Mondialisering kunst en economie

Nieuws | de redactie
29 november 2010 | Olav Velthuis (UvA) gaat met zijn nieuwe Vidi-subsidie ‘het sociale en culturele fundament van de kunsthandel’ in BRIC-landen in kaart brengen. China en India zijn soms al veel verder dan het Westen. “Het is in India al heel gebruikelijk om dure kunst te kopen via mobiele telefonie of app’s.” Wat betekent dit voor de kunst, cultuur en KUO bij ons?

De jonge socioloog Velthuis, die op de UvA afstudeerde ineconomie en kunstgeschiedenis, promoveerde in 2002 aan de ErasmusUniversiteit waar hij onderzoek deed naar kunstprijzen voorhedendaagse kunst in Amsterdam en New York. Met het geld datVelthuis ontving voor zijn onderzoeksvoorstel wil hij twee aio’s eneen postdoc aanstellen die veldonderzoek zullen gaan doen in deverschillende BRIC-landen.

China en Dijkgraaf

Deze zullen onder meer antropologisch onderzoek doen eninterviews afnemen met spelers in de kunstmarkten om zo het inrelatief korte tijd ontstaan van deze nieuwe markten te verklaren.Daarmee sluit zijn onderzoek direct aan bij bijvoorbeeld de analysevan de commissie-Dijkgraaf van de razendsnelle dynamiek in dewereldwijde kunstsector en zijn gevolgen voor de KUO-opleidingen inons land.

“De opmars van de kunsthandel in bijvoorbeeld China heeft voor eenenorme impuls in de kunstwereld gezorgd. Er zijn steeds meerChinese kunstenaars die ook in het westen grote waarderingkrijgen.” Die opkomst zal Velthuis ook kwantitatief verklaren doordata te verzamelen over de carrières van deze kunstenaars.

Kruisbestuiving mondiaal

Niet alleen het HBO met zijn academies en conservatoria, ook deacademische wereld kan leren van de opkomst van niet-westersekunst, meent Velthuis. “Er is onder kunsthistorici inmiddels ookeen zogenaamde world art history stroming die zichexpliciet bezig houdt met nieuwe kunstwerelden en de cultureleachtergronden hiervan.”

Ook de westerse kunsthandel kijkt tegenwoordig steeds meer over degrens. “Grote veilinghuizen als Christies en Sotheby’s kijken meeren meer naar kunst in China, Rusland en India dus er is al sprakevan culturele kruisbestuiving op mondiaal niveau.” Velthuis schatin dat er door deze ontwikkelingen een grotere diversiteit in dekunstwereld zal ontstaan, maar anderen hebben gewezen op denegatieve aspecten. “Er is ook angst voor mogelijke cultureleoverheersing van die nieuwe markten.”

Nieuwe instituties ontstaan

“Je ziet meer en meer in deze landen dat kunst als status-en investeringsobject wordt gezien en in India en China wordt daarvaak zelfs explicieter over nagedacht dan in het Westen.” Het isvooral het snelle ontstaan van de benodigde instituties, wetten ensociale conventies om deze kunstmarkten mogelijk te maken, dieVelthuis wil onderzoeken. “De overkoepelende sociologische vraagvoor het onderzoek is toch: ‘goh, hoe ontstaat zo’n markteigenlijk?’.”

Olav Velthuis is één van de 14 UvA onderzoekers die vorige week eenVidi-subsidie in de wacht sleepte. De UvA is daarmee de meestsuccesvolle Nederlandse universiteit. De Vidi-subsidies wordenjaarlijks uitgereikt door de NWO aan excellente onderzoekers diemet de subsidie een vijfjarig onderzoek kunnen opzetten. Met deVidi’s wil de NWO Nederlandse onderzoekers een financiële impulsgeven om zo tot de beste onderzoekers binnen hun vakgebied teblijven behoren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK