Gratis leermiddelen leveren heel veel op

Nieuws | de redactie
31 mei 2010 | Obama wil $500 miljoen in Open Course Ware investeren. Gratis onderwijsmateriaal stelt mensen in staat zich hun leven lang te blijven ontwikkelen. Met vele voordelen voor de samenleving, zo redeneert het Witte Huis. De rector van de TU Delft, Karel Luyben, en onderwijsdirecteur Anka Mulder dagen op ScienceGuide Nederland uit hetzelfde te doen.

Niet alleen de USA, maar ook de Britse overheid ondersteunt deontwikkeling van Open Course Ware (OCW) al enige jaren met forsesubsidies. Gevolg daarvan is dat de Open Universiteit UK nu een vande wereldleiders is op dit terrein: miljoenen mensen uit binnen- enbuitenland maken gebruik van hun digitale onderwijsmateriaal.Amerika en het Verenigd Koninkrijk bevestigen hun koploperspositie.Nederland ook?

OCW is het wereldwijd digitaal en gratis beschikbaar stellen vanonderwijsmateriaal in de vorm van complete cursussen. Meestal gaathet om materiaal voor hoger onderwijs, zoals een eerstejaarsvakeconomie, een mastervak nanoscience, Engels voor internationalestudenten of wiskunde voor VWO-studenten die naar de universiteitgaan. Studenten maken er gebruik van en het inspireert docentenvoor hun colleges en cursusmateriaal. OCW ondersteunthet reguliere onderwijs kan van alles bevatten: digitalehoorcolleges, proeftentamens, labexperimenten en visueel materiaalals filmpjes, grafieken en readers.

MIT, een van de Amerikaanse topuniversiteiten, begon bijna 10jaar geleden met OCW. De TU Delft volgde als een van de eerste inEuropa, samen met de Open Universiteit. Tegenwoordig zijner zo’n 200 universiteiten die OCW-materiaal publiceren: tientallenin de VS, Japan, China, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.

Weinig overheden hebben tot dusver interesse getoond voorOCW. Dat is jammer, zeker voor Nederland, want voor het Nederlandseonderwijsbeleid zou OCW goed kunnen worden ingezet. Hoe?

Betaalbaar houden van hoger onderwijs: Een vande belangrijkste punten in het vorige maand gepubliceerde rapportVeerman is de groei van deelname aan hoger onderwijs. Tussen2007-2020 zal het hoger onderwijs een verdere groei doormaken vanzo’n 25% in het HBO en 40% in het WO (CBS, 2010). Hoeveel er ook inhet onderwijs geïnvesteerd zal worden, de verwachting is niet datinvesteringen gelijke tred zullen houden met deze groei. Mindergeld voor meer studenten betekent dat er creatiever met onderwijsmoet worden omgegaan, bijvoorbeeld door het inzetten van digitaleleermiddelen. In Delft doen we dat al en dat wordt met enthousiasmeontvangen. Onlangs pleitten onze studenten al voor het vervangenvan hoorcolleges door videocolleges en een veel grotere mix vanlive en digitaal onderwijs.

Life Long Learning: De commissie Veerman steltook vast dat Leven Lang Leren niet leeft in Nederland. Het aantaldeelnemers van de Open Universiteit is drastisch afgenomen enbijscholende werknemers gaan ook niet naar andere instellingen.Eerste ervaringen van de TU Delft geven aan dat deze groep weldegelijk kan worden bereikt met OCW. In Delft is hetOCW-programma op het gebied van Water Management een van de meestsuccesvolle. Een van de redenen van dit succes is dat medewerkersvan waterbedrijven het materiaal graag gebruiken om up to date teblijven.

Studiesucces: De uitval in het Nederlandsehoger onderwijs is hoog. Een van de oorzaken is dat studenten eenverkeerd beeld hebben van de opleiding die ze kiezen. Voor hetfaciliteren van de juiste studiekeuze zijn de huidigevoorlichtingsactiviteiten onvoldoende gebleken. De TU Delft gaatexperimenteren met andere vormen en wil eerstejaars vakken onlinezetten voor potentiële studenten. Via OCW krijgen zij dan een zoreëel mogelijk beeld van de inhoud en het niveau van de opleidingvan hun keuze en kunnen zij beter beslissen of die ook echt bij henpast.

Internationale positie: Veerman geeft verderaan dat Europa, bedrijven en hoger onderwijs, veel harder aan deslag moeten om de internationale positie te bevechten. De grootsteeconomische groei vindt op dit moment plaats in Azië, waar landenals India en China nu de omslag naar een kenniseconomie maken. Inde concurrentie om talent neemt Nederland maar een zeer gemiddeldeplaats in. Nederland zou een veel actiever beleid kunnen voeren omtalent te trekken. Onder de vorige regering is een vriendelijkervisumbeleid voor kenniswerkers ingevoerd. Ook zijn voorzichtigestappen gezet om Nederland te profileren als aantrekkelijkvestigingland voor kenniswerkers en kennisindustrie:Engelssprekend, centraal in Europa, relatief veilig.Vanzelfsprekend hoort daarbij dat de kwaliteit van het onderwijszelf veel beter op de kaart wordt gezet en natuurlijk moet datdigitaal.

Tenslotte, een kennisland moet experimenteren:Digitalisering zal de komende jaren exponentieel groeien. Dat zalook voor het onderwijs grote gevolgen hebben. Welke dat zijn wetenwe niet exact, maar de eerste stappen zijn er al. Waar het 20 jaargeleden weken kostte om literatuur voor een scriptie te verzamelen,krijgt een student nu 200.000 hits in 1 seconde. Nu al kan eenstudent een deel van zijn of haar opleiding bij elkaar googelen.Nederland is een van de meest digitale landen terwereld. Vrijwel iedereen heeft toegang tot internet. SURFheeft daarbij gezorgd voor een uitstekende digitale ontsluiting vanhet hoger onderwijs. Dat geeft ons land een potentiëlevoorsprong als het gaat om het inzetten van ICT in het onderwijs,het combineren van digitaal en live onderwijs en het experimenterenmet nieuwe onderwijsvormen, om het Verenigd Koninkrijk en ookSpanje in te halen en China en India voor te blijven.

Kortom: voldoende redenen voor de Nederlandse overheid om actiefopen leermiddelen te stimuleren.

Anka Mulder is directeur onderwijs- & studentenzaken bijde TU Delft en Board Member van het internationale OCWConsortium 
Karel Luyben is rector magnificus van de TUDelft

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK