Universitaire kunst?

De oud-minister wijst er op dat kunstacademies en conservatoriain veel andere landen onderdeel vormen van kunstfaculteiten bijuniversiteiten. Dat is waar, maar dat hangt ook sterk samen met hetgegeven dat in veel landen het hbo als een eigenstandigeprofessionele HO-stroom niet of nauwelijks bestaat. In ons landhebben deze instellingen tot in de jaren tachtig van de vorige eeuwzelfstandig voortbestaan, los van de universiteiten.
In die jaren zijn zij opgenomen in het hbo, aangezien zijopleidingen aanbieden voor zeer specifieke en selectieveberoepsprofielen, inclusief een aanzienlijke stroom vanlerarenopleidingen voor primair en voortgezet onderwijs, als ook debuitenschoolse kunsteducatie. Dat zijn typen opleidingen die in hetwo in ons land niet of nauwelijks voorkomen, ook omdat daarselectie aan de poort geen usance is. “Het streven naar excellentieis inherent aan de cultuur binnen de sector. Het is dan ook geentoeval dat Nederland juist met kunstvakopleidingen als bijvoorbeeldarchitectuur, mode, design en conservatoria tot de wereldtopbehoort,” schrijft de HBO-raad daarover.
Nog pikanter is, dat de toekomst van het kunstonderwijs momenteelindringend onderzocht wordt door de Commissie Dijkgraaf,voorgezeten door de Rietveld Academie alumnus en KNAW-PresidentRobbert Dijkgraaf. Minister Plasterk had de HBO-raad gevraagd eensectorplan te maken voor de toekomst van dezeopleidingen.
De hogescholenkoepel heeft daarop Dijkgraaf en een groep expertsuit kunst en onderwijs en creatieve industrie gevraagd een adviesop te stellen dat als basis voor zo’n plan zou kunnen dienen. De
De opmerking van Plasterk is in dat denkproces dan ook eenonverwachte en opmerkelijke bijdrage. Of zij ‘dijsselbloemproof’is, is daarbij nog een separaat punt van overweging.
Meest Gelezen
Onderwijs zorgt zelf voor stress bij studenten
‘Verstoorde arbeidsverhouding’ als ontslaggrond ondermijnt sociale veiligheid’
“De universiteiten in Nederland zijn op de rug gaan liggen voor Big Tech”
Valoriseren door een snelweg te blokkeren
‘Debat over internationalisering meer vanuit emotie dan feiten gevoerd’
