Afscheid van symptoombestrijding

Nieuws | de redactie
2 juni 2010 | Gasthoofdredacteur Sijbolt Noorda noemt het interview met Ron Bormans over 'Veerman' "voortreffelijk, de right spirit, zo pak je dat op. Ik zou trouwens niet direct zeggen dat er in onze reacties sprake was van een jubeltoon. Eerder een herkenning van nut en noodzaak. Die heeft die eensgezindheid veroorzaakt."

Het gaat niet om een detailkwestie, het gaat om de vraag hoe wijhet hoger onderwijs doen aansluiten bij studenten. Een gemakkelijketoegang wil iedereen, maar als dat is gerealiseerd, moet je hetgaan hebben over succes. Het succes van studenten en hogescholen enuniversiteiten – met die grote instroom dankzij de toegankelijkheid- is niet groot genoeg.

Bulkkorting bij Praxis

De winst van het rapport-Veerman is het inzicht dat jedat succes van studenten, hogescholen en universiteiten gezamenlijkniet vergroot door aan wat knoppen te draaien. Met Veerman isafscheid genomen van de detailsturing. Wil je verder komen met hetNederlandse hoger onderwijs, dan is een ingewikkelder accreditatieniet voldoende, dan kom je er niet met leerrechten, dan krijg je dezaken niet voor elkaar door 20 extra regels op het gebied vanmedezeggenschap in de wet te zetten. Dat helpt allemaal niet als jeniet tegelijkertijd zorgt voor maatwerk.

We nemen nu dus afscheid van dossiers die we de afgelopen jarenbelangrijk moesten vinden. Die zijn allemaal bijzaak,pleisteroplossingen en lapmiddelen. We hebben het licht gezienomdat we nu weten dat we er met al die halve oplossingen nietkomen. We moeten daarom ook afscheid nemen van de cultuurdaaromheen, van meer symptoombestrijding in plaats van eenfundamentele benadering van het probleem.

Ik heb een jaar of 8 geleden al eens gezegd dat we eerder een stukof zes soorten hoger onderwijs nodig hebben dan maar twee, danalleen hbo en wo. Over die binariteit is veel gediscussieerd.Volgens sommigen moest deze opgeheven worden, zoals in 1992 inEngeland is gebeurd. Bormans wijst daar ook op. Volgens anderenmoest de binariteit blijven. Dat is net even de verkeerdediscussie.

We hebben niet alleen wit en zwart nodig, maar alle kleuren van deregenboog. Een van de redenen dat we je in het Nederlandse hogeronderwijs zo vaak dezelfde kleur terugziet, is dat we bulkkortingkregen op twee soorten verf. Gevolg daarvan is dat je daar dan ookveel van gaat inslaan.

Profileren in de regio

Het verhaal van Bormans vind ik voortreffelijk, dat moetiedereen in ons vak goed lezen en tot zich door laten dringen. Tochblijft er in het verhaal iets bij mij hangen waar het gaat overprofilering. De suggestie van Ron Bormans is: wij kiezen inArnhem-Nijmegen een profiel op grond van een thema, Rotterdam kiestmeer een profiel op grond van ligging. Als ik in gesprek zou zijnmet Ron Bormans, dan zou ik zeggen: Ron, ook bij de HAN ontkom jeer niet aan je te concentreren op de regio. Een hogeschool die nietpast bij de workforce van zijn regio, heeft geen toekomst. Je zultook de ontwikkeling van je eigen regio onder ogen moeten zien alsgrote hogeschool.

Ik heb dat in Amsterdam gezien waar ik lang bij de Hogeschool vanAmsterdam betrokken ben geweest. Als je dan de afdeling techniekgaat hervormen en je kijkt naar de ontwikkelingen in de regio, danzie je ter plaatse een enorme vraag naar vliegtuigtechniek. Devraag naar autotechniek vanuit de industrie van vroeger in de stadis echter verdwenen. Het zou van de gekke zijn om daarin eenopleiding in de 21e eeuw voort te zetten. Daarnaastbleek er een sterke vraag te zijn naar de logistiek van het slimmetransport.

Als je ziet dat ‘Groot-Amsterdam’ rond zijn luchthaven en haveneen logistieke agenda heeft en je gaat je dan als opleidingconcentreren op vraagstukken rond technische optimalisering, danmerk je dat het bedrijfsleven ‘yes!’ zegt en studenten zeggen: daarwil ik heen. Je moet geen hogescholen hebben die beweren: we zijnin alles goed. Je zult je als hogeschool ook moeten verankeren inde regio.

Driekwart van de undergraduate studenten zit in het HBO.Onder die studenten zie je de grootst mogelijke variëteit aanvoorbereidingen: je hebt studenten die instromen met EVC’s, je hebtmbo’ers, havisten, maar ook vwo’ers. Dat is een gigantischevariëteit, die kun je er niet goed bedienen met maar éénonderwijsstijl. Geen wonder dat daar in het rapport-Veerman scherplicht op valt.

Het kort-hbo moet in dat verband een helder profiel krijgen, ermoet tevens weer een aantrekkelijk profiel in het hbo voor vwo’erszijn. Deze moeten zich niet en masse van het hbo afkerenen naar de universiteit gaan. Dan moeten er dus ook serieuzevervolgopleidingen in het hbo zijn. Er zijn op dit laatste punt welwezenlijke verschillen tussen hbo en wo: de hbo-bachelor is eenstartkwalificatie, in het wetenschappelijk onderwijs is de mastereen startkwalificatie.

Missiebewustzijn universiteit

Dat is een opmerkelijk verschil dat in het rapportterecht ook wordt erkend. Dat betekent dat een masteropleiding vooreen hbo’er pas zinvol is als die ervaring heeft opgedaan op dearbeidsmarkt. Ik gaf in de jaren zeventig wel eens les opvervolgopleidingen in het hbo, daar werd je als student niettoegelaten als je geen ervaring had op de arbeidsmarkt.

Veerman zegt terecht dat er een sterker missiebewustzijn in hetwetenschappelijk onderwijs nodig is. Het gaat niet alleen om devraag welke opleidingen je aanbiedt, maar ook om hoe je ze opbouwt.De rol van research moet daarbij ook  in de bachelorfaseversterkt worden. Je moet niet pas met research in aanraking komenin de masterfase.

De mogelijkheden van het bachelor-masterstelsel kunnen daarbijveel meer benut worden, zoals bij de switchmogelijkheden. Datbetekent dat universiteiten veel meer brede bachelorprogramma’smoeten aanbieden, niet alleen om keuzeproblemen van studentenhanteerbaar te maken, maar ook omdat ontwikkelingen in dewetenschap een bredere voorbereiding vragen dan alleen scholing ineen enkele discipline. Studenten moeten voorbereid worden op dekeuzes die ze daarin maken.

Ik ben het zeer met Bormans eens dat eerste-ordevariëteit, tussenhbo en wo alleen niet voldoende is. Er is meer maatwerk nodig datpast bij de diversiteit van studenten, de arbeidsmarkt en hetonderzoek. Her en der is dat nu al aan de orde, dat moet nu over dehele linie, ook in het wo.

Lestabellen voor toga’s van Justitie

Ook van universiteiten wordt terecht gezegd: jullie moeten jeprofileren. Voor sommige opleidingen zul je plekken door het heleland nodig hebben, voor andere opleidingen heb je misschien maar 1plek nodig. Van de zomer gaan we daar als VNSU mee aan de gang. Ikdenk niet dat die profileringsdiscussies landelijk gevoerd moetenworden, maar in eerste aanleg in landsdelen. Op die manier kun jehet voorzieningenniveau goed toesnijden, zo kun je ook de discussiewat preciezer maken. De universiteiten van de zuidelijkeRandstadvleugel zijn hierover al met elkaar in gesprek, andereregio’s zullen volgen.

Een voorbeeld van het gebrek aan diversiteit in ons HO zijn dejuridische opleidingen. Wij zijn in Nederland gewend juristen op teleiden volgens het model dat een jurist naar de universiteit gaat,daar begint met privaatrecht en zich zo langzaam verder inwerkt. Injuridische beroepen zien we echter verbindingen met alle mogelijkemaatschappelijke ontwikkelingen. Multidisciplinariteit is daar aande orde van de dag. Een octrooirechtkundige moet een jurist zijn,maar als die geen verstand heeft van moleculaire wetenschappen, kandie helemaal niets.

Het zou mij daarom niet verbazen als we juridische opleidingen alsgraduate school krijgen, die studenten bijvoorbeeld na eenbrede bacheloropleiding in de natuurwetenschappen gaan doen. Datbetekent dat je die masters niet meer inricht volgens het model datgoedkoop altijd het beste is  – een eenjarige master is altijdde beste tenzij het een opleiding is tot ingenieur – maar dat je delengte laat afhangen van het profiel dat nodig is.

Het ministerie van Justitie moet dan ophouden via urentabellen endetail voor te schrijven wat beoefenaren van togaberoepen moetenleren. De beroepspraktijk van nu moet kijken: wat moet men kunnen?Het ministerie van justitie moet zich erbuiten houden en zeggen:ook voor ons geldt accreditatie. We zien hier een rest vanouderwetse bedilzucht.

Kijk ook eens naar de natuurwetenschappen. Daar zie jeverbindingen die 10 jaar geleden niet in onze gedachten voorkwamen.Op verschillende universiteiten zie je combinaties van techniek engeneeskunde, psychologie en artificiële intelligentie, dat is alheel gewoon. Dit verdraagt zich niet meer met het oude model vaneen scholier die examen deed op de RijksscholengemeenschapRoermond, vervolgens in Nijmegen scheikunde studeerde en daarna inArnhem hetzelfde beroep ging uitoefenen als zijn grootvader. Eenopleiding is in deze tijd iets heel anders geworden. Het is eenfundament, niet een dak op het huis. Na je studie ben je nietklaar, dan begint het pas.

Met de kennis van nu

Daarom is het belangrijk dat we afkomen van heel smallespecialisaties, die horen bij een wereld die vooral innovatie kendebinnen die stromen, waarin ook de arbeidsmarkt aan de top veelstabieler was en waarin gespecialiseerd onderzoek het mooiste vanhet mooiste was. 15 jaar geleden vroeg ik een hoogleraarpapyrologie een college oude geschiedenis te geven. Hij kon toennog zeggen dat hij van oude geschiedenis totaal geen verstand had.Terwijl die hoogleraar natuurlijk heel veel van oude geschiedeniswist. Hij had zich misschien wat moeten inlezen in het oude Rome,maar de studenten hadden misschien wel meer aan hem gehad dan aaniemand die zich 30 jaar alleen maar bezig had gehouden metklassieke geschiedenis.

Ik ben nu voorzitter van de VSNU, het zou niet best zijn als ikdat deed met de kennis van toen ik mijn doctoraal deed. Je moet inje leven meer kennis verwerven. Dat geldt niet alleen als je, zoalsik, een doctoraal in de bijbelwetenschappen doet, maar ook als jedie doet in sociologie of Sanskriet. Mijn eigen wereld is verbreedtoen ik na mijn doctoraal in Amsterdam een master in New York deed.De helft van mijn programma deed ik in oude geschiedenis aanColumbia University, de andere helft aan Union TheologicalSeminary.

Maar het belangrijkste was iets anders: ik kon daar programma’sdoen in religion and psychiatry, religion and musicenzovoort. In Nederland kon dat niet, daar waren vooral deklassieke vakken heel belangrijk, wij discussieerden over dat vakin termen van de 16e eeuw. Nu ben ik de laatste dieAmerika heilig verklaart op het gebied van hoger onderwijs, ikpleit er helemaal niet voor dat we allemaal algemeen opgeleidewijsneuzen opleiden, maar het is wel belangrijk breder te lerenkijken dan waar je vandaan komt.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK