Rooms recenseren

De recensiedienst werd al snel door tegenstanders vancensuur beticht. Dat blijkt uit archiefonderzoek van promovendaCecile van Eijden-Andriessen. De oprichters van Idil zochtennaar praktische richtlijnen om aan de idealistische enemancipatorische doelstelling te voldoen van de strenge katholiekeboekenwet, die deel uitmaakte van het kerkelijk wetboek. Zij vondendat de katholieken te weinig boeken lazen, maar voelden zichonzeker welke boeken zij konden uitgeven, verkopen enuitlenen.
Het corps van recensenten, dat bestond uit geestelijken én leken,beoordeelde onder andere romans, dichtbundels en jeugdlectuur. Voordie beoordeling hanteerden zij een kwalificatiesysteem met cijfersvan I tot en met V. Daarbij stond I voor verboden lectuur, II voorstreng voorbehouden lectuur, III voor voorbehouden lectuur, IV voorlectuur voor volwassenen alleen, IV-V voor lectuur ook voor derijpere jeugd, en V voor lectuur voor allen.
Op de lijst van verboden lectuur (I) kwamen onder andere DeTranen der Acacia’s van W.F. Hermans, Het land vanHerkomst van E. du Perron, Ik Jan Cremer van JanCremer, De Metsiers van Hugo Claus en OpAfbetaling van Simon Vestdijk. Een Roos van Vlees vanJan Wolkers uit 1964 kreeg een II beoordeling en Cider voorArme Mensen van Hella Haasse uit 1960 het cijfer III.
De recensenten toetsten de lectuur op zedelijkheid, religiositeiten complexiteit. Boeken die de ‘eeuwige’ schoonheid van God en dezedelijke orde geweld aandeden, pleegden verraad. Zo werd Cidervoor Arme Mensen, met als thema overspel, beoordeeld als’a-godsdienstig, humanistisch, merkwaardig en slechts geschikt voorontwikkelde, rijpe romanlezers.’
Door de toenemende secularisering na de Tweede Wereldoorlog oogstteIdil steeds meer verzet, vooral ook uit eigen katholieke kring. Devooraanstaande katholieke literatuurcriticus Anton van Duinkerkenbetichtte de dienst al in 1949 van preventieve censuur en kreegdaarin bijval van de katholieke pers. Ook vanuit niet-katholiekehoek werd Idil mikpunt van kritiek, onder meer van W.F.Hermans.
Aanpassing aan de moderne tijd was dan ook onvermijdelijk. Idilpaste de recensie-instructies tot tweemaal toe aan en vanafde jaren zestig beoordeelden de recensenten soepeler. In 1970verdween de dienst. Een specifiek katholieke recensiedienst wasinmiddels overbodig.
Meest Gelezen
