Water maakt studenten mooi?

Nieuws | de redactie
30 maart 2010 | Je struikelt er in alle lokalen en collegezalen over: waterflesjes. Zo’n beetje elke student loopt er mee rond. Maar waarom eigenlijk? “Voor een mooie huid, vermagering en doorspoeling van het lichaam”, zo luiden de argumenten die internisten horen. Maar er blijkt geen enkele wetenschappelijke onderbouwing voor.

Het belang van xanthines

Water maakt een belangrijk deel van het menselijk lichaamuit. Een volwassen man van 70 kg bestaat voor circa 42 l uit water,waarvan 28 l intracellulair en 14 l extracellulair. Water heeftvele functies: als bouwmateriaal, oplosmiddel, reagens, metaboolproduct en als medium waarin transportsystemen functioneren.Bovendien is het onmisbaar voor een goed afgesteldethermoregulatie. Een tekort aan water kan al de cellulaire enextracellulaire functies in gevaar brengen.

Uit verschillende bevolkingsonderzoeken blijkt de gemiddeldeurineproductie bij gezonde volwassenen 1,5-2 l per dag te bedragen,met een overeenkomstige vochtopname. Deze bestaat uit verschillendebestanddelen, zoals melkproducten, frisdranken, mineraalwater,vruchtensappen, thee, koffie, wijn, bier en kraanwater. Koffie enthee moeten volledig worden meegeteld, want het diuretisch effectvan de xanthines in deze dranken is bij chronisch gebruikverwaarloosbaar.

De gemiddelde bijdrage van voedsel aan de totale dagelijksewateropname wordt op 20-30% geschat, van frisdranken op circa 45%en van zuiver water op circa 30%. Uitgaand van deze gezonde, goedgehydreerde volwassenen die een normaal dieet gebruiken adviseertmen op grond van de genoemde bevolkingsonderzoeken een totalewateropname voor mannen van 3,0 l/dag en voor vrouwen 2,2 l/dag.Dit betreft dus de som van alle genoemde dranken, inclusiefwater.

Hardlopers doodlopers?

Uit de VS is het advies ‘drink at least 8×8 ounces ofwater a day’ overgewaaid. Dat betekent 1900 ml water per dag, naastalle andere eerder genoemde dranken. Dit advies is dus overdreven.Voor dit advies is geen wetenschappelijk onderzoek als basis. Kwaadkan het uiteraard ook niet, want normale nieren zijn uitstekend instaat het teveel aan water uit te scheiden.

Er is wel een bovengrens aan de waterbelasting die een persoon kanverwerken, vooral bij aandoeningen waarbij de wateruitscheidingdoor de nieren is gestoord. Een voorbeeld hiervan is het syndroomvan inadequate secretie van ADH (SIADH) of het gebruik vangeneesmiddelen die een SIADH-achtig syndroom veroorzaken. Ook hetadvies aan marathonlopers om zoveel mogelijk te drinken isherroepen vanwege de kans op (soms dodelijke) hyponatriëmie.

Als het drinken van tenminste 1900 ml water naast alle anderedranken geen kwaad kan, draagt het dan wellicht bij aan degezondheid? Er is onvoldoende bewijs voor een preventief effect vanveel water drinken op het ontstaan van bepaalde aandoeningen, zoalsblaascarcinoom en colorectaal carcinoom.

Er is wel een omgekeerd verband van de hoeveelheid gedronken watermet het ontstaan of recidiveren van nierstenen. Extra water drinkenheeft geen gunstige invloed op de huid of obstipatie en verandertde hemoconcentratie niet. Extra water juist voor de maaltijd draagtwel bij aan het eten van een kleinere portie, maar een uiteindelijkvermageringseffect is niet aangetoond.

Studenten drinken te weinig

Onlangs verrichtten wij een oriënterend onderzoek bijscholieren en studenten. Ongeveer de helft van de 1025 ondervraagdejongeren droeg altijd een flesje water bij zich, maar slechts 5%van hen dronk tenminste 2000 ml water per dag. De argumenten diezij aanvoerden voor het voorgenomen ruime watergebruik waren: mooiehuid, vermagering en doorspoeling van het lichaam. Voor geen vandeze veronderstellingen bestaat een wetenschappelijkeonderbouwing.

Kan men ook te weinig drinken? Het antwoord daarop is ‘ja’. Iemanddie te weinig drinkt produceert onvoldoende urine voor de obligaatuit te scheiden osmolen. Als er een groter extrarenaal vochtverliesis, zoals door transpireren of diarree, dan moet uiteraard devochtopname overeenkomstig toenemen. In dergelijke gevallen zal hetrenale concentrerend vermogen steeds maximaal worden benut. Devochtbalans kan dan alleen met een toegenomen wateropname inevenwicht worden gehouden. Dat gebeurt via signalen uit hetdorstcentrum.

Men stelt wel dat dit te laat is en dat de osmoreceptoren voordorst achter de feiten aanlopen, omdat ze pas worden ingeschakeldbij een hogere plasmaosmolaliteit dan de fysiologische waarde.Bovendien neemt de dorstprikkel al af voordat de waterbalansvolledig hersteld is.

Echter, bij een geringe negatieve waterbalans, bijvoorbeeld doorextra transpiratie bij een langdurige inspanning, zorgen dedorstsensatie en het extra drinken dat deze balans in de daaropvolgende uren wordt hersteld. Drinken op geleide van dorst is daneen belangrijke factor bij het handhaven en herstellen van eennormale vochtbalans. Men dien alert te zijn als de gewaarwordingvan dorst verstoord is, bijvoorbeeld door leeftijd, geneesmiddelenof ziekte.

Advies

Er zijn geen overtuigende argumenten om voortdurend meteen flesje water ‘op zak’ door het leven te gaan. De kans dat eengezonde volwassene zal dehydreren bij een gematigd klimaat tijdensgeringe inspanning is verwaarloosbaar. Het advies van in totaal 3l/dag voor mannen en 2,2, l/dag voor vrouwen komt in de praktijkneer op 1-1,5 l zuiver water (kraanwater of flesjes water). Er zaldan meestal meer dan de minimaal noodzakelijke hoeveelheid waterworden gedronken, maar de nieren zullen dit teveel moeiteloosuitscheiden.

Het volledige artikel van Arend-Jan Meinders en Arend E. Meindersvindt u hier in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK