Topinformatica in Nederland
De Nederlandse universiteiten moeten die hoge positie het komendedecennium kunnen handhaven, want ook onder de jongere onderzoekersschuilt het nodige toptalent. Dit concludeert een internationaleevaluatiecommissie die het afgelopen najaar hetinformaticaonderzoek aan negen Nederlandse universiteiten heeftonderzocht.
De evaluatiecommissie beoordeelde het informaticaonderzoek opvier criteria: kwaliteit, productiviteit, relevantie enhaalbaarheid. Bij alle universiteiten zag de commissie sterk bewijsvoor excellent onderzoek. De onderzoeksgroepen zijn succesvol inhet aantrekken van toptalent uit binnen- en buitenland. Dekwaliteit van de wetenschappelijke publicaties stijgt en zo ook degehele impact van het onderzoek. Verscheidene hoogleraren horen methun publicaties bij de internationaal meest geciteerdewetenschappers binnen het vakgebied. De mate van externefinanciering van het onderzoek neemt toe, vooral als gevolg van eentoenemende samenwerking met het bedrijfsleven.
Aanbevelingen
Naast lovende woorden, opmerkingen en aanbevelingen per groep enper universiteit, levert de commissie ook commentaar van algemeneaard. Zo vindt zij het verkeerd dat de informatica voor haarfinanciering bij NWO in het gebied Exacte Wetenschappen moetwedijveren met wiskunde en astronomie, disciplines die op grond vanheel andere criteria worden beoordeeld.
De universiteiten zelf behoren bij haar financieringsbesluitenminder naar studentenaantallen en meer naar het strategischelangetermijnbelang van de informatica te kijken, aldus deevaluatiecommissie. Omdat onderzoekbeleid in hoge mate samenvaltmet personeelsbeleid, betreffen veel van de aanbevelingen de wijzevan werven en aanstellen van stafleden. De commissie bepleit ondermeer grotere uniformiteit rond tijdelijke en vaste posities,invoering van het promotierecht voor universitair docenten enuniversitair hoofddocenten, en vergroting van het aandeelvrouwelijke onderzoekers.
Al het publiek gefinancierde onderzoek in Nederland wordt eensper zes jaar – aan de hand van het Standard Evaluation Protocolopgesteld door NWO, KNAW en VSNU – geëvalueerd door eeninternationale en onafhankelijke commissie. De commissie stondonder leiding van Willy Zwaenepoel, hoogleraar en decaan van defaculteit Informatica van de Ecole Polytechnique Fédérale deLausanne.