OCW waarschuwt zijn bewindslieden

Nieuws | de redactie
27 oktober 2010 | Ambtelijk OCW heeft zijn nieuwe bewindslieden boeiende waarschuwingen en voldongen feiten gepresenteerd. Van een overschrijding à €4,1 miljard tot een ‘Uitwerkingsagenda’ voor het rapport-Veerman, al vast met de koepelbureau's opgesteld.

Uit het overdrachtsdossier voor de bewindslieden leest u hier 10opvallende passages: de uitwerking van Veerman; durefixus-afschaffing; hoe verder met de lectoren?; kritiek opmacrodoelmatigheid; perverse bekostiging; Europa ligt gevoelig;Unesco onder vuur; versnippering NWO en KNAW; €420 mln voorvrouwen; en ITER-gaten. 

Het volledige document vindt u hier.

1] De uitwerking van Veerman

“In de demissionaire periode is door de overheid samenmet de VSNU, de HBO-raad, het ISO en de LSVb verder gewerkt aan dethema’s uit het rapport Veerman. Ambtelijk wordt gewerkt aan eenUitwerkingsagenda. In deze Uitwerkingsagenda, die in de eerstehelft van oktober gereed is, wordt:

· een voorstel opgenomen voor de beleidsdoelen voor de komendekabinetsperiode

· de voortgang in het denken geschetst (gemeenschappelijkeinzichten, verschillen van opvatting over de Veerman-thema’s)en

· een voorstel gedaan voor korte- en langere-termijnstappen.

Uitvoering geven aan ‘Veerman’ betekent dat voor een meerjarigeaanpak moet worden gekozen. De Uitwerkingsagenda Veerman wordt eenambtelijke notitie van OCW en de bureaus van VSNU, HBO-raad, ISO enLSVb.”

2] Het gevaar van het eind aan de fixus

Directe afschaffing van de numerusfixus zonder meer zou zeer ingrijpende gevolgen hebben voor dekwaliteit van het geneeskundeonderwijs. Bovendien zijn definanciële gevolgen groot. De kosten van afschaffing lopen in denieuwe kabinetsperiode op van 46 mln. in 2011 tot 211,6 mln. in2016. Daarnaast zijn er na daadwerkelijke afschaffing nog deherkansers en gegadigden, die blijvend waren uitgeloot en weernieuwe kansen willen benutten.

Hoe verder

VWS en OCW zullen voortvarend verder moeten werken aan eenbeleidsreactie op het advies van de RVZ. Afschaffing van de numerusfixus bij de basisartsopleiding zal daarbij dus maar een beperktebijdrage kunnen leveren aan de oplossing van de genoemde problemen.Voor de korte termijn kan (ondersteunend) worden gedacht aanmanieren om de instroom geleidelijk uit te breiden (zoals verhogingvan de instroom in 2011 met 250 plaatsen of geleidelijkeprocentuele ophoging van de fixus).

Oplossing van het probleem vereist stappen in het hele medischeopleidingsstelsel ook wat betreft de structuur en de instroom in devervolgopleidingen. Meer specifiek (verantwoordelijkheid hiervoorligt bij Beroepsgroep/VWS) bij de opleiding tot medisch specialisten huisarts. Dat is de richting die ook het hoger onderwijsveldaangeeft, met name de Nederlandse Federatie van UniversitairMedische Centra (NFU).

Wat selectie en loting bij geneeskunde betreft liggen er werkbarevoorstellen bij de Tweede Kamer. Die voorstellen hebben draagvlakin het hoger onderwijsveld. Van belang hierbij is tevens hetwetsvoorstel ‘ruim baan voor talent’. Dit voorstel verruimt demogelijkheid om te selecteren aan de poort bijnumerus-fixusopleidingen (decentrale toelating) tot 100%. Ook hetrapport van de RVZ pleit voor verruiming van decentrale toelatingtot 100%. Zo kan loting bij geneeskunde naar de achtergrond wordengedrongen. De Tweede Kamer heeft dit wetsvoorstel controversieelverklaard.

Verder worden voorstellen overwogen om kandidaten onbeperkt aan deloting te laten meedoen, in plaats van de huidige drie kansen. Decommissie Veerman tenslotte stelt voor om in principe elkeinstelling het recht te geven te selecteren, niet alleen nadat destudent binnen is, maar ook aan de poort.”

3] Hoe verder met de lectoren?

“Het overheidsbeleid heeft de afgelopen jaren met succeseen aanjaagfunctie vervuld. Er is een kwaliteitsontwikkeling ingang gezet. De ontwikkeling van de kennisfunctie van hogescholen enhet praktijkgericht onderzoek door hogescholen kent een grootdraagvlak. Zo pleiten bijvoorbeeld VNO-NCW en MKB Nederland vooreen verdere ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek. Decommissie-Veerman wijst in haar advies ook op het belang van extrainvesteringen in het praktijkgericht onderzoek door hogescholen. Enbinnenkort verschijnt een advies van de Raad voorGezondheidsonderzoek, waarin ook voor deze sector de verdereontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek door hogescholen vanbelang wordt geacht.

Vervolg

De vraag is nu welk scenario gevolgd moet worden om dekennisfunctie van de hogescholen (inclusief het praktijkgerichtonderzoek) volledig tot wasdom te laten komen. Hierbij spelenvraagstukken als: moeten hogescholen vooral inzetten op verdereuitbouw van de infrastructuur (zowel menskracht als materieel) ofacquisitie van onderzoek? Is goed onderzoek een voorwaarde voorgoed onderwijs?

Veerman

De commissie-Veerman neemt ook voor de verdere ontwikkelingvan praktijkgericht onderzoek profilering als uitgangspunt. Extrainvesteringen moeten volgens de commissie selectief worden gedaanen bijdragen aan de profilering van instellingen. De samenwerkingtussen onderzoekinstituten, universiteiten en hogescholen moetworden versterkt, voor de benutting van onderzoek voor onderwijs.Om te beginnen moeten hogescholen een basisinfrastructuurontwikkelen die een bodem legt onder onderwijs en kenniscirculatie.Hogere gekwalificeerde docenten zijn een eerste vereiste.

De commissie pleit ook voor de ontwikkeling van een tweedegeldstroom voor praktijkgericht onderzoek bij hogescholen.Maatschappelijke relevantie en co-financiering vanuit hetbedrijfsleven en werkveld zijn daarbij voorwaarden voorfinanciering. Het is volgens de commissie onmogelijk en onwenselijkom bij alle hogescholen een zware onderwijsfunctie van de grond tetillen. Profilering is daarom, zoals gezegd, hetuitgangspunt.

De HBO-raad heeft met de Stichting Innovatie-Alliantie (SIA, deuitvoerder van het RAAK-programma) een sectorplan opgesteld voor deverdere ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek. Hierinwordt gepleit voor een forse investering in zowel de infrastructuurals de onderzoeksmiddelen (tweede geldstroom).”

4] Kritiek op macrodoelmatigheid

“Ondanks de bovengenoemde veranderingen in beleid en heteigen initiatief van de instellingen wordt hetmacrodoelmatigheidsbeleid regelmatig bekritiseerd. Het wordt doorde instellingen als bureaucratisch ervaren en het zou frustrerendwerken voor innovatie van het opleidingenaanbod.

Anderzijds wordt de noodzaak van macrodoelmatigheidsbeleid van deoverheid door de instellingen wel onderschreven. Vanuit de politiekwordt vooral de zorg geuit of het beleid wel voldoende tegemoetkomtaan de belangen voor de samenleving als geheel. Sluit het hogeronderwijsaanbod voldoende aan op de noden van de samenleving?

De komende periode is een nieuwe doordenking van demacrodoelmatigheid noodzakelijk, mede in het licht van het adviesvan de commissie-Veerman om te komen tot sterkereprofilering.”

5] Perverse prikkels

“De instellingsbekostiging voor onderwijs wordt vanaf2011 gebaseerd op het aantal bekostigde inschrijvingen endiploma’s, waarbij bachelor- en masteropleidingen gelijk wordenbehandeld. Ook is sprake van een onderwijsopslag die deels isgerelateerd aan bestuurlijke en beleidmatige afspraken met(groepen) instellingen. De diplomaopslag wordt daarmee per 2011fors verlaagd en is sprake een forse beperking van de financiëleperverse prikkels.

Tot en met 2010 kenden wo en hbo aparte bekostigingssystematiekenmet daarbinnen nog uiteenlopende regels; gedeeld kenmerk was eenhoge diplomaopslag, een perverse prikkel die ook in het publiekedebat over mogelijke onregelmatigheden bij Hogeschool Inholland denodige aandacht heeft gekregen. De nieuwe instellingsbekostigingkent een lagere diplomaopslag.”

6] Europa ligt ineens ‘gevoelig’

“De politieke gevoeligheid van EU-samenwerking verschiltper OCW-beleidsterrein. EU-samenwerking op onderwijsterrein ligtvaak politiek gevoelig. Er is op dit terrein veel aandacht voorverdeling van bevoegdheden tussen de lidstaten en de Unie(subsidiariteit). EU-samenwerking op cultuur- en emancipatieterreinkrijgt relatief weinig politieke aandacht.

Op onderzoeks- en audiovisueel gebied heeft de Unie meerbevoegdheden en kunnen bijvoorbeeld juridisch bindende regelsworden aangenomen. Zeker voor R&D geldt dat er aanzienlijkebudgetten beschikbaar zijn. Politieke vraag daarbij is hoeNederland het beste gepositioneerd kan worden om daar maximaal vante profiteren.

In veel opzichten is de EU te beschouwen als bestuurslaag. HoudtOCW zich afzijdig dan komen EU-initiatieven ook zonder inbreng vanOCW wel tot stand. Nodig is dat OCW zich actief opstelt en streeftnaar het mede vormgeven van de Brusselse agenda. Doel van dezeinzet is gericht op totstandbrenging van EU-beleid dat goedaansluit op het Nederlandse OCW-beleid en het voorkomen vanEU-beleid dat de Nederlandse belangen schaadt.”

7] Unesco onder vuur

“Met andere EU-lidstaten heeft Nederland ingezet op eenbrede toekomstgerichte evaluatie van UNESCO met voldoende aandachtvoor de door NL geschetste verbeterpunten. Het evaluatierapport isonlangs verschenen. Het rapport begint met de hoofdvraag: “Howshould UNESCO position itself to address the challenges of the 21stcentury and make the most of prospective opportunities?”

Nederland heeft kritiek op het rapport en dringt aan op hetinstellen van een ‘open ended’ werkgroep. Deze zou om te beginneneen inventarisatie kunnen maken van onderwerpen die nadereoverweging of precisering verdienen. Een en ander is vastgelegd ineen ontwerp-resolutie waarover de Uitvoerende Raad van Unesco dezemaand zal beslissen.

OCW heeft vwb haar inzet in Unesco gekozen voor een strakkereprioritering:

– ‘first and foremost’ inzetten op cultuur (cultureelerfgoed/Werelderfgoed);

– voor wetenschap alleen ‘open access’, dwz via Unesco om hetinternationaal vrij vergaren, delen en gebruiken vanonderzoeksresultaten te helpen bevorderen;

– geen specifieke inzet op onderwijs.”

8] Versnippering en weinig profiel bij NWO en KNAW

“OWB bekostigt vier grote onderzoeksorganisaties (NWO,TNO, KNAW en de Koninklijke Bibliotheek). Deze organisaties zijn inhoge mate autonoom. Daarnaast is er een aantal kleinereorganisaties waaraan subsidie wordt verstrekt, onder andere voorwetenschaps- en techniekcommunicatie (Nemo).

De voornaamste problemen die zich voordoen in het bestel hebben temaken met het investeringsniveau van wetenschappelijk onderzoek,alsmede en het ontbreken van voldoende profiel en versnipperingtussen de verschillende instellingen (universiteiten, TNO eninstituten van NWO en KNAW).

Wat betreft de investeringen in onderzoek blijven we achter bij deLissabondoelstellingen. Dit geldt voor het publieke onderzoek maarmeer nog voor de R&D in het bedrijfsleven. In het rapportVeerman wordt gepleit voor een gerichte investeringsimpuls in hetonderzoek aan universiteiten én in toegepast onderzoek aanhogescholen. VSNU, NWO en KNAW (e.a.) samen pleiten voor extrainvesteringen in onderzoek van 1,5 miljard. Bij de financiering vanonderzoek valt op dat nog te weinig inkomsten worden gegenereerduit vrijgevigheid, hierop is door OWB een traject ingezet onder denaam “Geven voor Weten”.

Investeringen zijn met name nodig om een sterkereonderzoeksprofilering mogelijk te maken (zie onder), waaronder hetinvesteren in grootschalige onderzoeksfaciliteiten, maar ook om hetaantal onderzoekers te vergroten. Ook zijn gerichte investeringennodig in de nationale onderzoeksprioriteiten life sciences, ICT ennanotechnologie (om aflopende FES-projecten niet totaal af tebreken). Een aantal specifieke wetenschapsgebieden kampt metproblemen, bijvoorbeeld de geesteswetenschappen of wiskunde. Ookdie hebben een impuls nodig.

Een tweede probleem voor het wetenschapsbestel, dat ook door decommissie Veerman wordt genoemd, is het ontbrekenvan voldoende profilering. Veerman pleit ervoor dat deuniversiteiten kiezen voor een heldere missie en zich daaropprofileren. Veerman pleit ook voor een grotere mate van samenhangvan onderwijs en onderzoek. OWB kan dit versterken door deinstituten van NWO , KNAW + TNO + GTI’s sterker te latensamenwerken met, en te lokaliseren bij, universiteiten.”

9] Vrouwenimpuls van €420 miljoen?

“De positie van vrouwen in de wetenschap, met name inhogere posities, is nog altijd zwak te noemen. Het aandeelvrouwelijke hoogleraren blijft achter bij het streefgetal van 15%in 2010, en dit streefgetal ligt zelfs nog onder de EU-ambitie van25% vrouwelijke hoogleraren. OWB zet hierop in met het programmaAspasia en de component vrouwen in de Vernieuwingsimpuls. Een nogjarenlange volgehouden inspanning zal er, samen met de uitstroomvan de baby boom generatie en vervanging van mannen door vrouwen,voor moeten zorgen dat de streefcijfers worden gehaald. Zie ookbeleid van directie Emancipatie.

Om het aandeel vrouwelijke hoogleraren te verhogen is vanuit hetveld een ambitieus programma ontwikkeld dat nauw aansluit bij hetRosalind Franklin fellowship programma van de RUG. Voor ditprogramma is een enorm bedrag van 42 miljoen per jaar nodig(gedurende 10 jaar). Dat geld is nergens op de begroting voorzienmaar hier kan wel een relatie worden gelegd met deprofileringsagenda voor het hoger onderwijs, door hieroverprestatieafspraken te maken met de universiteiten.”

10] ITER

“Op dit moment [is] veel te doen rond ITER, deInternational Thermonuclear Reactor. Dit is een in Frankrijk tebouwen onderzoeksfaciliteit waarmee de haalbaarheid van kernfusiemoet worden onderzocht. De ontwikkeling en bouw van ITER is eengezamenlijk project van de EU en een aantal van de belangrijkstelanden in de wereld. De EU financiert als vestigingsplaats viaEURATOM, het programma voor gezamenlijk nucleair onderzoek, hetgrootste deel van deze faciliteit.

Om uiteenlopende redenen zijn er forse kostenoverschrijdingen teverwachten, waardoor de kosten voor de EU uitkomen op € 6,6miljard. Dit betekent een overschrijding van € 4,1 miljard voor deEU tot 2020. De aanvankelijke raming bedroeg € 2,5 miljard. Ombinnen het budget van € 6,6 miljard te blijven zijn kostenreductieen kostenbeheersingsplannen nodig. Daar wordt nu aan gewerkt. Opdit moment beraadt Europa zich op de manier waarop het benodigdeextra geld in de EU-begroting gevonden moet worden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK