Veerman is Merkel

Nieuws | de redactie
1 juni 2010 | ScienceGuide spreekt Ron Bormans, lid van de commissie Veerman en CvB-voorzitter van de HAN. Wat is de boodschap van hun commissie nu echt? Voor wat voor keuzes staan hbo, wo en politiek? En is hij eigenlijk wel blij met de eensgezinde jubel van instellingen en studenten over het rapport? “Opleidingen moeten profiel durven hebben: ‘Ik ben uniek, want’. Het bewijzen van uniciteit is moeilijker dan uniformiteit.”

California weerlegd

De discussie rondom het rapport Veerman lijkt te wordenbeheerst door de jubeltoon waarmee de koepels het omhelzen. Is aldit gejuich zonder verdere inhoudelijke doordenking niet het ergstewat jullie kon overkomen?

Ik ben er blij mee dat we het weer met enthousiasme over hethoger onderwijs hebben. We hadden het al te lang daar niet meerover gehad, het was als thema gewoon weg. Er is nu weer eenverhaal. De toekomstdiscussie is te lang weggeweest, vooral een omvattende visie daarop ontbrak en die is er nu wel weer.

De vraag die wij mee kregen was een visie te ontwikkelen op detoekomst van het hoger onderwijs en een meer specifieke vraag ofCalifornia niet een aantrekkelijk model bood. Die algemene vraaghebben we beantwoord, die specificatie hebben we weerlegd. We makenals commissie een vrij principiële keuze door het Nederlandse hogeronderwijs midden in de Europese ruimte te plaatsen.

California dreaming is dus voorbij. Wat is dan de boodschap diede commissie wel als wenkend perspectief voorop wil zetten, volgensjou?

Er is een duidelijke toekomst voor het hoger onderwijs waarinzowel hbo als wo een eigen plek vindt. Die boodschap is positief:we ontstijgen de binariteitsdiscussies van vroeger nu. Sommigemensen in het onderwijsveld maakten zich bij de start van ons werkal klaar voor een soort titanenstrijd tussen hbo en wo.

Over binariteit waren we er in de commissie echter direct uit. Hetonderscheid in een orientatie op ‘research’ en op ‘professie’ ishelder, motiverend en internationaal herkenbaar. Dat is eenwinstpunt in plaats van een strijdpunt geworden. Ik hoop dat wedaarmee de 20 jaar durende fase van gekissebis over die binariteitdefinitief afgesloten hebben.

Het onderscheid in de inhoudelijke oriëntatie biedt bovendien eeninteressant ontwikkelingsprogramma voor zowel de hogeschool als deuniversiteit. Dat is de les die ik geleerd heb van de gang vanzaken in het UK, begin jaren negentig. Men hief daar de binariteitop en uitstekende, traditierijke Polytechnics en Colleges werdenonherkenbare ‘new universities’, terwijl recent opgerichteuniversiteiten ineens traditionele academies moesten nadoen. Daarwerden ze geen van beide beter van.

Uniform is toch te gek

Binnen de binariteit van hbo en wo wil de commissie echter veelmeer onderscheid zien. Daarover zal tussen en binnen deinstellingen dan wel discussie moet plaats vinden. Dat komt nietvanzelf uit de lucht vallen.

De commissie hecht aan het onderscheid tussen hbo en wo, maardan als een eerste orde variëteit. Maar die is niet voldoende. Jemoet ook andere dimensies van verscheidenheid aanbrengen en ruimtegeven. We hebben 600.000 studenten in het hoger onderwijs. Die zijnallemaal al enorm verschillend in hun talenten, leerstijl, ambitiesen hun verlangens.

Onze partners in de samenleving zijn ook allemaal zeer divers:bedrijven van heel groot tot enorm gevarieerd MKB, maar ook descholen, ziekenhuizen waar de studenten stages lopen verschillenvan elkaar. Hun relaties met het hoger onderwijs zijn ook sterkdivers. Maar het hoger onderwijs zelf is in zijn verhouding tot henopvallend uniform. Dat is toch gek.

Hier is grote winst te boeken voor ons land. Veerman is eenpositief verhaal, maar pas op: er is ook veel dat we kunnenverliezen als we niksdoen. Ontwikkel je daarom door als instelling,maak keuzes. Daarom wil ik de blijdschap en eensgezindheidnuanceren, in elk geval op één punt. Over bijvoorbeeld selectie ofprofilering wordt nu vooral op systeemniveau gediscussieerd. Dat iseen punt van zorg, want het gaat er juist niet om dat ‘iedereen nudit of dat moet doen van Veerman’.

‘Veerman-proof’? Alsjeblieft niet

Ik wil er voor pleiten dat binnen het systeem ruimte wordt genomenvoor eigen keuzes. Kies eerst voor een profiel, daarbij past eenvorm van selecteren zoals in het kunstvakonderwijs. Of niet, datmoet je in je eigen profiel uitwerken. Maar trek nu geen geenmonolitische conclusies over wat heel het hbo of heel deuniversitaire wereld moet vanwege Veerman.

Dat is in mijn ogen mooi geïllustreerd met onze opvattingen overhet kunstonderwijs. We discussiëren over de vraag of gekozen moetworden tussen een academische inbedding van die vorm van hogeronderwijs of een beroepsgerichte. Is niet interessanter om mogelijkte maken dat Amsterdam en Den Haag daar anders over denken en daardus ook andere keuzes in kunnen maken?

Mijn appel bij die eensgezindheid is daarom: kom niet metDijsselbloem-achtige reacties. Dan krijgen we dat we om een krampte voorkomen meteen weer in een andere kramp schieten. Ik kreegheel recent toch echt de schrik van mijn leven toen mij gevraagdwerd of een bepaald idee “wel Veerman-proof is”. Er is niet zoietsals Veerman-proof. Alsjeblieft niet!

Moet dan het rapport-Veerman wel “onverkort” in hetregeerakkoord worden opgenomen, zoals de koepels stellen?

‘Veerman’ moet er onverkort, maar intelligent in. De ambitievoor het hoger onderwijs en de kennissamenleving en de condities omdeze waar te maken moeten in het akkoord worden vastgelegd. Weclaimen dat veel aandacht voor en inzet in het hoger onderwijs onsland economisch, cultureel en sociaal echt vooruit brengt, naar dieTop 5.

Laat ons dat dan ook waar maken, geef ons de condities om dat tekunnen doen. Maar zet Veerman er niet in als systeemontwerp:iedereen moet gaan selecteren, alle hogescholen gaan mastersaanbieden, en zo meer. De basale les dat we variëteit moetenorganiseren, die moet intelligent in dat regeerakkoord verwoordworden.

Hoe zouden de instellingen zich dan met behulp van diecondities werkelijk gaan profileren?

Universiteiten en hogescholen gaan zware jaren tegemoet, juistals er niet wordt bezuinigd. Ik heb daar op onze nieuwe weblog (www.kernwaardenvandehan.nl)een wat polemisch stukje over geschreven. Als er bezuinigd wordtweten we allemaal wat we moeten doen: snijden in eigen huis enverwijten maken aan de politiek. Maar nu zou het anders kunnenzijn: als overal op bezuinigd zou gaan worden, maar niet oponderwijs, dan gaat iedereen naar je kijken, liggen we jaren langonder een vergrootglas en moeten we leveren.

De maatschappij gaat ons dan echt afrekenen op prestaties. Wat doenwe dan met die talenten die we in huis hebben? Wat maken we danwaar van het echt tegengaan van de uitval van dat talent? Hoezetten we dan onze kennis om in bedrijvigheid die Nederland verderhelpt? Je moet het dan gaan waarmaken als onderwijsveld. En wathoop ik dat we zware jaren tegemoet gaan zien….

Stevige opdracht aan NVAO

Profilering zal men zo ook moeten realiseren. En daar moet je opverschillende niveaus naar kijken. Bij de opleidingen als zodaniglijkt het er soms op dat ze in het hbo steeds meer op elkaar gaanlijken. Er wordt veel te veel in Hoog Brabant in Utrecht vergaderdover afspraken die in opleidingen moet worden opgenomen. En deaccreditering beloont die uniformiteit alleen maar. Je hebt meeruit te leggen als je uniek bent – waar gezien je maatschappelijkeopdracht heel veel voor te zeggen kan zijn – dan wanneer je zegtdat je hetzelfde doet wat iedereen doet. Hier ligt dus een stevigeopdracht aan de NVAO.

Het bewijzen van uniciteit is moeilijker dan het bewijzen vanuniformiteit, de accreditatiecyclus bewijst dit. Opleidingen, steljezelf de vraag: ‘wat voor profiel versterkt mijn kracht en pastbij mijn relaties met het kennisveld om ons heen?’.

Kijk hierbij goed naar de historie van en de netwerken rond jeopleiding en van je hogeschool, want dan blijkt dat er vaak al eenprofiel is gegroeid dat men niet erg expliciet weet te maken. Datexpliciteren in je aanbod is veel beter dan het zonder meerkopiëren van de nieuwe aanbiedingen van de buren. Daar moeten wemee stoppen, dat profileert  niet echt. Je reactie daarop moeter een van bewondering voor hen zijn en het voornemen ‘volgendekeer beter’.

Er moeten keuzes gemaakt worden op het niveau van de opleiding envan de faculteit waarin deze is ingebed. Het palet van diefaculteiten vereist keuzes op niveau van de instelling. Heel goedis hoe de commissie De Boer is omgegaan met de expertisecentra voorde hbo-techniek sector. Die zullen worden toegewezen op sterkepunten in het profiel van hogescholen. Dus doe zulk hoogwaardigonderzoek op maximaal 2 à 3 terreinen.

Hier op de HAN kunnen we dan inzetten op bijvoorbeeld ‘automotive,life sciences en duurzaamheid wat betreft engineering enbouwkunde’. Je creëert zo een bodem met hoogwaardige pieken. Ditmaakt de sfeer binnen én buiten je instelling wel meer competitiefen dat moet je moet als bestuurder durven uitleggen.

Hou daarom als instelling op met de pretentie dat je alles kunt. Ikheb in de Algemene Vergadering van de HBO-raad gezegd, dat het goedis dat het HBO een mooie plek heeft gekregen in het rapport, maardat was het makkelijke deel van het verhaal. Onze grootste opgavewordt daar invulling aan te geven énkeuzes te maken. Zorg dat jebasistaak helder is, dat je een toegankelijke hogeschool bent en gadan inkleuren wat je extra kunt doen. Discussie over een regierolvan OCW of bij de branche, ach ja, het is boeiend hoor, maar waarhet werkelijk om zal gaan is of de hogeschool zelf er in slaagthaar keuzes te maken.

Proof of the pudding in Rotterdam en Arnhem

De proof of the pudding is dan hoe de hogeschool van hethbo-lid van de commissie Veerman het zelf gaat doen. Hoe gaat deHAN zich profileren?

Inhoudelijk zal ondernemerschap een zwaartepunt zijn in hetprofiel. Dit is een thematiek waar we krachtig in zijn. Dat profielgaan we dan ook over de hele linie uitdragen. Het moet in de genengaan zitten. Pabo-studenten van de HAN zouden dus als onderwijzereen ondernemende attitude moeten vertonen waarin ze zichonderscheiden in hun aanpak.

De Hogeschool Rotterdam vind ik een aardig voorbeeld van een heelandere insteek. Die noemt zich echt de hogeschool van de stadRotterdam. Alles wat men doet moet zich verbinden met vraagstukkenvan die stad. Dat is een boeiende insteek die ervoor gaat zorgendat als zij dat jaren lang consequent volhouden die hogeschool eenheel andere zal zijn dan de HAN.

Maar er zijn meer dimensies waar we op zullen moeten gaan kiezen.De HAN zal eerder voor de H dan voor de B van hbo gaan, bij haarprofilering. Veerman is enthousiaster over de Associate Degree dansommige anderen in het hoger onderwijs. Wij zijn terughoudender enblijven dat ook.

Het profiel zou dus eerder zijn ‘wij gaan voor meer onderzoeken mastersaanbod dan voor AD-combinaties met het mbo’?

Ja, die conclusie is juist. We gaan hier wat mij betreft voorde intelligente koppeling met praktijkgericht onderzoek metlectoren in een spilpositie. Ik citeer in dit verband graagFerdinand Mertens: ‘Lectoren zijn de dragers van het cultuurgoedvan de hogeschool’. Ere wie ere toekomt.

Als ik over vijf of tien jaar terugkijk, wil ik zien dat er ietsgebeurd is hier. Dat we van kleur zijn verschoten. Ik wil debedrijvigheid zien, de studentenbedrijven, hetondernemerschap.

Een gezagvol gesprek

Hoe kan de nieuwe minister van OCW het beste omgaan metVeerman?

Om te beginnen gewoon uitvoeren en vervolgens met gezag spelerin het geheel te worden. Door het nationaal gesprek over waar westerk in zijn op gang te laten komen. Het gaat dan om een gezagvolgesprek, niet om het dicteren van de conclusies daarvan vooraf ofhet bedrijven van bepaalde hobby’s. Dat moet je uitdragen alsbestuurder. Als Roel in ‘t Veld bij de discussie over het hoger onderwijsvan de toekomst iedereen bij elkaar wilde hebben, dan kwamenze.

Zou het voor zo’n gezagvol gesprek dan niet  goed zijn alshet ‘HOOP’ terug kwam?

Het rapport Veerman is eigenlijk een HOOP……ja, dat zoueigenlijk wel een goed idee zijn.

Dan kan meteen eens echt gepraat worden over het idee dat deuniversiteiten kleiner moeten worden. We moeten naar meer dan 50%hoger opgeleiden per generatie en dan besluiten we deuniversiteiten te laten krimpen. Is dat niet raar?

De research-oriëntatie is voor universiteiten een wezenlijkprofiel. Ik geloof niet dat de doordrenking van deonderwijsprogramma’s met onderzoek overal optimaal vorm heeftgekregen.En toch moet dat als je als universiteit claimt dat degerichtheid op onderzoek jouw ultieme grond van bestaan is. Zou dat, in combinatie met aantrekkelijkere routes in hetHBO, er toeleiden dat de universiteit minder omvangrijk is, danjuich ik dat als lid van de commissie dat toe. Dat is wat andersdat bewust sturen op krimp.

Noodzakelijk is dan wel dat VWO’er iets te kiezen hebben:aantrekkelijker programma’s in het HBO. VWO’ers zijn zich van dehogescholen af gaan keren. Ze kozen vroeger relatief sneller voorde HTS, Sociale Academie of de HEAO. Dat lukt als het hbo henstraks ook opleidingen biedt met een onderzoekorientatie, maardanpraktijkgericht en professioneel van kleur, met als ‘beloning’vergelijkbare titels.

Kleinere universiteiten en blijeschatbewaarder

Worden die kleinere universiteiten – die geen AD kennen of geenpraktijkgerichtere , professionele opleidingen meer aan kunnenbieden – dan niet nog meer hetzelfde dan minder?

Zeker niet, want in die verscherpte orientatie van deuniversiteiten worden zij geacht om ook te komen tot scherperekeuzen en profielen. We zijn een heel klein land en moeten onservan bewust zijn dat we niet alleen binnen ons land een competitiemet elkaar voeren, maar ook als land met de rest van dewereld.

Dat hebben overigens sommige disciplines al onderdeel gemaakt vanhun traditie. Er zijn op sommige terreinen al natuurlijke vormenvan complementariteit, taakverdeling én samenwerking ontstaan. Maarals ik dat mag zeggen als eenvoudige hbo’er, daar is bij veeldisciplines ook nog wel de nodige winst te boeken. Dat gaat verderdan alleen onderzoek, dat heeft ook implicaties voor het onderwijs,zeker op masterniveau.

De commissie vertelt op bladzijde 57 van haar rapport, dat devoorstellen zichzelf terug zullen verdienen. Die inverdieneffectenzal de komende minister van Financien dankbaar inboeken enopgeruimd tegen OCW, de HO-koepels en de studentenbonden zeggen:’als jullie die inverdienefecten hebben gerealiseerd – en ik wensjullie echt veel succes – kom daarna dan maar nog maar ‘s langs voor extra’s, als je die nog nodig zou hebben.’

Wat wij zeggen is dat het ambitieniveau echt een keuze is.Even heel scherp he? Om het bestaande niveau van inspanningenintact te laten hebben wij niet gepleit om er nog maar een schepgeld bij te doen voor het hoger onderwijs. Wil Nederland echternaar een ander ambitieniveau dan zul je moeten investeren.

Het wel of niet investeren in zo’n ambitie voor onderwijs enonderzoek is Europees gezien echt een issue, kijk maar naar derecente discussies in Duitsland. Merkel zegt nu: ‘we gaan nu in deeurocrisis niet beknibbelen op de 18 miljard extra die zijnvastgelegd voor Bildung en Forschung’. In haar eigen CDU moest zijdaarvoor een machtswoord spreken en dat deed ze.

Veerman zegt hetzelfde als wat Angela Merkel zegt. Niets meer enniets minder. Het is de consequentie van de keuze voor eenkenniseconomie.

Merkel-punt op MTV 3 juni

Je hogeschool participeert zeer actief in het Kennisdebat 2010 dat MTV Coolpolitics enScienceGuide donderdag 3 juni organiseren. HAN-lector Frans Nautais een van de kennis-en-innovatie-experts die in de discussie enrol krijgen. Wat zou de vraag zijn die jij zelf de lijsttrekkersvoor zou willen leggen?

Eigenlijk dat Merkel-punt! De hamvraag is niet of we dieambitie naar de Top 5 verkondigen, maar of we de consequentie echtwillen trekken. De vraag is dan of zij hun sociaal-economischbeleid vooral op de korte termijn willen richten, of dat zij nu eenparadigma stap weten te maken.

Kijk naar de SF-discussie: de studiebeurs wordt sterk gezien alseen ‘kostenpost’ voor de korte termijn en niet als een impuls voorkennis.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK