Kennismonitor 2010: Top 5 komt niet vanzelf
Met een dienstensector die bijna vijfenzeventig procent van onsbruto binnenlands product uitmaakt, kunnen we stellen dat Nederlandanno 2010 een volwassen kenniseconomie is. Kennis is de input- ende outputfactor waar Nederland het verschil mee moet én kanmaken.
Maar de kenniseconomie maakt van Nederland en van Nederlanders nietzonder meer winnaars. Hebben laagopgeleiden wel een boodschap aande kenniseconomie? Hoe overleven we de versnelling in devergrijzing die voor de deur staat? Willen we open toegang totkennis die we produceren, of doen we alles op slot? Hoe gaan we ommet regio’s die eerder leeglopen dan groeien? Wie zijn over tienjaar onze concurrenten?
Concurrentie komt steeds vaker uit het Verre Oosten. Al tegemakkelijk zijn we er de afgelopen jaren vanuit gegaan dat landenals China en India geen directe concurrenten zijn. Ondertussen ishet aantal studenten op Chinese universiteiten in tien jaarvervijfvoudigd.
Met de Kenniseconomie Monitor van 2010 wil Kennisland laten zienhoe we ervoor staan in internationaal perspectief. De focus blijftonveranderd. We moeten investeren in onderwijs, zorgen voor eenbetere infrastructuur, werken aan een slimmere overheid, innovatie,onderzoek en ondernemerschap stimuleren.
Iedereen kent de statistieken. Daarom wil Kennisland vooral dediscussie aangaan over vijf maatschappelijke tegenstellingen die,met de transitie naar de kennissamenleving, de komende jaren alleennog maar meer pregnant zullen worden. Tegenstellingen dievoortkomen uit langetermijntrends. Tegenstellingen waar we alsNederland een antwoord op moeten vinden als we voor iedereen eensterk kennisland willen zijn. Tegenstellingen die, als we nietsdoen, de ontwikkeling van een gezonde kennissamenleving in de wegkunnen staan.
Programma en aanmeldknop voor de presentatie op 1 oktober vindtu hier.
