PISA zet onderwijsbeleid op scherp

Nieuws | de redactie
8 december 2010 | In een hotel net achter het Berlaymont-gebouw van de Europese Commissie maakte Barbara Ischinger, directeur Educatie van de OECD, de resultaten van de PISA scores 2009 bekend. Ditmaal na tests van 28 miljoen leerlingen uit 74 landen op lezen, wiskunde en ‘science’. En vooral op hoe zij in staat zijn zulke kennis toe te passen. Chris Sigaloff van Kennisland was er voor ScienceGuide bij.

‘PISA blijft een belangrijke meting, vooral aangezienbeleidsmakers en politici er veel aandacht aan schenken. Zo ook inNederland. Minister van Bijsterveldt kwam zelfs met een nieuweaanzet voor haar beleid in reactie op de Nederlandseresultaten van de PISA scores.

Nederland behoort namelijk nog steeds tot de subtop, maar is sinds2006 gedaald van plaats 8 naar 10. Naast het feit dat deabsolute scores lager zijn dan in 2006, is devoornaamste reden van deze daling dat andere landen ons hebbeningehaald. Dit zijn voornamelijk de Aziatische tijgers zoals destreek rond Shanghai (no. 1), Zuid Korea (no. 2), Hongkong enSingapore. Deze doen het dus niet alleen economisch heel goed,ook op het gebied van educatie behoren ze nu tot dewereldtop.

OECD versus OCW

Sceptici als ik denken dat dit voornamelijk komtdoordat de kinderen daar al van jongs af aan gedrild worden omlesjes uit hun hoofd te leren. Echter, de OECD spreekt dit tegen.De PISA tests zijn namelijk zo opgezet dat ze juist inzicht encreativiteit vergen om een hoge score te behalen. De OECD bestrijdtdan ook de conclusie dat het onderwijs alleen moet gaan omkennisoverdracht en ‘back to basics,’ zoals vanBijsterveldt stelt.

Ook vakken als muziek, ondernemerschap en cultuur kunnen bijdragenaan de vaardigheden en inzichten die je nodig hebt om goed tepresteren op de PISA test. Wel is hier meer onderzoek voor nodig,zo stelt Ischinger. Uit de scores blijkt dat kinderen die van lezenhouden, die nieuwsgierig zijn en leren te leren hoog scoren. Helaasgeven in Nederland 45 % van de leerlingen aan dat ze niet van lezenhouden. Waarschijnlijk een belangrijke verklarende factor voor onzedalende trend.

Het geheim van de toppers

Het geheim van de nieuwe onderwijstoppers is dat ze heel gericht,overheidsbreed ingezet hebben op de verbetering van het onderwijsvoor iedereen. Deze landen hebben het tot hun speerpunt gemaakt,hebben een integrale aanpak ontwikkeld, maken keuzen en investerengeld om de ambitie te verwezenlijken.

Dit vergt dat verschillende departementen samenwerken om dekwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Want in landen waar desociaal economische verschillen kleiner zijn, daar is de kwaliteitvan het onderwijs hoger. Ook is niet de hoogte van de investeringper leerling doorslaggevend. De USA besteedt namelijk hetmeeste geld aan onderwijs per leerling, maar scoort niet bijster goed. Bepalend is vooral demanier waarop het besteed wordt.

Een tweede belangrijke les uit de PISA scores is dat de kwaliteitvan het onderwijs nooit de kwaliteit van de leraren kanovertreffen. Investeren in meer en betere lerarenis de enige manier om leerlingen beter te laten presteren. De OECDdenkt bijvoorbeeld dat de invloed van goede, professionele lerarengroter is dan het aantal leerlingen in een klas. Goede lerarencreëer je door een goed salaris, door een goed werkklimaat, doorvoldoende autonomie en door erkenning. Maar toch vooral door eengoede opleiding en een leven lang leren. Dit vraagt om eendiscussie over wat een leraar een goede leraar maakt, welkeondersteuning nodig is en wat het juiste curriculum voor leraren inspe zou moeten zijn. Het rapport Leerkracht biedt hier nog steedsvoldoende aanknopingspunten voor.

Leren is leuk, excelleren nog meer

Een derde les die Barabara Ischinger de zaal voorhield was datlanden profijt hebben van een cultuur waar leren leuk is en waarkinderen gestimuleerd worden om te excelleren. Op een te jongeleeftijd kinderen ‘opsplitsen’ in verschillende niveaus kanaverechts werken. Polen is bijvoorbeeld erg gestegen in de rankingomdat ze kinderen langer de mogelijkheid bieden om kansen enrichtingen open te houden.

Kijkend naar deze testresultaten is het zaak dat Nederland zijnaandacht voor goed onderwijs niet verliest. De daadkrachtigewoorden van minister van Bijsterveldt zijn in dit licht dus ookprijzenswaardig. Alleen met een sterke, heldere ambitie, eenconsequente en integrale aanpak gaan we ervoor zorgen dat Nederlandstijgt tot de Top 5, zoals bepleit in de motie-Hamer.

Echter, het zou jammer zijn als dit verbeterprogramma weer vanbovenaf tot stand komt en te snel vertaald wordt instructuuraanpassingen of ‘hervormingen’. Het  is zaak goed tekijken naar de achtergronden van de PISA scores en niet te snelconclusies te trekken, bijvoorbeeld dat hetonderwijs terug zou moeten naar ‘de basis’, terwijl datuit nadere beschouwing van PISA an sich nietblijkt.

Het kloppend hart

De ervaring van de laatste jaren is dat de overheid juistruimte moet creëren voor de beroepsgroep om zelf te verbeteren ente innoveren en om eerst te onderzoeken wat echt werkt voordat hetbreed wordt ingevoerd. Dit was juist de boodschap van hetrapport-Dijsselbloem.

Mijn pleidooi zou dus zijn om door te gaan op de ingeslagen weg omleraren het kloppend hart te laten zijn van het onderwijs. Lerarendie zowel over de noodzakelijke kennis beschikken, als experts zijnop het gebied van het leren.

Een ding is duidelijk na deze presentatie. De top vijf haal je nietdoor je blind te staren op PISA scores. Dan schiet ditinstrument zijn doel voorbij. PISA is geen schoonheidswedstrijd,maar een vehikel om te leren hoe je onderwijskwaliteit verbetert.Goed onderwijs begint bij een eigen ambitie om het onderwijsduurzaam te verbeteren. Nederland is aan zet!’

Chris Sigaloff, vicevoorzitter stichting NederlandKennisland


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK