China ziet Nederland als één grote haven

Nieuws | de redactie
20 mei 2010 | Terwijl Nederlandse bestuurders in een stoet dezelfde Chinese hotspots bezoeken, weten de Chinezen heel goed wat Nederland hen te bieden heeft. TUDelft voorzitter Dirk Jan van den Berg was topdiplomaat in Beijing en benadrukt dat Nederland beter moet snappen wat de beide landen voor elkaar kunnen betekenen. Want op verschillende R&D-terreinen kan Nederland China een heel aantrekkelijk aanbod doen.

Voordat hij de TU Delft ging leiden, was hij Nederlandsambassadeur in China. Dirk Jan van den Berg ziet in de samenwerkingmet China successen, maar ook mislukkingen en gemiste kansen. “Hetis geen easy win.” Maar het is wel belangrijk om mee tegaan, want: “De wereld wacht echt niet op ons.”

Hollands kluitjesvoetbal

Over gebrek aan belangstelling vanuit Nederland hoeft China niette klagen. De afgelopen jaren is een hele stoet bestuurders uitNederland in Beijing, Shanghai en Singapore geweest, meestal naardezelfde hotspots. Als ambassadeur was Van den Berg een keer ophandelsmissie met minister Karla Peijs, samen met de havens vanRotterdam, Amsterdam, Delfzijl en Vlissingen. In het gesprek met deChinezen benadrukten Delfzijl en Vlissingen hun unieke waarde tenopzichte van Rotterdam. De Chinezen bleken er niet erg ingeïnteresseerd. Een van hen zei: “We think of the Netherlands asone big port.”

De Nederlandse missies naar China waren in die tijd niet heeldoelgericht. Daarom stimuleerde Van den Berg thematische missies,waarin kennisinstellingen en bedrijfsleven gezamenlijk optrokken opgebieden waar Nederland iets te bieden heeft. “Op het gebied vanvoeding kan Nederland een heel aantrekkelijk aanbod neerleggen,denk daarbij aan de omgang met obesitas, wat ook in China eenprobleem gaat worden. Maar je kunt ook denken aan de kwaliteit vande landbouwproductie, water en energie.”

Weerhuisje

In de verhouding met China hebben Nederlanders de neiging zichte gedragen met de wisselvalligheid van weerhuismannetjes. Wevinden het geweldig om met China samen te werken omdat Chinaeconomisch gezien nu het land van de onbegrensde mogelijkheden is.Maar als er incidenten in Tibet zijn, beschouwen we het als eenachterlijk land dat niet met mensenrechten overweg kan en roepen weom een economische boycot. Wat is wijsheid?

Van den Berg: “Chinezen zien hun land als  eenontwikkelingsland. Ze geven prioriteit aan het voeden van 1,3miljard monden en vinden dat ze het zich niet altijd kunnenveroorloven om daarin erg subtiel te zijn. Ik denk overigens dat85-90% van de Chinese bevolking daar achter staat. China is eenconfucianistisch land. Autoriteit werkt daar anders dan hier. Degedachte in China is dat je autoriteit verdient als je goed zorgtvoor je volk. Als het leiderschap levert wat het volk wil, dat wilzeggen voeding en banen, dan zit het goed. Daarom zie je ook dat decommunistische partij voortdurend bezig is met de vraag wat hetvolk wil.

Dat zag je rond het minimumloon. Merkt het leiderschap dat errond de lonen ernstige onvrede is, dan wordt er actie ondernomen.Er is in China dus veel meer democratie dan we hier denken, al ishet een democratie van binnenuit, vanuit de communistische partijdus en niet van buitenaf, zoals we dat hier gewend zijn. Ikverdedig trouwens niet alles in China, maar ik denk wel dat jeterecht kunt zeggen dat het Chinese leiderschap heel succesvol is.Ik begrijp ook dat er mensen in China zeggen dat dingen voorlopigzo moeten blijven.

Daar komt bij dat China al 2500 jaar een staatkundige eenheid is.Ze zijn dus niet helemaal niets. Ze hebben ook gevoel voor huneigen bewustzijn. Ze hebben er geen behoefte aan dat iedereen henkomt voorschrijven hoe het moet. In China leeft het idee dat deopkomst van China vooral komt doordat het land in de negentiendeeeuw door het Westen omlaag is gedrukt. China komt dus weer op hetoude peil waarin het 30% van het wereldtoneel beheerst. Daarbijmoeten we niet de vergissing maken te denken dat het Chineseleiderschap communistisch is in Russische zin. De Chinesecommunisten zijn echt worlds apart van de Russischecommunisten. In Nederland denken we nog erg negentiende eeuws, daarmoeten we gauw vanaf.”

Hoe de atlas van de wetenschap verandert

Zou je in de negentiende eeuw een wetenschapper vragen deoorsprongen van de wetenschap in kaart te brengen, dan zou dievermoedelijk wijzen op de oudste universiteiten van Europa:Bologna, Parijs, Oxford. Diep in de Europese genen zit de idee datde uitvinding van de wetenschap een vrucht is van de Renaissance,die van de Europeaan een Rationeel Mens maakte. Het verschafte hemeen vrijbrief om de rest van de wereld te koloniseren. Het is eenidee dat we in Europa nog steeds hebben, denkt Dirk Jan van denBerg.

“Je ziet het bij China. Vanuit het westen zijn we geneigd dat tezien als ontwikkeld land. Beperk je je bezoek tot grote steden alsBeijing en Shanghai, dan klopt dat ook. Maar er zijn nog voldoendeplekken in China die de indruk maken van een ontwikkelingsland. DeChinezen zelf zien hun land dan ook als ontwikkelingsland. Vanwaardat verschil? In het westen moeten we eraan wennen dat China eenontwikkelingsland is dat zich ook écht ontwikkelt. Dat zijn wehelemaal niet gewend.”

Ondertussen is de atlas van de wetenschap radicaal aan hetveranderen. Letterlijk. De Shanghai Jiao Tong ranking is begin dezeeeuw op verzoek van Chinese beleidsmakers ontwikkeld vanuit deambitie om de Chinese universiteiten op te stoten in de vaart dervolkeren. Van universiteiten die internationaal mee kunnen doen,heeft China er steeds meer. Er is inmiddels een tweede ring vanopkomende steden en universiteiten die nog maar weinig mensen ophet netvlies hebben. “Ik ben zelf lid van de internationaleadviescommissie van Wuhan, zo’n stad waarvan iedereen denkt:bestaat die stad ook nog? Wuhan heeft ongeveer 50 universiteiten,waarvan er 2 internationaal beginnen mee te doen”, zo vertelt Vanden Berg.

China zet zwaar in op de ontwikkeling van wetenschap. Het landdoet dit uit economische noodzaak. Ter illustratie laat Van denBerg de Ipad op zijn bureau zien. “De goedkoopste Ipad kost op ditmoment 500 dollar. Het ding is ontworpen in California, maargeproduceerd in China. Met de productie van zo’n Ipad is natuurlijkgeen 500 dollar gemoeid. Dat gaat om 30 à 40 dollar. Als je datweet, snap je waarom de Chinezen zo graag meer waarde willentoevoegen aan hun producten en dus ook investeren in R&D.”

Economisch zie je die verschuiving al. Na de Tweede Wereldoorloggroeide eerst Japan uit tot een economische factor van betekenis,daarna volgde Zuid-Korea. Nu zijn China en India aan de beurt. “Hetis nu nog niet op alle gebieden even zichtbaar, maar de dingen gaanenorm snel. Nu lachen we nog om Chinese auto’s, maar over 5 jaarniet meer. Vroeger werd er ook gelachen om Japanse auto’s,tegenwoordig worden ze misschien wel als de beste ter wereldbeschouwd.”

Weinig kennis van de Chinese kaart

We onderschatten hoeveel de Chinezen al weten over Nederland.”De Chinezen weten precies waarvoor ze Nederland moeten hebben.Wageningen is voor China een autoriteit.” Ook de technischeuniversiteiten uit Nederland staan hoog aangeschreven in het landwaar het leiderschap voor 90% uit ingenieurs bestaat.

Maar in Nederland weten we heel weinig van China. “Het isbuitengewoon de moeite waard in onze aanwezigheid te investeren. Wehebben zo’n mooi systeem van technische wetenschapsattachés. Daarmoeten we er minstens 10 van hebben in China. We zouden echt eenplan moeten maken hoe we China beter kunnen leren kennen en desamenwerking beter kunnen benutten.” 

Voor Nederland liggen er in China grote mogelijkheden, ook alsafzetgebied. “We zijn bang dat onze producten in China wordennagemaakt. China ontwikkelt momenteel  een thuismarkt diebinnenkort veel groter zal zijn dan de EU. Nu al zijn er 150miljoen Chinezen die behoorlijk wat te besteden hebben. Hun aantalbreidt zich gestaag uit, evenals hun gemiddelde inkomen. Diethuismarkten krijgen hun eigen standaarden. Eigen protocollenzullen daarin een rol spelen. Daarom is het van belang in openinnovation mee te gaan en dat ook met Chinezen op tepakken.

Ook onderschatten we in Nederland nog het belang van relaties.”Je moet veel tijd investeren om te zorgen dat je krijgt wat jewilt hebben en om de relaties goed te houden. Je hebt in Chinaverhalen van grote successen, maar ook van ernstige mislukkingen.Het is geen easy win. Het is heel belangrijk je contactenwarm te houden, je moet regelmatig je vrienden opzoeken, je kuntniet 6 of 9 maanden wegblijven.”

Een campus in Singapore?

Niet alleen economisch, maar ook wetenschappelijk zalZuid-Oost Azië haar eigen zwaartepunten krijgen. Van den Berg zietdat nu al gebeuren op het gebied van gezondheidszorg. “Aziatenhebben net iets andere ziekten dan Westerlingen en reageren ookanders op medicijnen. Singapore wil daarom een hub worden voor defarmaceutische industrie. Er worden campussen en laboratorianeergezet waar men buitenlandse universiteiten heen wil halen.”

Partners van de TU Delft, zoals ETH Zürich en het ImperialCollege, zijn om die reden nu al sterk aanwezig op de ‘hotspots’,waar het gebeurt. Op dit moment liggen die vooral in Azië. Van denBerg zou zelf graag een campus van de TU Delft in Singapore openen,al is hij er niet zeker van of dat mag. “Binnen de Nederlandseregels is het nogal lastig een kantoor te openen in hetbuitenland.” Wel werkt de Technische Universiteit Delft nu al samenmet de Universiteit van Harbin. De Delftenaren verzorgen daaronderwijs op het gebied van technologie en management. Want dat iseen onderwerp waar de Chinezen – ingenieurs pur sang – nogwel wat westerse expertise kunnen gebruiken.

Wat Nederland kan

Wetenschappers kunnen in de samenwerking met China het voortouwnemen, denkt Van den Berg. “Wetenschap floreert op basis vansamenwerking. Wetenschappers kennen geen grenzen, het maakt henniet uit waar iemand zit, zolang er voldoende potentieel is voorhun onderzoeksproject. Het gaat erom dat je China niet als eenbedreiging ziet, maar je eigen kracht erdoor versterkt. China biedtgeweldige mogelijkheden als je zelf zorgt dat je een waardevollespeler bent.”

Wil je met China duurzame relaties aangaan, dan moet jetoejuichen dat er Chinezen zijn die hier studeren en promoveren.”Uit Nederland kunnen we niet voldoende promovendi halen. We moetenook niet denken dat die promovendi uit China direct na hun promotieweer teruggaan naar China, dat hoeft helemaal niet zo te gaan.Daarnaast vind ik het belangrijk dat er Nederlandse mensen in Chinapromoveren. Het is geweldig goed als daar een slinger aan gegevenwordt.

We hebben het plan om 1000 PhD’s aan te trekken, daarvanproberen we er 100 uit China te halen. Het is belangrijk om datinternationaal aan te pakken. We moeten in dat opzicht niet tenationaal denken, alsof Nederlands belastinggeld verspild is als jeer een Chinese wetenschapper mee aanstelt. We opereren alsNederlandse wetenschap niet in een isolement. Het zou mooi zijn alsChinezen omgekeerd ook Nederlandse PhD’s zouden kunnenaantrekken.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK