PVV-kandidaat wil ‘onderwijs terugveroveren’

Nieuws | de redactie
14 april 2010 | PVV-Kamerkandidaat Harm Beertema (plaats 22) is docent aan het Albeda College in Rotterdam en bestuurslid van BON. In een opiniestuk verweet hij Geert Wilders eenzijdigheid: "veel stampij op het moment dat er ergens iets onaangenaams gebeurt met Marokkanen. En daar blijft het dan bij."

U leest het artikel van de heer Beertema uit de Volkskrant vanseptember 2005 hier.

‘Het mag zo zijn dat de vertegenwoordigers van de nieuwe politiekde traditionele opsplitsing van het politieke landschap in links enrechts niet meer van deze tijd vinden, de werkelijkheid isblijkbaar taaier dan ze zouden wensen. De nieuwe politiek wordtalleen wakker als er politiek valt te scoren op het gebied vanorde, openbare veiligheid, justitie en immigratie. Unverfrorenrechtse thema’s dus.

Politici als Joost Eerdmans en Geert Wilders realiseren zich teweinig dat ze zich daarmee opsluiten in een dwangbuis die elkepolitieke armslag onmogelijk maakt. En dat ze op den duur hunpolitieke aantrekkelijkheid voor de kiezer verliezen, omdat dieheel goed begrijpt dat er meer nodig is om de problemen rondintegratie en segregatie aan te pakken. Natuurlijk is veiligheideen belangrijk politiek thema, maar als je je als politicus nietverder ontplooit, dan verval je al snel tot Pavlovreacties: veelstampij op het moment dat er ergens iets onaangenaams gebeurt metMarokkanen. En daar blijft het dan bij.

Veel beter zou zijn als de nieuwe politiek het thema zouterugveroveren dat bij uitstek geclaimd wordt door links: hetonderwijs. Daar valt een politieke wereld te winnen als het gaat omintegratie, om het versterken van een open, liberale samenleving,om de ontwikkeling van loyaliteit aan Nederland en om hetversterken van de kenniseconomie.

Het zijn juist deze thema’s die in de puinhopen van het door linksgeruïneerde onderwijs verloren zijn gegaan. In de scholen zijncultuurrelativisme en het ontkennen en bagatelliseren vanintegratieproblemen nog steeds de norm. Een mooi voorbeeld daarvangaf uw columnist Kees Beekmans onlangs toen hij opgetogenconstateerde dat een Marokkaanse probleemleerling haarfijn wistvoor hoeveel je tweedehands mobieltjes, al dan niet illegaalverkregen, op straat kon verkopen. Zo’n competentie moet jepositief waarderen, vindt hij als empatisch docent. Tja.

Decennia van linkse regelzucht hebben ertoe geleid dat ernauwelijks nog mensen met talent en intellectuele bagage kiezenvoor een carrière in het onderwijs. Waarom zouden ze ook? In hetberoepsonderwijs bijvoorbeeld is de leraar inmiddels afgezakt naarde bodem van de hiërarchie. Hij wordt bedild door managers,bedrijfsbureaus, beleidsmedewerkers, facilitaire diensten, sharedservice centra, trajectbureaus en divisiedirecties, die meer dan dehelft van het personeelsbestand uitmaken. Van de afdeling CorporateCommunications ontvangt hij full color magazines waarinbeleidsmedewerkers en directeuren zichzelf feliciteren met hetbehalen van productiecijfers en elkaar prijzen uitreiken. Kekkearchitectuur, fast food-ketens die de leerling voorzien van pataten frikadel en zelfs geldverslindende tv-stations behoren tot debling bling van de moderne ROC’s. Personeelsleden die menen dat aldat geld beter besteed zou zijn aan het primaire proces, hetonderwijs dus, worden buiten de orde geplaatst. De norm is dat dezemensen de aansluiting bij de dynamiek van deze tijd gemist hebben.De wondere wereld van het onderwijs grossiert inderdaad in mooievoorbeelden van Orwelliaanse Newspeak.

Want het MBO, dat is gefuseerd in megalomane ROC’s die tussen de15.000 en 35.000 leerlingen herbergen, wordt bestierd door collegesvan bestuur die vrijwel uitsluitend links angehaucht zijn: aan PvdAen GroenLinks. Er zijn weliswaar enkele bewindspersonen geweest dieniet links waren, maar die hebben zich nooit laten kennen alsvernieuwers. Ze zijn niet veel verder gekomen dan passen op dewinkel.

Maar van de top van het departement tot  op de werkvloer vande scholen komen we een overmaat tegen aan praktiserende SP’ers,Groenlinksers en  PvdA’ers en zelfs mensen die ooit behoordentot obscure clubjes als de KEN (Kommunistische Eenheid Nederland).De machtige brancheorganisatie van het MBO, de BVE-raad, is eenerkende linkse banenmachine, waar als laatste PvdA’er MargotVliegenthart geparachuteerd werd. Hoe je het ook wendt of keert,het is de linkse politiek die het (beroeps)onderwijs heeft gemaakttot wat het is: een systeem waarin niemand de docent nog ziet alseen professional die met kennis van zaken zelfstandig vorm geeftaan zijn werk. Logisch dus dat een baan als MBO-docent niet meergeambieerd wordt.

Zelfs het handelen in de klas wordt voorgeschreven doorbeleidsmedewerkers die steeds vaker geen enkeleonderwijsachtergrond hebben en al helemaal geen serieuzeleservaring. Zo wordt komend cursusjaar het zogenaamdecompetentiegerichte onderwijs ingevoerd. Dit is een werkvormwaarbij onderwijs (een gezamenlijke ontdekkingsreis met steedsverdergaande verdieping, waarbij de vorming van de leerling alsparticiperend burger en als beroepsbeoefenaar centraal staat) wordtvervangen door instructie van eenvoudige handelingen. Diehandelingen worden aaneengeregen in een reeks portfolio-opdrachtjesdie een diploma opleveren, waarbij de docent zich beperkt tot korteinstructies en het eindeloos administreren van de gemaaktedeelopdrachten, tussenevaluaties en eindtoetsen. Geen hoogwaardigwerk, dat ook door MBO’ers kan worden gedaan.

De beleidsmensen, die zich in eerste instantie bekommeren omefficiency,  hebben bedacht dat er zo’n 40 leerlingen bijelkaar in een grote ruimte gezet worden, die bediend worden doortwee instructeurs. Dat leerlingen van drie verschillendeafstudeerrichtingen en van drie verschillende niveaus door elkaarzitten wordt niet als een probleem gezien. Elke leerling namelijkvolgt zijn eigen unieke leerweg, maximaal geïndividualiseerd.Veertig leerlingen, onbekenden voor elkaar en voor hun begeleiders,ieder voor zich eenzaam op weg naar een eigen doel.

Dit competentiegerichte onderwijs moet ervoor gaan zorgen dat ermeer leerlingen gekwalificeerd uitstromen en er minder leerlingenvoortijdig uitvallen. Het eerste zal zeker lukken, want cognitieveeisen worden nauwelijks meer gesteld. Wel moet je je afvragen ofhet bedrijfsleven blij zal zijn met de kennis, houding envaardigheden die de leerlingen meebrengen. Of er minder uitval zalzijn, staat te bezien.

De vorming tot participerend en verantwoordelijk burger is intussenhelemaal overboord gegooid, ongeacht de dringende vraag uit desamenleving die regelmatig wordt geschokt door krantenberichtenover groepsverkrachtingen en wijkterreur door hangjongeren.Ongeacht ook de enorme tekorten aan goedgeschoold personeel enongeacht de schrikbarende toename van het aantal jonge, nietbemiddelbare uitkeringsgerechtigden. En ongeacht devoortschrijdende segregatie in de grote steden.

Tegelijkertijd komt de Onderwijsraad met een advies dat precies hettegenovergestelde beoogt: het MBO moet zich veel meer richten op debegeleiding en de vorming van de individuele leerling.Er zoudenhomogene groepen moeten worden samengesteld waarin leerlingen zichgeborgen voelen in kleinschalige eenheden en er zou door dedocenten veel meer met de ouders moeten worden gecommuniceerd.Goedbedoelde adviezen, zou je zeggen, want van alle onderwijsvormentelt het MBO nu eenmaal de meeste risicoleerlingen, vooral in degrote steden. In ieder geval Mohammed B., waarschijnlijk ook SamirA. en Jason W. waren niet zo lang geleden MBO-studenten.Hoogwaardig werk dus, uit te voeren door docenten met eenbehoorlijke intellectuele bagage en een gearticuleerd wereld- enonderwijsbeeld.  

Maar het lijkt erop dat zelfs de Onderwijsraad niet meer weet water op de werkvloer van het MBO bekokstoofd wordt. Het is op z’nminst pijnlijk dat het belangrijkste adviesorgaan oponderwijsgebied met adviezen komt die diametraal staan tegenover deonderwijspraktijk in de ROC’s. Het is in ieder geval kenmerkendvoor de puinhoop in het beroepsonderwijs.  

Zo’n tien jaar geleden zat Andree van Es (ex-PSP) al een commissievoor die adviezen gaf hoe het leraarschap op te leuken. Haaradviezen leidden tot niets.
Feit is dat links er al decennia niet in slaagt om kwalitatief goedberoepsonderwijs neer te zetten dat leerlingen uitdaagt, vormt enprikkelt en dat hooggekwalificeerde medewerkers biedt aan hetbedrijfsleven. En waar getalenteerde docenten er een eer inscheppen om topprestaties te leveren. Feit is dat niemand nogleraar wil worden in het beroepsonderwijs. Feit is dat linksdaarmee een wanprestatie van formaat heeft geleverd.

De nieuwe politiek zou zich voor de verkiezingen van 2007 moetenrealiseren dat het zeer lonend is om het onderwijs los te brekenuit de verstikkende omhelzing van links. Elke verandering die zijteweeg kan brengen zou een verandering ten goede zijn, wantslechter kan het niet worden. Een doorbreking van het linksemonopolie op onderwijs zou bovendien de politieke dynamiek enormten goede komen. Dat is toch een prachtig politiekperspectief.’


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK