Lopen in de buitenbocht

Nieuws | de redactie
12 april 2010 | Universitair opgeleiden uit een arbeidersmilieu ondervinden veel hinder bij het maken van een carrière, concludeert UU-bestuurswetenschapper Mick Matthys. “Ze beschikken niet over de juiste netwerken en sociale codes. De doorzetters redden het.” Extra aandacht en studiefinanciering zijn daarbij essentieel voor kinderen uit lagere sociale milieus.

Op 16 april promoveert Matthys aan de Universiteit Utrecht ophet proefschrift Doorzetters. Een onderzoek naar de betekenisvan de arbeidersafkomst voor de levensloop en loopbaan vanuniversitair afgestudeerden. Voor zijn onderzoekinterviewde Matthys, zelf ook zo’n ‘doorzetter’ afkomstig uit eenVlaams arbeidersgezin, enkele tientallen academisch opgeleidentussen de 44 en de 65 jaar uit verschillende beroepsgroepen,waaronder medici, politici, wetenschappers en managers in deopenbare sector en het bedrijfsleven.

Universitair geschoolden die afkomstig zijn uit eenarbeidersmilieu ‘lopen in de buitenbocht’, zo beschreef één van degeïnterviewden het. Eén van de redenen waarom ze moeite hebben omhogerop te komen, is dat zij niet de juiste taal en codes beheersenen niet de bij de beroepsgroep horende sociale netwerken hebben.Matthys: “Zeker bij beroepen waar ook diplomatieke gaven eenbelangrijke rol spelen, zoals in de medische of de juridischewereld, werkt dat in hun nadeel.”

Beperkte verwachtingen

Daarnaast moeten academisch geschoolden uit de arbeidersklassede beperkte verwachtingen die zij vanuit hun achtergrond hebbenmeegekregen, zien te overstijgen. Zo ondervond ook de promovenduszelf hinder van zijn achtergrond. “Lange tijd heb ik er niet overgepeinsd om te promoveren. Ik had een vaste baan en deed mijn werkzo goed mogelijk, gewoon omdat ik het leuk vond, maar niet vanuithet idee om er hogerop mee te komen”, aldus Matthys.

Tijdens hun carrière biedt de omgeving van hoogopgeleiden uiteen arbeidersmilieu wel morele ondersteuning, maar hun oudershebben eigenlijk geen idee waar zij mee bezig zijn. Doorgaans ismen de enige van de familie die doorleert. Dat maakt studeren eeneenzaam traject en maakt de start van de loopbaan extra lastig.

“Enerzijds worden academici uit de arbeidersklasse nietvanzelfsprekend geaccepteerd, anderzijds ontstaat er een kloof metouders, familie en oude vrienden. Daarmee komen zij in een sociaalisolement terecht.” In die zin hebben volgens Matthys alleondervraagden één ding gemeen: “Je moet wel over een enormdoorzettingsvermogen beschikken om je ‘against allodds’ hogerop te werken. Ze hebben het helemaal zélf moetendoen.”

Studiefinanciering

Het is volgens Matthys belangrijk om slimme, goed lerendekinderen uit lagere sociale milieus extra individuele aandacht tegeven en ze te stimuleren. Matthys pleit dan ook voor meerindividuele ondersteuning binnen het onderwijs, om te zorgen datdergelijk talent niet verloren gaat. Hij vindt het in die zin ookeen zorgelijke ontwikkeling dat er in overheidskringen gepraatwordt over het afschaffen van de studiebeurzen: een belangrijkerandvoorwaarde voor kinderen uit lagere sociale milieus om naar deuniversiteit te kunnen.

Matthys promoveert op 16 april aan de Universiteit Utrecht.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK