AWT: grote discrepantie en kapitaalvernietiging

Nieuws | de redactie
9 november 2010 | De AWT maakt ernstige verwijten aan de opstellers van het regeer/gedoogakkoord. “Per saldo resteert een forse afname van middelen voor kennis en innovatie.” Men pretendeert een krachtig kennisbeleid te gaan voeren, terwijl Nederland met de gemaakte keuzen verder achterop raakt. De premier laat bovendien zijn regierol lelijk liggen.

In een ongewoon scherpe analysevan de voornemens van de coalitie schrijft de AWT, dat hij “metgrote zorg constateert dat het onmogelijk is om deze hoge, maarnoodzakelijke, ambitie te realiseren met het budget dat het kabinetdaarvoor heeft gereserveerd. De AWT heeft de Kennis en InnovatieAgenda (KIA) onderschreven. Deze stelt dat de komendekabinetsperiode minimaal 1,8 miljard euro aan extra investeringennodig is om op het niveau van de top vijf te komen.”

Grote discrepantie

In de kern verwijt de adviesraad – met daarin toppers alsTU/e-president Lundqvist, Merit-voorman Luc Soete, COO enbestuurslid van De Telegraaf Media Patrick Morley,oud-Shell-R&D chef Leo Halvers en Radboud-bestuurder enSER-kroonlid Tini Hooymans – het nieuwe kabinet een onwaarachtigbeleid door “een grote discrepantie tussen ambities en beschikbaremiddelen. Het gevaar is dat dit inconsistent beleid enkapitaalvernietiging tot gevolg zal hebben.”

De raad telt de verstopte en zichtbare bezuinigingen op en trektdaar hard en puntig conclusies uit: “De innovatiemiddelen op deEZ-begroting worden geschrapt, waarbij de nadruk ligt opthemagerichte innovatiesubsidies (onder andere opinnovatieprogramma’s). Dit levert een budgetverlaging op van 0,3miljard euro in 2015. De middelen die vrijvallen worden besteed aanhet verhogen van de WBSO en het verlagen van devennootschapsbelasting. Een ongeveer even groot bedrag is nietlanger beschikbaar voor specifiek beleid door het voornemen geennieuwe middelen voor kennis en innovatie uit het FES terbeschikking te stellen. Ofschoon er dus veel minder middelen voorthemagericht en programmatisch beleid voorhanden zijn, noemt hetregeerakkoord een aantal zeer omvangrijke ‘huidige en toekomstigeeconomische topgebieden’.”

Geen regisserende rol Rutte

Niettemin zet de AWT op een reeks van beleidsvoornemens eningrepen een richting uit om het kabinet te ondersteunen in hetrealiseren van de productieve beleidsvoornemens. Daarbij wordt derol van de MP in het geheel in gebreke gesteld: “De raad betreurthet verder dat de minister-president niet in een meer regisserenderol (zoals bijvoorbeeld via het voorzitterschap van eenInnovatieplatform) bij het kennis- en innovatiebeleid betrokken is.Er is hoe dan ook een sterke regie nodig om het beleid op ditterrein door alle betrokken departementen te coördineren.”

“De raad bepleit een ketenbenadering, waarin fundamenteel entoegepast onderzoek, kennisvalorisatie en ontwikkeling en diffusievan innovaties in samenhang worden bevorderd. Hij ziet de verruimdetaakstelling van de minister van EL&I op dit beleidsterrein alseen stap in de goede richting.”

EL&I versus OCW

Verhagen zal dan wel aan de bak moeten en moeten willen. “Deraad ziet in de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling voor hetkennis- en innovatiebeleid tussen enerzijds het vergrote ministerievan EL&I en anderzijds het ministerie van OCW een kans om ditwaar te maken. Hij roept de beide ministeries op te waarborgen datde rijksoverheid een heldere en eenduidige regie voert over degehele publieke kennisinfrastructuur.

Hierbij moet een goede aansluiting op het hoger onderwijsbeleidgewaarborgd blijven. Het is de hechte combinatie van onderzoek enhoger onderwijs die aan de basis van onze ‘kennis als vermogen’ ligt.”

De AWT is het met het kabinet eens dat maatregelen en geld nodigzijn om aan hoger onderwijs en onderzoek een forse kwaliteitsimpulste geven. Maar hij betwijfelt openlijk “of deze gelden in voldoendemate binnen de huidige begroting van OCW, paragrafen hogeronderwijs en wetenschap, gevonden kunnen worden.”

Hoogvlakte met pieken

De AWT is een krachtig pleitbezorger voor een specialisatie vankennisinstellingen, “niet alleen op het terrein van onderwijs – endan vooral in de master- en PhD-fase – maar ook van onderzoek. HetNederlandse onderzoeklandschap moet een ‘hoogvlakte met pieken’zijn. De ontwikkeling van deze pieken vraagt om coördinatie ensamenwerking, om een proces van geven en nemen en van selectiefinvesteren door de instellingen. Dit komt alleen van de grond, zoleert de ervaring van de afgelopen decennia en van over de grenzen(recentelijk Denemarken), wanneer de overheid daarover regievoert.”

Met de argwanende toon en lijn van het regeer/gedoogakkoord tenaanzien van Europa en de kennismigranten maakt de AWT korte metten.Een serieus kennisbeleid “verstaat zich slecht met een wantrouwendehouding en een gespitst zijn op misbruik. In het kader van hetterugdringen van administratieve lasten bepaalt het regeerakkoorddat als te laat op een vergunningsaanvraag wordt beslist, devergunning zoveel mogelijk automatisch wordt verleend, metuitzondering van het vreemdelingenbeleid. De AWT raadt deverantwoordelijk minister op de laatste bepaling in ieder geval eenuitzondering te maken voor kennismigranten. Het is immers nietzozeer in de intenties dat zaken fout lopen bij de toelating vankennismigranten, als wel in de uitvoering.”

Betrouwbare partner

En een internationaal georiënteerd kennis- en innovatiebeleid isin de eerste plaats een beleid dat optimaal aansluit op hetEuropese beleid. “In Europa staan de zogenaamde “Grand Challenges”hoog op de onderzoeksagenda. Het is van groot belang daarbij aan tesluiten en daarbinnen niches te ontwikkelen. De AWT raadt hetnieuwe kabinet aan de blik in het wetenschaps-, het onderzoeks- enhet innovatiebeleid consequent op Brussel gericht te houden. Deontwikkeling van integraal kennis- en innovatiebeleid vergt stevigebruggen tussen de expertises van de departementen van EL&I, OCWen BuZa. De AWT roept de minister van EL&I op hiertoe hetinitiatief te nemen.”

De AWT spoort het kabinet aan “oog te hebben voor het belang vancontinuïteit en stabiliteit en zich een betrouwbare partner tebetonen die bereid is zich op lange termijn – en dat is over degrens van een kabinetsperiode heen – te committeren. Alleen dan kanvan kennisinstellingen en bedrijven verwacht worden dat ze zelfstructureel investeren. Alleen dan ook kan Nederland zijn rolspelen in de Europese kennisarena die de komende jaren sterk aanbelang zal winnen. “


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK