Universiteiten verwaarlozen onderwijs
Centraal tijdens de Onderwijslezing 2010 van Windesheim stondhet thema talentmaximalisatie. Fons van Wieringen, voorzitter vande Onderwijsraad, zoekt de sleutel in een nieuw zelfbewustzijn vande leraren. “Het onderwijs laat zich veel te veel door externefactoren bepalen. Je zou natuurlijk als scholen kunnen kijken wateen goed leerritme is en op welke momenten het dan goed zou zijn deleerlingen vakantie te geven. In plaats daarvan laten we devakantiespreiding dicteren door de autonomie van de bungalowparken.Dan denk ik: waarom?”
Ga er tegenin
En zo gaat het met heel veel dingen, zegt Van Wieringen. “In hetonderwijs heb je organisaties voor werkgevers en werknemers. In deindustrie werkt dat misschien, maar in het onderwijs niet, want zomis je een heel belangrijke groep, namelijk de leerling. In hetonderwijs moet je dat dus anders organiseren, je moet een eigenmodel ontwikkelen. Datzelfde geldt voor individualisering. Als desamenleving individualiseert, waarom zou het onderwijs danhetzelfde moeten doen? Ga er tegenin!
Dagelijks worden wel nieuwe taken voor het onderwijs geformuleerd.Ouders willen vandaag meer en meer teleurstelling van hun kinderenvoorkomen. Je hoort van docenten die mobieltjes van leerlingeninnemen als die afgaan tijdens de les, maar dan op hun kop krijgenvan de ouders van die leerlingen, omdat die willen dat hun kinderenbereikbaar moeten zijn. Dan is krachtig leiderschap nodig. Ermoeten grenzen gesteld worden.”
Hoezo maximum aantal bladzijden?
Tegelijkertijd vindt de OR-voorziter het niet goed hetonderwijs verder in te perken. Hij vertelde over een Amerikaansehoogleraar in Amsterdam die weigerde ooit zich te houden aan hetmaximum aantal pagina’s dat hij aan de studenten mochtvoorschrijven. Hij zei: “If it is about the number of pages, it isnot about education.”
“Ook de beperking tot 1000 uur of minder in het voortgezetonderwijs in geen goede zaak. Er zijn al heel veel aanbiedingenvoor leerlingen die zich niet tot 1000 uur beperken.” VanWieringens co-referent Kars Veling, voorzitter van de Johan de Wittscholengroep in Den Haag, kon dat bevestigen.
Hij startte enkele jaren geleden een zaterdagschool op het Johan deWitt. Tot verbazing van de organisatoren bleek er nauwelijksbelangstelling voor ‘leuke’ vakken. Vakken die wel in trek zijn bijde 400 studenten, zijn Nederlands (voor nieuwkomers), Engels,computerlessen en wiskunde (voor middelbare scholieren die bijlesnodig hebben). Ook buiten het Johan de Witt zijn tallozevoorbeelden van allerlei weekendscholen en zomercursussen waaruitblijkt dat mensen op allerlei verschillende manieren meer willenleren.
Maatschappelijke taak van de leraar
Leraren zouden hun maatschappelijke taak serieus moeten nemen, zovindt Van Wieringen. “Op dit moment wonen heel veel docenten verweg van hun school.” Vaak is dat zelfs een bewuste keuze, want dankomen ze hun leerlingen tenminste niet in de supermarkt tegen. Eenslechte zaak, denkt Van Wieringen, “want hoe kun je zo werk makenvan het bevorderen van burgerschap? Leraren zouden ook buitenschooluren in leerlingen geïnteresseerd moeten zijn.”
Voor een goed zelfbewustzijn van leraren is ook een goede opleidingnodig. “Na de commissie-Rinnooy Kan zie je meer aandacht voor hetniveau van de leraar. In de jaren ervoor waren we vooral bezigtekorten te bestrijden, maar je moet ook aan de bovenkantwerken.”
Van Wieringen laakt de universiteiten, die op dit punt hun takenverwaarlozen. “Vroeger waren universitaire studies voor wis- ennatuurkunde sterk gericht op het leraarschap. Op een gegeven momentvonden de universiteiten dat te min en zijn ze studenten gaanopleiden tot onderzoekers. Ook bij letteren zie je die tendens:vroeger leidden ze studenten op tot docent, nu totcommunicatiemedewerker.
We moeten ook kijken naar het volwassenenonderwijs, wanthogescholen en universiteiten zijn daar absoluut niet ingeïnteresseerd. Het aantal deeltijdopleidingen neemt sterk af. Vanlevenlangleren komt zo niet veel terecht. Universiteiten zijnsowieso niet geïnteresseerd, hogescholen iets meer.”