Universitaire kunst?

Nieuws | de redactie
11 maart 2010 | Moet de kunst naar de universiteit? Deze doos van Pandora opende Ronald Plasterk onverhoeds tijdens het ‘borreldebat’ van de LSVb. Volgens hem "voelt het kunstvakonderwijs “wo-achtig aan”. Maar klopt dat wel? En gaat hij wel over zo’n ingrijpende stelselwijziging?

De oud-minister wijst er op dat kunstacademies en conservatoriain veel andere landen onderdeel vormen van kunstfaculteiten bijuniversiteiten. Dat is waar, maar dat hangt ook sterk samen met hetgegeven dat in veel landen het hbo als een eigenstandigeprofessionele HO-stroom niet of nauwelijks bestaat. In ons landhebben deze instellingen tot in de jaren tachtig van de vorige eeuwzelfstandig voortbestaan, los van de universiteiten.

In die jaren zijn zij opgenomen in het hbo, aangezien zijopleidingen aanbieden voor zeer specifieke en selectieveberoepsprofielen, inclusief een aanzienlijke stroom vanlerarenopleidingen voor primair en voortgezet onderwijs, als ook debuitenschoolse kunsteducatie. Dat zijn typen opleidingen die in hetwo in ons land niet of nauwelijks voorkomen, ook omdat daarselectie aan de poort geen usance is. “Het streven naar excellentieis inherent aan de cultuur binnen de sector. Het is dan ook geentoeval dat Nederland juist met kunstvakopleidingen als bijvoorbeeldarchitectuur, mode, design en conservatoria tot de wereldtopbehoort,” schrijft de HBO-raad daarover.

Nog pikanter is, dat de toekomst van het kunstonderwijs momenteelindringend onderzocht wordt door de Commissie Dijkgraaf,voorgezeten door de Rietveld Academie alumnus en KNAW-PresidentRobbert Dijkgraaf. Minister Plasterk had de HBO-raad gevraagd eensectorplan  te maken voor de toekomst van dezeopleidingen.

De hogescholenkoepel heeft daarop Dijkgraaf en een groep expertsuit kunst en onderwijs en creatieve industrie gevraagd een adviesop te stellen dat als basis voor zo’n plan zou kunnen dienen. De Commissie Dijkgraaf zal “daarom ingaan op de vraaghoe kunstopleidingen optimaal kunnen aansluiten op de arbeidsmarktvan de toekomst, op artistieke ontwikkelingen en op internationaleontwikkelingen in het hoger onderwijs. Deze oriëntatie op hetsleutelgebied ‘creative industries’, zoals ook hetInnovatieplatform dit al heeft aangewezen, kan denoodzakelijke bijdrage van het kunstonderwijs aan deinnovatiekracht van Nederland vergroten.”

De opmerking van Plasterk is in dat denkproces dan ook eenonverwachte en opmerkelijke bijdrage. Of zij ‘dijsselbloemproof’is, is daarbij nog een separaat punt van overweging.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK