Druk op ketel bij INHolland

Nieuws | de redactie
30 augustus 2010 | Inholland heeft met succes haar 'verbeterprogramma 2008-2010' afgerond, zo maakte CvB-voorzitter Geert Dales bij de jaaropening bekend. Zowel in kwantiteit als kwaliteit is er winst geboekt. “Permanente aandacht is geboden”, waarschuwt Dales niettemin. “Het onderzoek van de Commissie-Leers zal daarbij een grote rol spelen.” Ook lichtte Joke Snippe het nieuwe instellingsplan van Inholland toe en maakte zij zich bijna boos op Cees Veerman.

Gevraagd naar de Commissie- Leers over mogelijke misstanden bijdiplomaverstrekking wilde Dales bij de opening van het nieuwecollegejaar slechts kwijt dat het rapport een paar weken vertragingheeft opgelopen. “We willen de commissie niet voor de voeten lopen.Aanvankelijk zou het rapport eind augustus klaar liggen, maar decommissie is nog bezig met het voeren van de laatste gesprekken.”Naar alle verwachting presenteert Leers zijn onderzoek over tweeweken.

Instellingsplan 2010-2016

Om de start van een nieuwe fase te markeren presenteerdede hogeschool bij de jaaropening in Rotterdam wel alvast haarnieuwe Instellingsplan 2010-2016 ‘Professioneel maatwerk’. CvB-lid Joke Snippe verklaarde dat er driefocuspunten in zijn opgenomen. Zo zal de hogeschool zich meer gaantoeleggen op LevenLangLeren, zal gestreefd blijven worden naar eenverhoging van de kwaliteit van Inholland en komt er meer aandachtvoor het didactisch reveil.

“Er wordt nu nog te weinig nagedacht over hoe het onderwijs eruitziet”, zo lichtte Snippe de keuze voor het laatste focuspunt toe.”We moeten nieuwe vormen ontdekken en daarbij ook gebruik maken van en rekening houden met digitalisering.” Daarnaast wilInholland als eerste hoger onderwijsinstelling  doorperiodieke certificering en aanleg van een docentenregister devakbekwaamheid van docenten garanderen.

Nieuwe vormen, nieuwe samenwerking

Ook bij de totstandkoming van het Instellingsplan zijn’nieuwe vormen’ gebruikt en maakte de hogeschool gebruik van nieuwemogelijkheden van digitalisering. Zo kon via een openbare wikiiedereen meeschrijven aan het Instellingsplan. Snippe: “We wildenzoveel mogelijk betrokkenheid vanuit de organisatie bij het plangeneren. Een kernteam van medewerkers, docenten, lectoren endirecteuren hebben daarom vele discussiebijeenkomsten georganiseerdverspreid over de hele organisatie. Ook studenten hebben via eenprijsvraag geholpen bij de totstandkoming.”

Snippe gaf aan dat een dergelijke onderlinge samenwerking naast dedrie focuspunten een belangrijk speerpunt is de komende jaren. “Wemoeten als hogeschool beter leren samenwerken. Met elkaar, inteams, op afstand, maar ook in de directe nabijheid.”

Boos op Veerman

Behalve het Instellingsplan wilde Snippe even ietsrechtzetten. Veermans opmerking bij de jaarrede bij de HAN over verspilling in het hbowaarbij hij zei “er zijn bij de Hogeschool INHolland 600 minoren,zo begreep ik. Daar kan toch geen student uit kiezen?”, had Snippevol verbazing gelezen.

“Dit is dus echt grote flauwekul. Studenten kunnen bij ons kiezenuit 93 algemene minors plus daarbij de per opleiding enkeleverdiepende minoren. 600? Wat een idioot verhaal. Je moet je somswel even verdiepen in de materie als je zoiets roept. Ik zou mijhier bijna boos om maken.”

Kwantiteit volgt kwaliteit

Het nieuwe instellingsplan is de opvolger van hetverander- en verbeterprogramma ‘De Tweede fase van INHolland'(2008-2010) waarin de hogeschool flink heeft ingezet opstudenttevredenheid. Dat loont, zo blijkt uit nieuwe SOT- eninstroomcijfers. Studenten weten INHolland weer massaal te vindenna jaren van teruglopende belangstelling. De bijna 13.000inschrijvingen in het studiejaar 2009-2010 betekenden een groei van23% ten opzichte van het jaar daarvoor en deze trend heeft zichvoor het komende studiejaar voortgezet.

Geert Dales is tevreden met de bereikte resultaten, maarwaarschuwt voor zelfgenoegzaamheid. “Uiteraard is het fantastischdat INHolland na de magere jaren nu weer staat als een huis. Datstudenten ons weer in groten getale weten te vinden en mooie scoresgeven, is het beste bewijs voor herstel van kwaliteit envertrouwen.”

“Maar tevreden achteroverleunen is er niet bij”, vervolgt Dales.”De recente berichtgeving over mogelijke misstanden bijdiplomaverstrekking aan studenten Media & EntertainmentManagement in Haarlem laat zien dat we nog steeds kwetsbaar zijnvoor discussie over onze kwaliteit. Die moet boven iedere twijfelverheven zijn. Permanente aandacht is geboden. Het onderzoek van deCommissie-Leers zal daarbij een grote rol spelen. Het zet druk opde ketel. Wat er ook uitkomt, we kunnen er alleen maar van leren ener beter van worden.”

Kwetsbare kwaliteit

Al sinds de eerste fase van INHolland (na de fusie in2002 van vier hogescholen) lagen ‘kwaliteit en vertrouwen’ onderdruk. Deze eerste fase stond in het teken van de introductie vanhet competentiegerichte onderwijs en de major-minor structuur. Desnelle opeenvolging van grote veranderingen, na een ingrijpendfusieproces, had nadelige gevolgen voor het behoud en de verdereverbetering van kwaliteit. Dat schaadde INHollands reputatie enzorgde voor een flink verlies in studentenaantallen.

In 2007 en 2008 leidde een intensieve probleemanalyse entoekomstverkenning tot een breed gedragen verbeterprogramma. Deze’Bestuurlijke Agenda: de Tweede Fase van INHolland’ bevatte 48actiepunten die INHolland in twee jaar tijd terug moesten brengenin de voorhoede van de hogescholen in Nederland. Motto van hetveranderproces was: ‘kwantiteit volgt kwaliteit’.

Tevredenheid stijgt

Medio 2010 waren alle punten gerealiseerd, enkele maandeneerder dan verwacht. Dit leidde tot een sterke verbetering van deresultaten op de periodieke accreditaties van opleidingen. Doormiddel van tal van maatregelen versterkte INHolland de binding vanstudenten met de opleiding en wist de instelling studenten meerstructuur en begeleiding te bieden.

Als eerste hogeschool startte INHolland in 2008 metintake-gesprekken voor nieuwe studenten. In 2009 had INHolland deprimeur van het ‘INHolland-convenant’ dat door alle eerstejaarswordt ondertekend. Dat de veranderingen aansloegen bij de studentenbleek uit een substantiële verbetering van de scores op hetjaarlijkse studenttevredenheidsonderzoek (STO). Het STO van 2009liet op 81 van de 86 indicatoren een, dikwijls sterke, verbeteringvan de scores van 2007 zien.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK