Veerman: “Een bezuiniging helpt de universiteit altijd”

Nieuws | de redactie
19 april 2010 | De OU kan blijven en de universiteiten hopen kleiner te worden voor hetzelfde geld. Die punten domineerden het VSNU café met Cees Veerman. Hij legde ook nog uit dat dreiging van bezuiniging heel goed is voor een universiteit. Al stond dat niet in zijn advies.

De discussie met de stampvolle zaal kende een leuk patroon.Bijna elke vragensteller begon als volgt: “Ik vind uw advies echtheel goed/inspirerend/positief, maar…” En dan volgde een cruciaalpunt waaruit bleek dat er nog wel het een en ander ontbrak aan hetrapport. Niettemin weersprak niemand nog de opvatting vanVSNU-voorman Sijbolt Noorda, dat het advies-Veerman “de eerstesamenhangende visie is op het hoger onderwijs beleid en de toekomstdaarvan sinds 15 jaar.”

Daar konden de ministers Ritzen, Hermans, Van der Hoeven, Plasterken de HO-bewindslieden Nijs en Rutte het mee doen. Tussen Deetmanen Van Bijsterveldt is het HO-beleid kortom een woestenij geweest,een ‘tohuwabohu’ zoals bijbelwetenschappers als Noorda zoudenzeggen.

Veermans applauslijn over zijn eigen advies is dat alles draait omkwaliteit en profiel en daar het geld heen moet. ‘Wie kan daarnu tegen zijn?’ was in de kern dan ook het antwoord dat hij op elkevraag gaf. De discussie werd hier inhoudelijk wat monotoonvan, maar Veermans kleurrijke betoogstijl voorkwam dat dit gingopvallen. Interessante aspecten voor het vervolg van de discussiekwamen er niettemin genoeg op tafel.

Ten eerste willen de universiteiten‘academischer’ worden en daarmee ook kleiner vanomvang. Deze denklijn werd al eerder geponeerd in het VSNU Café,door de LSVb nota bene.

Die WO-wens is natuurlijk niet bedoeld als een aanbod om te komentot besparingen. Integendeel, de profielkeuze moet gekoppeld wordenaan vormen van selectiviteit en een beloning daarvoor in financiëlezin. ‘More bang for a buck by less bang for a buck’ alshet ware. Noorda onderstreepte zelfs dat het WO zijnprofielkeuzes pas vastlegt na strategische afspraken met deoverheid, om verzekerd te zijn dat zij echt wat opleveren. Datstaat dus los van het maatschappelijk convenant dat men na’Veerman’ zou willen sluiten met alle betrokkenen.

Ten tweede is in de Veerman-analyses derol van het HBO merkwaardig. Het moet groeien doormeer LLL-deelnemers, minder doorstroom naar het WO, de opvang vande daar voor de profilering niet adequate vwo’ers en dit bovenop deal verwachte expansie door de mbo- en havo-instroom. Maar beloninghiervoor komt niet door een krachtige studentgebonden financiering:ook het HBO moet streven naar meer ‘missiebekostiging’. In het VSNUCafé werd het bewustzijn van dit dilemma hoorbaar. Vanuit INHollandklonk de begrijpelijke vraag hoe de grote ‘randstadhogescholen’ indit pakket hun enorme maatschappelijke taak nog kunnen vervullentegen een redelijke bekostiging. Zij dreigen het gelag te betalenvoor het ‘klein maar fijn’ elders.

Veermans antwoord hierop was: er zijn ook in Amerikauniversiteiten die heel goed zijn voor de minder presterendestudent, A-instelling zijn voor B-instroom zou toch ook een sterkprofiel kunnen zijn? HU-voorzitter Geri Bonhof keek in het vervolgvan de discussie dan ook wat onthutst naar haar vooruitzicht omvoortaan vooral bekend te staan als leverancier -met het mbo- vanAD’s en als afvalbak voor een meer academisch krimpende UU.

Profilering is voor het HBO attractief bij de niche-hogescholenvan NHTV tot ArtEZ. Deze presteren in dat opzicht dan ook al langveel overtuigender dan welke universiteit ook, op die te Kampen na.Maar voor de grote, regionale instellingen kon Veermansprofielsuggestie van ‘A-merk voor B-publiek’ zowel een (onbedoeld)affront als een inhoudelijke ‘Sackgasse’ blijken te zijn.

Ten derde werd in het VSNU Café de meestopvallende inconsistentie in het advies nietopgehelderd. Veerman ontkende expressis verbis dat de OU – enigealgemene universiteit met een glashelder profiel toch – slachtofferzou zijn van de analyse van zijn commissie. Vervolgens herhaaldehij doodleuk, dat de positie van de OU principieel heroverwogenmoet worden. Dat hij dit niet zag “als zijn taak datnu te doen”, zei natuurlijk weinig. Want dat was hem en zijncommissie ook door niemand gevraagd te doen.

Ten vierde blijkt de veel geprezenfinanciële claim van de commissie niet zoverrassend, maar is de vraag in crisis- en verkiezingstijd welrelevant of zij sterk onderbouwd mag heten. Andere sectoren hebbenimmers ook relevante pleidooien om ontzien te worden of extra’s teverlangen; de zorg voor de sterk vergrijzende bevolking, debescherming tegen terreur en crimineel gedrag, het ecologischbehoud van de aarde, de bestrijding van files, de Olympiade 2028 enWK 2018 en andere miljardenprojecten.

Veerman maakte ook in het VSNU Café een punt van de analyse datHO-investeringen “zich op termijn ruim terugbetalen.” De studie vanAndreas Schleicher van de OECD biedt daar volgens de commissie mooi materiaal voor. Die wijst echter vooral opde waarde van zwaar, ‘Fins’ investeren in verhoging van dePISA-scores, dus voor de 12-15-jarigen. Een voortreffelijkegedachte, maar het geld zou dan naar PO, VO en MBO moetengaan. Dat is ook wat Job Cohen primair meldde te zullen doen met deopbrengst van het ‘sociaal leenstelsel’ bij HO-studenten. Hierzal het HO niet rijk van worden, dus.

De commissie meldt bovendien dat haar voorstellen “leiden totextra opbrengsten”: matching en selectievormen leveren immersminder rendementsverlies op; brede bachelors zijn goedkoper;zwaartepuntvorming door profilering levert efficiency en zicht opmeer EU-geld voor R&D; alumnigeld leidt “tot een giftcultuurdie Nederland nu node mist.”

Dit zal elke kabinetsinformateur met veel belangstelling lezen enanders de minister van Financiën wel van elk denkbaar aanstaandkabinet. Deze zal het HO hartelijk uitnodigen de bepleiteinvesteringen allereerst zelf te verdienen door die extraVeerman-opbrengsten te genereren. En zal zelf zo’n 25 à 33 %er van afromen om de staatschuld te helpen reduceren.Solidariteit bij de nood van het land zal hij immers ook van het HOvragen.

Ten vijfde maakte Sijbolt Noorda in het VSNU Cafébekend, dat de koepels nog voor de verkiezingen een soortmanifest voor het maatschappelijk convenant zullenuitbrengen. Eén tip komt daar vast niet in: de anekdote van CeesVeerman over zijn benoeming tot collegevoorzitter te Wageningen.”De secretaris generaal van LNV zei tegen me: ‘We brengen meteeneen bezuiniging aan van 10 miljoen. Dat helpt altijd. Je kunt danbij je aantreden meteen een paar dingen doorzetten die anders nietmogelijk lijken.’ En dat gebeurde toen ook zo.”

Alle reden dus om na het VSNU Café de ‘reflexiviteit’ in hetuitdiepen van het advies-Veerman te versterken. Zoals Roel in’t Veld,auteur van die vorige samenhangende visie op het HO, deHOAK-nota, zei: “Voordat iedereen toesnelt naar conclusies, ishet belangrijk dat de kennis van het rapport verrijkt wordt door dewijsheid van gemeenschappen, zodat het beste eruit gehaald wordt.Het zou onverstandig zijn meteen te zeggen: ‘Dit rapport voeren weuit’.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK