Lerende organisaties in leraarsvak

Nieuws | de redactie
23 november 2010 | Voor veel vernieuwingen van het leraarsvak loont het te kijken naar andere in PISA 'hoog scorende landen'. SBO-Internationaal analyseert daartoe Engeland, Finland, Vlaanderen en Nieuw-Zeeland. Niet alleen bij de opzet van de lerarenopleiding, maar ook de populariteit en status van de professie. Engeland, Nieuw-Zeeland en Finland zien een wo-niveau als voorwaarde voor toetreding daartoe.

Wat zijn de conclusies voor de Nederlandse situatie?Aangezien het onderwijssysteem en daarmee ook de opleidingsstelselsin Engeland, Vlaanderen, Finland en Nieuw-Zeeland redelijk vanelkaar verschillen, is het niet eenvoudig algemeneconclusies uit de informatie te halen, zo schrijven de onderzoekers. Toch kan Nederlandleren van goede initiatieven en voorbeelden uit de vier besprokenlanden.

Exclusiviteit leraarschap

Dat leerproces heeft al concrete resultaten opgeleverd. Deacademische pabo en initiatieven zoals Teach First hebbenbuitenlandse inspiratiebronnen. Meer lerarenopleidingen opacademisch niveau doen denken aan Finland, dat, zoals kon wordenverwacht, uit deze review naar voren komt als een land dat op allevlakken goed presteert. Zo hebben leraren een hoge mate vanprofessionele ruimte, is de lerarenopleiding voor het primair ensecundair onderwijs van de hoogste kwaliteit (masterniveau), heefthet beroep een hoge status en zijn de jaarlijkse aanmeldingen voorde lerarenopleiding ongeëvenaard.

Een belangrijk aspect dat meespeelt in de aantrekkingskracht van delerarenopleiding is exclusiviteit. Niet alleen exclusiviteit in hetaantal opleidingsplaatsen, maar ook door het hanteren vanselectiecriteria. Dit geldt bijvoorbeeld voor de lerarenopleidingenin Finland, maar ook voor het Teach First programma inEngeland. 

HBO niet academiseren

Nederland sluit aan bij deze ontwikkeling met het invoeren van deacademische pabo. De academische pabo heeft een beperkt aantalopleidingsplaatsen met strenge selectiecriteria en was in hetstartjaar al erg populair. Dit wil niet zeggen dat meteen allehbo-lerarenopleidingen omgezet moeten worden tot academischebacheloropleidingen. Daarmee zou een grote groep mbo/havo studentendie jaarlijks met duizenden instromen worden buitengesloten.Daarentegen toont de invoering van de academische pabo wel aan dateen nieuw potentieel kan worden aangetrokken tot hetlerarenberoep.

Eenzelfde verhaal gaat op voor de educatieve minor, waarmee eennieuw potentieel aan academische geschoolde 2e graads leraren wordtaangeboord die wellicht later ook nog eens academische 1e graadsleraren gaan worden. Een mogelijke nieuw wervingspotentieel voorNederland kan een methode voor zij-instroom van jongeren zijn diein Engeland gebruikt wordt. Het ‘Registered Teacher Programme(RTP)’ is gericht op universitaire niet-afgestudeerden die alsnogeen diploma willen behalen en zich willen kwalificeren als docent.Geïnteresseerden moeten zelf een school vinden die hen accepteertals niet-gekwalificeerde docent en hen begeleidt gedurende hetprogramma.

Als een school hen accepteert beginnen ze met werken en behalen zebinnen twee jaar een diploma en de QTS. Deelnemers aan ditprogramma moeten minstens twee jaar universitaire studie hebbenafgerond.

Kansen op nieuwe doelgroepen

Een reden voor Nederland om hierover na te denken is dat er inEngeland een grote competitie is om deel te nemen aan ditprogramma. En de groep met een afgebroken universitaire studie istot nu toe nog geen doelgroep geweest van het Nederlandsebeleid.

Een andere mogelijkheid is het aanscherpen van het ‘Eerst de Klas’programma. Het programma is gekopieerd van het Engelse ‘TeachFirst’, waar excellente studenten worden opgeleid tot potentiëlenieuwe leiders. Het enige verschil is dat in Engeland een sterkefocus ligt op het behoud van de potentiële nieuwe leiders voor hetonderwijsveld.

Daarnaast worden afgestudeerden van het programma in Engelandaangesteld als ‘Ambassadors’ en vervullen ze vaak nog een taak voorhet onderwijs. In Nederland is deze koppeling niet aanwezig, wat dedeelnemers minder aantrekkelijk maakt voor de scholen.

Beroepsregister werkt

Tot slot, een laatste instrument dat interessant kan zijn voorNederland om de maatschappelijke waardering en status van hetberoep te vergroten en daarmee uiteindelijk nieuw potentieel aan tetrekken is het opzetten van een (verplicht) beroepsregister voorleraren. Engeland en Nieuw-Zeeland hebben beide ruime ervaring meteen dergelijk register.

Via het register kunnen bepaalde eisen worden gesteld, zoalsjaarlijkse nascholing, waarmee de kwaliteit van het lerarenberoepwordt versterkt. In Nederland wordt momenteel ook gesproken over deoprichting van een (verplicht) beroepsregister voor leraren.Nederland kan in dit opzicht veel leren van de structuur enorganisatie van het lerarenberoepregister in Engeland enNieuw-Zeeland.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK