Onderwijs moet zijn essentie kunnen beheren

Nieuws | de redactie
26 april 2010 | Wat betekent de warme taal van partijen voor onderwijs? ‘Fundament’ (CDA), ‘lonend’ (PvdA), ‘kansen biedend’ (VVD), ‘motor’ (D66). En dan?

“Onderwijs heeft een sleutelrol, zo zou je het kunnensamenvatten,” zegt Nico Dullemans van de KBVO. “Vervolgens komenpartijen met aanpassingen omdat er knelpunten zijn: beheersing vantaal en rekenen is minder, er is schooluitval, er zijnzorgleerlingen, er is meer burgerschap nodig, er is ondoelmatigheiden te veel bureaucratie, de leraar moet meer ruimte krijgen ensociaal milieu beïnvloedt nog steeds kansen van leerlingen.

De aanpassingen waarmee partijen komen zijn meestal in concretebewoordingen. Over de hoofden van leraren en schoolleiders heengeven zij aan wat er moet gebeuren. Voorbeelden zijn: stapelen,acceptatieplicht, kleinschaligheid, brede school, meer taal enrekenen, vakcolleges, schoolcontract, eindtoets primair onderwijs,verplichte voorschool, kop- en voetklassen, verhogen niveau lerarenenz. enz. De programma’s zijn opnieuw operationeel van karakterdus.

Visie

OR-voorzitter Fons van Wieringen zei in 2006 over deprogramma’s, dat partijen een meer strategische benadering vanhet onderwijs niet zo voor het voetlicht brachten. Hij vond dat hetmeer over de hoogte van bekostiging van scholen zou moeten gaan,over de aard van de financiering -hij pleitte voor privatefinanciering en eigen bijdragen- over onderwijs als deel van dekenniseconomie, over de verschraling van bestuurlijke variëteit endaarmee verlies van het eigen ethos. Zijn opmerkingen waren meeroriënterend, hij vroeg naar visie.

Tien jaar geleden verscheen: ‘Vrijheid, verandering enverscheidenheid’, een advies over ons onderwijsbestel. Dit advies,afkomstig van onder anderen Donner (nu demissionair minister) enVermeulen (nu lid van de Raad van State), gaat vooral over dievraag naar visie. Want kennis en kwaliteit zijn betekenislooszonder dat we ons eerst hebben uitgesproken over hun bestemming.Onderwijs is vanouds in de eerste plaats bedoeld om vooral daaraaninvulling te geven. Anders wordt onderwijs slechts aanpassen aanveranderende eisen.

Wisselwerking

Met andere woorden: onderwijs heeft een essentie, namelijkinvulling geven aan en bestemming bepalen van kennis enkwaliteit. Daarmee heeft onderwijs iets duurzaams. Daardoor isonderwijs in staat tot een wisselwerking met veranderingen in desamenleving. Wisselwerking dus.

Niet maatschappelijke veranderingen zijn uitgangspunt, maarwisselwerking met die veranderingen. En zo is onderwijs tegelijkresultaat van en voorwaarde voor maatschappelijke ontwikkeling. Totzover dit advies.

We begrijpen nu dat de roep om ruimte hierover gaat: onderwijs moetzijn essentie kunnen beheren. We zien nu ook dat het onderscheidtussen ‘wat’ en ‘hoe’ een denkfout is en vruchteloos. De commissieDijsselbloem stelde dit onderscheid voor. De overheid bepaalt’wat’, de scholen ‘hoe’. Maar onderwijs zal erdoor aan kwaliteitinboeten, het omgekeerde van wat de commissie beoogde. Net als dezecommissie geven alle partijen hoog op van onderwijs, maarscholen betalen daarvoor een prijs die ze zal opbreken.”

Nico Dullemans


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK