Dispuutslied en erfenis van Jan Peter Balkenende

Nieuws | de redactie
10 juni 2010 | De Kamerverkiezing betekent een einde aan het premierschap van CDA-aanvoerder Jan Peter Balkenende. Wat is de betekenis geweest van de vroegere VU-prof voor het HO- en kennisbeleid? Wat blijft, wat is zijn ‘legacy’? Had hij dan toch ‘regie’ en welke vrouw was zijn geheime bondgenoot? ScienceGuide blikt terug én kijkt vooruit.

De erfenis van Balkenende zit in beleidswendingen en een nieuwehouding van politiek en maatschappij ten opzichte van ‘kennis’ alssociale, economische en culturele factor. Deze houding werd alzichtbaar bij zijn -onverwacht- aantreden als politiek voorman vanoppositiepartij CDA, eind 2001. Op dat moment was Nederland, zekerin de media, in de ban van een andere hoogleraar, ‘professorPim’.Dat deze in strijd met de WHW die titel voerde, ook in zijnbundels met columns, werd in de lente van 2002 doorScienceGuide onthuld. De titel ‘professor’ bleekonbeschermd, door een onachtzaamheid van de wetgever.

Time out

Blijkbaar verlangde de kiezer naar een ander type premierdan de koele en zakelijke managertypes uit NCW en FNV als Lubbersen Kok. Balkenende viel eerder op door een jeugdig-professoraleonbeholpenheid en zijn behoefte de verkiezingscampagne in te zettenmet een serie hoorcollegeachtige lezingen over grote onderwerpen.Het heette al snel ‘authentiek’ en leek meer te hebben van deUyliaanse VU-stijl dan van de sfeer van SER-compromissen waarinzijn voorgangers zij veelal hadden geuit.

Na een achtbaan-kabinet met de erflaters van professor Pim gingBalkenende echt regeren in voorjaar 2003. Nederland had eigenlijk 4jaar lang een beleid ‘time out’ gekend. In de Nacht van Wiegel(18/19 mei 1999) was de paarse coalitie van PvdA, VVD en D66 als een nachtkaars uitgegaan. Zo was ook de ‘hbo-fraude’ kwestieminister Hermans (OCW) in die periode uit de handen gegleden. Derecessie na de dotcom-implosie en de schokken in cultuur eneconomie van 11 september 2001 overrompelden de lijdzame ensprakeloze Haagse politiek zo leek het. Regeren deed Kok-IInauwelijks, een feit dat naar de buitenwacht afgedekt bleef door deOranjejubel rond ‘de blijde inkomste’ van prinses Maxima als nieuwester aan het royalty firmament en door het nodeloos aanjagen van deoververhitte economie door belastingverlagingen.

Controverse en regie

Balkenende’s tweede kabinet schoot daarom begin 2003 uitde startblokken. Ook op HO- en kennisterrein. De inrichting van eenInnovatieplatform en de toewijzing van extra aardgasbaten aan dekennisinfrastructuur en R&D waren voor Nederland ongekendestappen. Zouden wij kunnen wat Finnen, Canadezen of Koreanen ookpresteerden? Premier Balkenende werd zelf de IP-voorzitter enhaalde de top van de kenniswereld om zich heen daarbinnen, mensenals Douwe Breimer, Frans van Vught, Jeroen van der Veer, FransLeijnse en een jonge IT start up manager uit hetzelfde Zeeuwse dorpals de MP zelf, Jan Kees de Jager.

Controverses konden niet uitblijven bij zoveel daadkracht na jarenvan stagnatie. HO-bewindsvrouwe Annette Nijs (VVD) bleekonhoudbaar, bijvoorbeeld, door de afstand die zij zich veroorloofdetot de mores van de polder en ‘het apparaat’ van OCW en Den Haag.Dat ze dat deed, was nog tot daaraan toe, maar dat ze dit zelf nietleek te beseffen, deed haar de das om. Het was wel de kans voorUnilever hrm-manager Mark Rutte om door te stoten naar detop.

Opvallend was dat de premier in zulke situaties zich niet gek lietmaken door oproepen of verwijten, dat hij ‘meer regie’ moest nemen.Hij liet coalitiepartners bijvoorkeur hun eigen sores oplossen, ofhet nu Nijs of -later- Vogelaar betrof. Hierin bleek Balkenende eenklassiekere MP, uit de jaren van Drees-Romme coalities of ietsdergelijks, dan een meer ‘presidentiele’ aanvoerder volgens hetmodel Lubbers-Kok. De instabiliteit van vandaag bleek alleen nietgeholpen door die hands off benaderingen niet alleen Nijsviel, maar ook de kabinetten Balkenende I, II en IV haalden deeindstreep niet ongeschonden.

Nieuwe accenten

Het kennisbeleid kreeg in de kabinetten II tot en met IVdesondanks nieuwe impulsen voor een langere termijn strategie, diehet sinds de jaren tachtig had ontbeerd, zoals ook Sijbolt Noordarecent in het VSNU-cafe betoogde tegenover Cees Veerman. Ondanks de’fraudezaak’ en ‘Schutte’ werd het hbo aangemoedigd zich tedifferentieren en fors te blijven groeien. De stimulering vanbeta-technische opleidingen, studiekeuzes en maatschappelijkeaandacht werd een ook internationaal geprezen succes. Barroso noemtJetNet als een voorbeeld ervan voor heel Europa, bijvoorbeeld. Ookandere nieuwe accenten gaven de kennisstrategie van Balkenende’s IPkleur en drive: de ‘ontdekking’ van de creatieve industrie, nadrukop de lifesciences, genomics, excellentie en variëteit in het hogeronderwijs, het oppoetsen van oude reclameborden als ‘water’ en’food’.

De economie herstelde flink dankzij de wereldhandel en dat werdzichtbaar in de exploderende grondstoffenprijzen. Dit gaf diestrategie vleugels, want de extra aardgasbaten stroomden binnen enkonden ingezet worden voor een reeks van stimulansen voor de’kenniseconomie’. OCW verloor vrijsnel greep hierop, omdat het IPin de beeldvorming vooral van Balkenende zelf werd en inhoudelijkgetrokken werd door leden ervan als Wijffels, Rinnooy Kan enSistermans.

Ook hier was de klassieke hands off regie van de MPmerkbaar. Het kennisbeleid werd verder door minister Maria van derHoeven behartigd en deze ambitieuze partijgenote wilde de premierwaakzaam te vriend houden. Dat bleef zo toen zij naar EZ verhuisdeen OCW zo nog minder greep overhield op de strategie voor het eigenbeleidsterrein. De nieuwe OCW-minister, PvdA’er Ronald Plasterk,had weinig met beleidsstrategie, het IP en volgens sommigen ookweinig met de O van OCW. Niettemin werd een nieuw accent gezetnu.

Lehman en Hamer

Plasterks partij was namelijk in 2006 diep geschokt doorhaar nederlaag bij de Kamerverkiezing. Klassieksociaaldemocratische clientèles als de oudere docenten warenmassaalovergestoken naar de SP, die 25 zetels haalde. Het doorpartijleider Wouter Bos eerder veelal beschimpte IP bood hieruitkomst. Uit die kring klonk al langer de roep om modernisering enherstel van kwaliteit van het leraarschap als professie. IP-lid enSER-voorzitter Rinnooy Kan maakte met een brede commissie hetrapport ‘Leerkracht’, dat pleitte voor financiele incentives enloopbaan- en kennisvernieuwingen voor docenten. Dat geld moest erdus komen. Met een lange termijn salarisverhoging van 1,1 miljardkonden de leraren ervan overtuigd worden hun electorale ontrouwbeloond werd. Echte hervormingen in de professie bleven achterwege,op enkele kleinere initiatieven als de academische Pabo eneducatieve minoren na.

Toen langs deze route in 2007-2008 het stoom er wel wat uit leekte raken – en ook de KIA van het IP ondanks hoogconjunctuur nietecht ingevuld werd met lange termijn investeringen – kreegBalkenende er een onverwachte bondgenoot bij. Interne spanningen inde PvdA leidden tot het vertrek van fractieleider Tichelaar en dekomst van HO-specialist Mariette Hamer op zijn post. Zij was nietgecharmeerd van de afhoudende opstelling van haar geestverwantenBos en Plasterk op het punt van investeringen in onderwijs enonderzoek. De crisis na de subprimes en Lehman Brotherswerd Hamers kans.

Een erg mooie motie

In een jaar – van Prinsjesdag 2008, de dag van de val vanLehman tot het APB-debat na Prinsjesdag 2009 – werd dekennisstrategie omgegooid en nieuw leven ingeblazen in een curieuzecoalitie Balkenende-Hamer binnen de coalitie CDA-PvdA. De premierbegreep dat hij de noodzakelijke, pijnlijke ingrepen in destaatsuitgaven alleen erdoor zou krijgen als hij op een puntdynamisch investeringsbeleid ‘tegen de crisis’ zou inzetten. Datwas op Hamers terrein,zoals ook Obama, Merkel, Sarkozy, Korea enFinland deden. De ‘kenniswerkersregeling’ om R&D talent door decrisis heen te slepen en de ‘Top 5 in 2020’ ambitie werden de meestopvallende signalen hiervan.   

Toen de motie-Hamer over de Top 5 ambitie in de nachtelijkestemmingen na de APB van 2009 unaniem was aanvaard, was er eenminister woedend. Wouter Bos. Die had door dat die curieuzealliantie hem schaakmat had gezet. Tegen ScienceGuide zei hij: “Ja,een erg mooie motie is het. We zullen wel zien. Voorlopig zal er oponderwijs wel niet bezuinigd worden, dat is al heel wat.” Vaninvesteren op weg naar de wereldtop in 2020 wilde hij nog nietspreken. “Geen ombuigingen is al heel mooi, zou ik zeggen.”

Corpslied

De verkiezingsprogramma’s voor 9 juni 2010 zijn tegendeze achtergrond een opmerkelijke validering van Balkenende’serfenis als ‘kennispremier’. Nog nooit had het CPB het nodiggevonden de lange termijn impact van de plannen voor dekenniseconomie door te rekenen, met een zwaar accent op de daartoenoodzakelijke investeringen en beleidsingrepen op het terrein vanonderzoek en onderwijs. Nu deden de rekenmeesters dit wel. Nognooit was er een live tv-debat over de kennisambities van Nederlandgehouden aan de vooravond van een Kamerverkiezing. Nu wel. Nognooit had elke serieuze partij het accent op en meer geld voorkennis als wapen tegen de crisis centraal gesteld. Nu wel. En inbrede kring werd nu de omvorming van het IP in een zware ‘kennis-en innovatieraad’ a la Finland of Singapore bepleit.

Elke politieke carriere eindigt in een schipbreuk, zei Charles deGaulle eens. Jan Peter Balkenende leek dat te beseffen toen hijvorige week het meest relaxed was voor de camera’s: bij hetluidkeels zingen van het clublied van zijn VU-dispuut Pascal. Hethad iets van nostalgie naar een ongecompliceerdere tijd in eenhoger onderwijs dat je de wereld buiten Zeeland gunt. Als in eenkabinet-Rutte het CDA het IP-lid, verkiezingsprogramma-schrijver en’externe 20 bezuinigingscommissies adviseur’ Rene Smit nu eensminister maakte, dan kan Jan Peter Balkenende collegevoorzitterworden van zijn VU. Het is hem, de Vrije Universiteit en Amsterdamgegund.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK