Leren van olieramp

Nieuws | de redactie
7 mei 2010 | Het zou goed kunnen dat de olieramp bij Louisiana de grootse ooit blijkt. Niet direct zichtbaar stroomt waarschijnlijk een gigantische hoeveelheid giftige stoffen in het zeewater. Juist dat maakt deze olieramp bijzonder, zegt ecotoxicoloog John Schobben.

Biologisch kwetsbare omgevingen

Schobben is hoofd van de afdeling Milieu bij IMARES, het instituutvoor marien ecologisch onderzoek van Wageningen UR. “Ik heb er nogweinig over gehoord of gelezen, maar het unieke van dit diepgelegenlek is dat de naar boven borrelende olie zo’n 1500 meter aflegtnaar de oppervlakte en dat er onderweg een onwaarschijnlijk grotehoeveelheid toxische stoffen, direct in het omringende zeewateroplost, zoals kankerverwekkende polycyclische aromaten”, zegthij.

Uit het lek op de bodem voor de kust van Louisiana in de VS komtnaar de huidige schattingen ongeveer 800.000 liter olie per dagvrij. Om eenzelfde hoeveelheid olie te lekken als vrijkwam bij deramp met de tanker Exxon Valdez voor de kust van Alaska in 1989,moet de ‘spuiter’ in de Golf vijftig dagen zijn gang kunnen gaan.Met de verwachting dat het twee of drie maanden gaat duren voor hetlek in de Golf is gedicht, is het waarschijnlijk dat het de rampmet de Valdez, tot dusver de grootste olieramp in de VS, zalovertreffen, denkt Schobben.
Overigens was die ramp wereldwijd niet de grootste. Maar deecologische gevolgen van de Valdez waren langjarig, en nog steedsmerkbaar vanwege de ecologisch zeer kwetsbare plek. Dat zalongetwijfeld ook het geval zijn rond de explosie op hetboorplatform Deepwater Horizon, vlak voor de ecologisch zeerkwetsbare monding van de Mississippi en de moeraskusten vanLouisiana.

Onzichtbaar

Als effecten van olierampen, zoals die nu in de Golf, wijstSchobben op de zichtbare maar vooral op de niet onmiddellijkzichtbare effecten. Direct zichtbaar is de drijvende olielaag ophet wateroppervlak, rampzalig voor de vogels die erin terechtkomen. De olielaag komt in het verenpakket waartemperatuurregulatie en drijvend vermogen van de vogels sterk onderte lijden hebben. “Je ziet dat de eerste maatregelen vooral gerichtzijn op die zichtbare olievlek, en dat kun je je ook welvoorstellen”, zegt Schobben.

Maar op termijn kunnen vooral de niet zo zichtbare effectenminstens zo groot zijn, stelt hij. En dan gaat het niet alleen omhet vrijkomen van giftige stoffen maar ook om het oplossen van deolie in de vorm van een fijne emulsie onder het wateroppervlak. Datwerkt vernietigend op het leven van organismen die voedsel opnemenvia het filtreren van water – zgn. filter feeders – zoalsschelpdieren en zoöplankton. De olie-emulsie verstopt  hunspijsverteringsmechanisme.

Soms kan de bestrijding van een zichtbaar effect de onzichtbaregevolgen versterken, aldus Schobben: “De bestrijding van deolielaag met chemische middelen heeft weliswaar tot gevolg dat dezeoplost maar niet afbreekt. De olie heeft vervolgens onder waterzijn effect.” Hij voegt er overigens aan toe dat met het inzettenvan chemische middelen de oliefilm op het wateroppervlakverwijdert, waarmee voorkomen wordt dat de olie de stranden bereikten de kreken en de moerassen binnendringt. Dat is pas echtrampzalig en het duurt heel lang voor de olieresten weg zijn.

‘Valuation of ecosystems’

Het plaatsen van schermen en drijvende slurven rond olievlekken,vindt Schobben een effectieve maatregel. Je kunt de olie daardoorindikken en opzuigen. En ook hiermee wordt vervuiling van strandenen estuaria voorkomen. Dit werkt trouwens nog beter bij dikke danlichte olie, zoals nu in de Golf van Mexico ontsnapt.” Maar je hebter wel stil weer voor nodig en ik begrijp dat dat de Amerikanen opdit moment niet mee zit”, zegt hij.

Ondanks de sombere vooruitzichten rond deze olieramp, denktSchobben dat de Amerikanen dit soort catastrofes effectief kunnenaanpakken. De VS kennen een ver ontwikkelde ‘valuation ofecosystems’, een economische waardering van ecosystemen enonderdelen daarvan op basis waarvan juridisch onderbouwdeschadeclaims kunnen worden gedaan en optimale herstelmaatregelenkunnen worden afgedwongen. “Daar kunnen wij in Europa nog wat vanleren”, vindt hij.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK