Talentlek kost stad miljarden
‘Alle ingrediënten zijn aanwezig, alleen het slim verbinden moetnog.’ Dit
Talentlek
Ester stelt dat Rotterdam voor een dubbele uitdaging staat. Inde komende jaren wil de stad meer hoger opgeleiden aan zich bindenen een snellere doorstroming op de arbeidsmarkt bewerkstelligen. Opdit moment is het zo dat er een verdringingseffect optreedt op dearbeidsmarkt. 4 op de 10 banen bedoelt voor lager opgeleiden wordeningevuld door werknemers met een middelbaar- of hogeronderwijsniveau. Hierdoor heeft Rotterdam een groot onderbenutreservoir aan talent. Dit ‘talentlek’ kost Rotterdam 5,5 miljardeuro in de komende 10 jaar, en 12 miljard in de komende 25 jaar.Ester: “Er moet meer trek in de Rotterdamse schoorsteen komen.”
“Rotterdam doet het noch goed aan de onderkant, noch aan debovenkant van de arbeidsmarkt,” aldus Ester. Het lukt Rotterdamniet goed om hoog opgeleid talent vast te houden. Veelafgestudeerden verlaten de stad en dit is niet goed voor deaantrekkelijkheid van Rotterdam. Ester verwijst hierbij naarRichard Florida’s ‘The rise of the creative class’. Stedenmet veel hoger opgeleiden en creatief talent zijn over het algemeenaantrekkelijker om in te wonen en te werken. ‘Human creativity isthe ultimate economic resource,’ zei
De ‘HRM-muurtjes’ moeten om
Peter Ester wil de stad dan ook radicaal herpositioneren als’Rotterdam Carrièrestad’: jong, hoog opgeleid talent krijgt eenuniek baanaanbod. In de eerste vijf jaar van hun loopbaan gaan depas afgestudeerden aan de slag bij vier à vijf werkgevers.Werkgevers vormen in dit model allianties dwars door sectoren enbieden het jong talent een overkoepelende arbeidsovereenkomst. Ditbiedt werkgevers flexibiliteit en werknemers zekerheid, ook wel’flexicurity’ genoemd. Dit model is een juiste mix van uitdaging,zekerheid en perspectief.”
Ester wil op deze manier een talentpool creëren waarin sprake isvan permanente competentieontwikkeling en toetsing. “Voor jongerenis het een verleidelijk loopbaanperspectief omdat je al werkende jevoorkeuren aanscherpt en ontdekt ‘waar ben ik nu goed in’. Ditvraagt wel interorganisationeel om goede coaching en begeleiding enja, dan moeten de ‘HRM-muurtjes’ wel om.”
De locaties waar de jongeren aan de slag gaan hoeven niet per sefysiek in Rotterdam te liggen. “In tegendeel”, vervolgt Ester. “Hetzou juist heel goed zijn als minimaal één van die baneninternationaal is. Zo leert jong talent vanuit een Rotterdamsbedrijf te denken in internationaal perspectief en zulke mensen hebje als stad hard nodig.”
Door het grotere aanbod aan banen voor hoger opgeleiden ontstaater meer ruimte aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor lageropgeleid talent. “Het is echt een win-win situatie,” aldusEster.
Niet sterven in schoonheid
Het nieuwe model van Ester vraagt om een daadkrachtige coalitievan het bedrijfsleven, de gemeente en onderwijsinstellingen. “Jemoet bij zo’n nieuw model uitkijken voor het fenomeen ‘sterven inschoonheid’.” Ester is dan ook blij met het commitment van degemeente, de Hogeschool Rotterdam en enkele grote bedrijven,waaronder het Havenbedrijf. Lector Henk de Bruijn, tevens directeurcorporate strategy van het Havenbedrijf Rotterdam isovertuigd van de noodzaak van het nieuwe arbeidsmarktmodel. “Weinvesteren miljarden in fysieke infrastructuur maar veel te weinigin sociale infrastructuur. We verliezen zo de slag om talent en datkunnen we ons niet veroorloven.”
U bestelt de publicatie van de Openbare Les van PeterEster
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap