‘Een soort jongensdroom’

Nieuws | de redactie
6 juli 2010 | Na 7 jaar Stenden stapt hij over van het intellectuele HO naar de emoties van het voetbal. Robert Veenstra vertelt over hoogte- en dieptepunten. “Barack Obama zei tegen mij: u bent jong voor een universiteitspresident. Ik antwoordde: En u bent jong voor een presidentskandidaat.”

Problemen bloot leggen

In 2003 kwam Robert Veenstra binnen bij Stenden als lid van hetCollege van Bestuur van wat toen nog de Christelijke HogeschoolNederland (CHN) heette. Het was geen makkelijk begin. “Ik werdbinnengehaald als lid van het CvB in een tijd dat de CHN deaccreditatie van SPH verloor en er financieel heel beroerdvoorstond. Daardoor kwam ik in een squeeze terecht.”

“Ik moest mijn rol vinden tussen 2 collega’s onder wier regie deproblematiek van de CHN was ontstaan en tegelijkertijd aan hetpersoneel gaan uitleggen dat er financiële problemen waren. Ikdacht dat ik als 39-jarige een mooie vervolgstap in mijn carrièreging maken, maar als je als dan als jongste hogeschoolbestuurdervan Nederland binnenkomt en de problemen bloot moet gaan leggen,dan is dat nooit leuk.”

Bij het vinden van de weg omhoog koos CHN onder Veenstra voor eenfusie met hogeschool Drenthe en – als enige hogeronderwijsinstelling in Nederland – voor de opening van vestigingenin het buitenland. “Stenden had door een aantal internationaalgeoriënteerde opleidingen veel verbindingen met het buitenland,denk aan de hogere hotelschool. De CHN had op dat moment ongeveer4500 studenten. In de herbezinning constateerden we dat veel groeiin Nederland er niet inzat met alle concollega’s. De opening vanvestigingen kwam deels voort uit vragen vanuit het werkveld, maarook uit een eigen wens om minder afhankelijk te zijn van deteruglopende bekostiging in Nederland.”

Geen lucky shots

Zo kon hogeschool Stenden vestigingen openen in Thailand, Bali,Zuid-Afrika, Qatar en binnenkort als universiteit in Berlijn.Waarom juist op die plaatsen? “Het zijn geen lucky shots.Bij de keuze van de plekken hebben we altijd goede analyses gemaaktvan de omgeving, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dieplekken ook zijn voortgevloeid uit contacten die we al hadden. Wehebben gezegd dat we op ieder continent aanwezig willen zijn, duswe hebben nog wat te doen.” 

Op zijn reizen voor Stenden kwam Robert Veenstra over de helewereld en sprak hij met staatslieden als Bill Clinton, BarackObama, Thabo Mbeki en Nelson Mandela. Over zijn gesprek met Obamapubliceerde hij op ScienceGuide. Hoe hebben zulkeontmoetingen de hogeschool geholpen? “Het is altijd goed omcontacten te hebben. Als je ontmoetingen hebben met mensen alsNelson Mandela, dan gaan deuren voor je open die anders geslotenblijven. Ook verhoogt het het aanzien van de hogeschool. Alsbeleidsbeslissers in Zuid-Afrika weten dat je met Thabo Mbeki hebtgedineerd, dan lopen de gesprekken net iets gemakkelijker.”

Deze zomer stapt Robert Veenstra over naar de Friesevoetbalclub sc Heerenveen. Hij was met de club in gesprekover een positie in de Raad van Commissarissen en had nietgesolliciteerd naar de positie van directeur. Maar een recruitervan Randstad belde hem op en zei: “Volgens mij ben jij de kandidaatdie het moet worden.” Hoewel Veenstra nog niet van plan was tevertrekken, wilde hij deze kans na 7 jaar Stenden niet latenliggen. “Het is toch een soort jongensdroom.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK