.

Arbeidsmarkt

Hoogopgeleiden doen het goed op de arbeidsmarkt. Van de 25- tot35-jarige hoogopgeleiden is bijna 94 procent aan het werk. Van de38 duizend gediplomeerden van 25 tot 35 jaar die in 2009 geen baanhadden, waren er 16 duizend actief op zoek naar een baan en daarmeewerkloos. De overige 22 duizend personen waren niet actief op zoeknaar een baan en behoren daarmee tot deniet-beroepsbevolking.

Dit betekent dat sinds 2003 is het aandeel werkenden in de groephoogopgeleiden licht gestegen en vanaf 2007 nagenoeg gelijkgebleven. Het aandeel werklozen en het aandeel niet-actieven isenigszins gedaald. Uitzondering hierop is de lichte stijging vanhet aandeel werklozen in 2009: van 1,8 procent in 2008 naar2,6 procent in 2009.

Hoewel de 25- tot 35-jarige vrouwen dus iets hoger zijn opgeleiddan hun mannelijke leeftijdsgenoten is het percentage werkzamevrouwen lager dan het percentage werkzame mannen,respectievelijk 92 en 96 procent.

Hbo versus wo

De perspectieven op de arbeidsmarkt voor hoogopgeleiden in dekomende jaren zijn onderzocht door het Researchcentrum voorOnderwijs en Arbeidsmarkt (ROA, 2009). Uit hunonderzoeksrapport blijkt dat de perspectieven het best zijn voorafgestudeerden in het hbo.

Afgestudeerde academici zullen de komende jaren lijden onder deeconomische crisis. Zij zullen echter niet zonder meerwerkloos worden, maar zullen zich aanbieden in richtingen waarwel nog werk te vinden is (buiten eigen richting) of een functieonder hun niveau (bijvoorbeeld hbo) aannemen.

Hoogopgeleiden van 25 tot 35 jaar zijn vooral werkzaam binnen dezakelijke dienstverlening, in de gezondheids- en welzijnszorgen in het onderwijs. Ter vergelijking: demiddelbaar opgeleiden van 25 tot 35 jaar werken vooral in degezondheids- en welzijnszorg en handel.

De laagopgeleiden van 25 tot 35 jaar zijn juist vooral werkzaam inde handel, de industrie en de bouwnijverheid. Voor dehoogopgeleiden maakt het wat betreft werkloosheid niet uit inwelke sector ze werkten; het aandeel hoogopgeleide werklozen isvanuit alle sectoren erg laag.

Nog één flinke stijging…

Tot slot is het aantal jongeren van 15 tot 25 jaar die al eenopleiding in het hoger onderwijs hebben afgerond, maar nog steedsonderwijsvolgend zijn, opvallend gestegen. Uit de EnquêteBeroepsbevolking (EBB) blijkt dat dit percentage op 55% lag. In2003 was het aandeel onderwijsvolgende hoogopgeleide jongerenaandeel nog 41%.

Bovenstaande gegevens zijn afkomstig uit LandelijkeJeugdmonitor Rapportage 1e kwartaal 2010. Het volledige rapportvindt u hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK