Jihaditerrorisme op zijn retour

Nieuws | de redactie
2 juli 2010 | Het jihaditerrorisme is geen nieuwe vorm van terrorisme. Het is al evenmin een existentiële bedreiging voor het Westen. Dit betoogt Teun van de Voorde (UGent) in haar proefschrift. In het onderzoek analyseert ze de mondiale golf van terrorisme, met als casestudie de opkomst en het verval van het jihaditerrorisme.

Jihaditerrorisme

Het jihaditerrorisme – dat vaak ten onrechte wordt aangeduid alsmoslimterrorisme – is niet meer dan een hedendaagse variant van eenspecifieke vorm van terrorisme, namelijk revolutionair terrorisme.Net zoals eerdere uitingen van deze soort, vertoont ook hetjihaditerrorisme een golfbeweging. Het ontstaat in specifiekeomstandigheden, consolideert gedurende een korte tijd en takeltvervolgens onherroepelijk af.

De redenen voor dat verval zijn dezelfde als vroeger: ook hetjihaditerrorisme is een zelfvernietigende strategie, waarbij eenhandvol ineffectieve en vaak mislukte acties maatschappelijketegenkrachten opwekt en beleidsreacties uitlokt waartegen het nietbestand is. Het gaat dan ook niet om een ‘nieuw terrorisme’, dateen nooit eerder geziene, existentiële bedreiging zou betekenenvoor het Westen.

Het jihaditerrorisme kent opeenvolgende fasen. De opkomst van demondiale golf van jihaditerrorisme situeert zich tussen 1992 en2001. Na de aanslagen van 11 september bestendigt de campagne zichkortstondig, maar vanaf 2003-2004 begint deterreurgolf duidelijke tekenen van verval te vertonen.

Al Qaeda

De onderzoeksresultaten zijn opmerkelijk in het licht van deheersende percepties. Zo maakt Osama Bin Laden zijn rol alsterroristenleider in strategisch opzicht het meest waar vanafhalfweg jaren ’90 – op een moment dat hij hoogstens bekend is alsslechts één van de zovele terroristenleiders. Tot eind jaren ’90 ishij bijzonder succesvol in het voeren van de mondiale jihad die hijvoor ogen heeft. In de nasleep van de Afghaanse erfenis van dejaren tachtig, en terend op de diaspora van Afghaanse strijders,weet hij zich met Al Qaeda tegen eind jaren ’90 op te werken totvoorhoede van het islamitische verzet. Met een beperkt aantalaanslagen, zoals in Oost-Afrika in 1998 en uiteraard de aanslagenvan 9/11 zet hij Al Qaeda stevig op de kaart. Vanaf dat moment kentde hele wereld de Al Qaeda-standaard van grootschalige, simultane,secuur voorbereide martelaarsmissies.

Maar al kort na 11 september keert – opnieuw in tegenstrijd met deheersende perceptie – het tij: met Operation Enduring Freedomverliest Al Qaeda zijn unieke, organisatorische basis wanneer eencoalitiemacht onder leiding van de Verenigde Staten in oktober 2001Afghanistan binnenvalt. Al Qaeda kan nog enige tijd kapitaliserenop de politiek van coöptatie die het sinds eind jaren ’90 hanteerdeen op de inspirerende invloed die van de aanslagen van 11 septemberuitging. Vooral na de Irakinvasie (maart 2003) en bezetting (mei2003) boeten Al Qaeda-standaard en -doctrine aan belang in. Nu hetde versnipperde en gedecentraliseerde mondiale jihadibewegingontbreekt aan duidelijke strategische richtlijnen en effectievefinanciële en logistieke steun, zetten lokale terroristenleiders enjihadi’s naar eigen goeddunken de campagne door.

Verzwakte campagne

Dat het ideaal van een mondiale jihad toch nog beklijft,bewijzen aanslagen als die Madrid (maart 2004) en Londen (juli2005). Deze vertonen enkele van de elementen van de karakteristiekeAl Qaeda-standaard, maar kunnen verder niet verhullen in hoeverrede campagne verzwakt is. Met dit homegrown terrorisme komt deterrorismedynamiek nagenoeg helemaal van onderuit. Al Qaeda is zijnleiderschap over de mondiale jihadibeweging aan het verliezen.Tactisch en strategisch gesproken is van effectieve sturing zo goedals geen sprake meer. Doctrinair gezien zet de versnippering enideologische disputen binnen de jihadibeweging zich door.Maatschappelijk gezien kalft de geloofwaardigheid en legitimiteitvan het jihaditerrorisme af met elke aanslag. De slachtoffers zijnimmers steeds weer hoofdzakelijk moslims, wat vaak over het hoofdwordt gezien in de westerse berichtgeving.

Terrorisme-onderzoek

Teun Van de Voorde verdiepte zich in terrorismestudies en steldedaarbij vast dat de kennis na vier decennia van onderzoekondermaats is en dat misverstanden, een gebrek aan cumulatievekennisopbouw en vertekeningen het kennisveld kenmerken. Bovendienis er sprake van een ernstige scheeftrekking: het beschrijvendonderzoek domineert het meer fundamentele en noodzakelijkeonderzoek naar conceptuele, methodologische en theoretischekwesties.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK