De inspirator van het nieuwe Kennisministerie

Ironische Queen
Waarom en hoe maakte Mandelson van zijn superministerie voorBusiness, Innovation and Skills een succes? Voor MaximeVerhagen en Mark Rutte zijn de juicy
Mandelson had als Eurocommissaris voor handelsbetrekkingen devele wonden kunnen helen die hij had opgelopen als de gevreesdemanipulator achter de schermen van Downing Street 10. Als ministeronder Blair werd hij liefst twee keer -op verschillende posten- tenval gebracht vanwege schandaaltjes, waarmee vijanden uit het kampvan Gordon Brown hem deden struikelen. Niettemin kon ook Brown nietzonder Mandelsons vernuft aan zijn zijde, toen hij eindelijk zelfpremier was geworden. En dus werd deze uit Brussel weggelokt en inde adelstand verheven. Vanwege zijn veel beroddelde relatie met eenjonge Braziliaanse wetenschapper gaf de tabloidpers Mandelsonprompt de bijnaam Lord Rumba of Rio.
Markten beter doen werken
Hij wilde op zijn Britse ‘Ministerie van Bijna Alles’ – de naamdie VN nu al geeft aan het nieuwe EZ – “a broader, strategicindustrial activism” genereren. “We needed interlocking policies toensure the investment essential to building a modern economycapable of competing on a world scale.” Mandelson beschrijft inzijn memoires de visie achter zijn beleid en dit ministerie. Detaak van de centrale overheid is het te helpen op die terreinenwaar bedrijven en technologische centra het voortouw niet kunnen ofwillen nemen, omdat “market signals or incentives were not strongenough.” Tegen de eerst sceptische ex-premier Blair zei hijhierover: “This is about making markets work better, not replacingthem.” De CBI, de Britse VNO/NCW, drong ook aan op zo’n “agenda anda stronger role for government.”
De beleidsterreinen die Lord Mandelson zijn grote ministerie alstopprioriteiten gaf, waren: “the transition to low carbon;high-calibre research; the commercialisation of inventions andinnovations; training and skills programmes to create a worldclassworkforce and infrastructure improvements to underpin a competitiveeconomy.” Wat hij niet wilde doen was de oude vorm vanindustriepolitiek hervatten: “the old Labour practice of ‘pickingwinners’, which had ended up more often than not with loserspicking government.” (blz 456-57)
Punt van aandacht voor premier Rutte
Mandelsons ‘ministerie van bijna alles’ kreeg daartoezeggenschap over het klassieke EZ-gebied, met daar bovenop hethoger onderwijs- en onderzoekbeleid, levenlangleren enberoepsonderwijs, technologie en innovatiebeleid en strategischeplanningstaken rond milieu, energie en infra-ontwikkeling. Als LordPresident of the Council fungeerde Mandelson bovendien als de factovice-premier onder Gordon Brown, annex voorzitter van hetInnovatieplatform en de Zeshoek tegelijk.
Zou een kabinet Rutte zo’n krachtig, strategische gerichtministerie voor “building a modern economy capable of competing ona world scale”, dan heeft de premier in spe nog wel een lastig puntvan aandacht. Zijn politieke inspirator David Cameron heeft hetdepartement van Mandelson onmiddellijk ontmanteld bij de vormingvan zijn eigen kabinet van Conservatives en Liberals.
