Inspectie kijkt verder bij Inholland

Vervolg onderzoek HogeschoolInholland
Rol College van Bestuur
Het College van Bestuur heeft aangegeven tot eind mei 2010 nietop de hoogte te zijn geweest van het alternatieve afstudeertrajectvoor langstuderenden bij de opleiding MEM. Op 30 september werdtijdens een spoeddebat in de Tweede Kamer de vraag gesteld of hetCollege van Bestuur mogelijk eerder op de hoogte was dan op 21 mei2010, de datum die in het rapport van de commissie Leers wordtgenoemd. Documenten uit 2009 zouden daar op duiden. De inspectiegaat na of dit zo is. Ook is een vraag of het College van Bestuurkrachtig genoeg is opgetreden toen het eenmaal wel op de hoogtewas.
Twee andere opleidingen met alternatieveafstudeertrajecten
Het College van Bestuur van Hogeschool Inholland heeft aan deinspectie aangegeven dat bij de opleidingen Commerciële Economie(CE) en Vrijetijdsmanagement (VTM) ook sprake is van alternatieveafstudeertrajecten. Voor de eerstgenoemde opleiding was diteenmalig. Aan de inspectie is gevraagd deze trajecten teonderzoeken. Daarnaast zal de inspectie nog nader te selecterenandere opleidingen van Inholland onderzoeken om na te gaan of degeconstateerde problemen bij MEM tot die opleiding beperktblijven.
Vijf aandachtsgebieden
Bij Hogeschool Inholland zal het vervolgtraject de volgende vijfaandachtsgebieden omvatten.
1. Niveau afgestudeerden. Het niveauvan afgestudeerden wordt beoordeeld bij de opleiding MEM en bijenkele nog te selecteren opleidingen, waaronder de opleidingenCommerciële Economie en Vrijetijdsmanagement. Dat zal onder regievan de inspectie gebeuren, in samenwerking met de NVAO.
2. Naleving WHW. Aan de hand van eenselectie van opleidingen wordt vastgesteld of de WHW en de eigenonderwijs- en examenregeling worden nageleefd binnen de instelling.De vraag wordt beantwoord of er onterecht getuigschriften zijnuitgereikt.
3. Bekostiging. Het onderzoek zal tenaanzien van de geselecteerde opleidingen antwoord geven op de vraagof en in welke mate sprake is van niet rechtmatig verkregenbekostiging. De rapportage vormt de basis voor de beslissing omeventueel ten onrechte ontvangen overheidsbekostiging terug tevorderen.
4. Governance. De sturing door hetCollege van Bestuur (in het bijzonder na 21 mei 2010), de internekwaliteitszorg, de medezeggenschap en de werking van het internetoezicht, waaronder de rol van de Raad van Toezicht, worden tenaanzien van voorgaande onderwerpen in kaart gebracht.
5. Verbeterplan. De realisatie van demaatregelen van het College van Bestuur die in het verbeterplanworden beschreven zal de inspectie monitoren.
Rapportage
In april 2011 wordt zowel over de uitkomsten van het landelijkeverdiepingsonderzoek als over het toezicht op Hogeschool Inhollandgerapporteerd.
