Blijven duwen zonder brokken maken

Nieuws | de redactie
6 oktober 2010 | Voor NWO is Open Access ‘the only way forward’. Voorzitter Jos Engelen wil afrekenen met de misverstanden die er omtrent Open Access publiceren bestaan bij onderzoekers en universiteiten. “Er zijn wetenschappers die denken dat Open Access publiceren hetzelfde is als je resultaten op het web ‘flikkeren’. Dat is het dus absoluut niet.“

Komende week is het de nationale OpenAccess-week. De Nederlandse Organisatie voor WetenschappelijkOnderzoek verzorgt daarom op dinsdagmiddag 12 oktober een symposiumte Utrecht met als thema ‘De kracht van Open Access’. ScienceGuideblikt vooruit op deze bijeenkomst met NWO-voorzitter Jos Engelen,de meest uitgesproken pleitbezorger van Open Access.

Wat is eigenlijk de kracht van OpenAccess?

Engelen: Dat wetenschappelijkeresultaten en kennis beschikbaar komen zonder grenzen. Mét eenkwaliteitsgarantie, maar zonder barrières voor onderzoekers om bijkennis te kunnen. Dat is de kracht. Door Open Access-publishingwordt publiek gefinancierd onderzoek ook publiek toegankelijk.Bovendien bespaart het geld. Nu is het zo dat wij alswetenschappers onze copij gratis aanbieden aan een uitgever en dezevervolgens, als het gepubliceerd is, mogen terugkopen tegen eenprijs die wij zelf niet in de hand hebben. De afgelopen jaren isdeze abonnementsprijs in vele gevallen onredelijk hoog geworden. Erzit geen rem meer op.

NWO is een half jaar geledenbegonnen met een subsidieregeling voor onderzoekers om ‘Open Accesste publiceren’. Merken jullie hier al het effect van?

Het is altijd moeilijk om een transitiete bewerkstelligen, zelfs al is het nog zo duidelijk dat deze hetwaard is. Er is een zeker, en ook wel begrijpelijk, conservatismebij de onderzoekers. Die weten waar ze met hun publicaties terechtkunnen en blijven dat in grote mate ook doen. Maar we merken weldat de subsidie begint te werken. Sinds maart hebben zo’n 170onderzoekers van NWO financiering ontvangen om Open Access tepubliceren. Hun kosten hiervoor hebben we dus gecompenseerd. Eengoed begin. Al is van een faseovergang, zoals we dat in denatuurkunde zouden zeggen, nog geen sprake.

Zijn er ook onderzoekers negatiefover Open Access en die tegen u zeggen ‘wat moeten wij hier noumee?’

Jawel, maar ik kan u verzekeren: descepsis is bijna altijd gebaseerd op een misverstand en gebrekkigekennis. Er zijn wetenschappers die denken dat Open Accesspubliceren hetzelfde is als je resultaten op het web ‘flikkeren’.Ik gebruik dat laatste woord even opzettelijk, want dat is het dusabsoluut niet. Open Access publiceren is precies hetzelfde alspubliceren in Nature: er is een streng peer review, er iseen streng editorial board, er is een verantwoordelijkeeditor-in-chief en de publicaties die er doorheen komen worden aande dezelfde strenge kwaliteitscriteria onderworpen als bijNature.

Zodoende is Open Access publiceren ookniet gratis. Ja, peer review doe je natuurlijk gratis, maar er zitwel een administratieve staf achter die alles keurig bijhoudt. Ener moet natuurlijk een degelijke computerinfrastructuur achterzitten als het artikel op het web wordt geplaatst. Het eeuwigbewaren van de publicaties is ook niet gratis. Het is al met al eengecontroleerd proces, maar wel één dat fair is. Eén waarbijuitgevers voor hun diensten betaald krijgen door werkgevers vanonderzoekers volgens een tarief dat we vooraf afspreken. Zo sluitenwe uit dat de uitgevers de abonnementsprijzen zelf kunnen bepalenom zo hun aandeelhouderswaarde te verhogen.

NWO stimuleert zelf ook deoprichting van meer Open Access. Het gebied Geesteswetenschappenheeft onlangs een oproep uitgedaan tot het indienen vansubsidieverzoeken hiervoor.

Als we onderzoekers aanmoedigen om OpenAccess te publiceren zullen we er ook voor moeten zorgen dat daarvoldoende podia voor zijn. Binnen de disciplines zonder Open Accessjournals kunnen diegenen die deze willen oprichten – dus met peerreview, met een editorial board en dergelijke – bij ons voor steunaankloppen. NWO Geesteswetenschappen heeft hiervoor een marktgeïdentificeerd en wil hier nu stappen voor ondernemen.

We besteden tijdens het symposium op 12oktober ook aandacht aan het oprichten van Open Access journals.Het Max Planck Digital Library zal dan voorbeelden aandragen enervaringen delen hoe je zo’n journal zou kunnen opzetten. Zelf hebik bij CERN destijds met anderen het Open Access Journal ofInstrumentation JINST gestimuleerd. In mijn vakgebied isook het Journal of Physics G een Open Access blad metimportantie en hoge impactfactor.

Dat is trouwens ook iets wat ik nogaleens hoor van sceptici. Zij zeggen ‘als ik in tijdschrift X kom meteen grote impactsfactor is dat voor mij beter dan wanneer ik OpenAccess publiceer’. Dan zeg ik, geef Open Access journals even detijd en het vertrouwen. Dan bouwen ze zelf een net zo groteimpactsfactor op. Open Access publiceren betekent niet perdefinitie dat de status van de publicatie verloren gaat. Daar zijnal genoeg tegenvoorbeelden van.

Eén van de belangrijkste thema’svan de nieuwe Kenniseconomie Monitor 2010 van NL Kennisland is’Open vs Gesloten’ kennis. Deze stelt dat er te veel kennis onbenutop de plank blijft liggen en dat we innovatie een geweldige impulskunnen geven door vrije bronnen beter toegankelijk te maken. Maarover Open Access wordt niet gerept.

Dat is een omissie. Open Accesspubliceren heeft alles te maken met het dissemineren en het vooreen brede groep gebruikers beschikbaar maken van kennis die metpublieke middelen is verkregen. Wat betreft ‘Open vs Geslotenkennis’: de transfer van kennis, die in onderzoek verworven is,naar partijen die daar straks iets op de markt mee kunnen is eenklassiek probleem. Open Access wil die barrières zo klein mogelijkmaken. Maar als wij in privaat-publieke samenwerking tot bepaaldeonderzoeksresultaten komen moeten we de intellectual propertyrights van een vinding wel goed regelen. Vaak is het zo datbedrijven het alleen interessant vinden als er een patent opgenomenkan worden, zodat de economische activiteit die erop volgt totgewin kan leiden. Dat vind ik volstrekt redelijk. Maar dit hoeftniet direct te betekenen dat alle kennis dan gesloten blijft. OpenAccess publiceren hoeft in zo’n geval intellectual propertyrights helemaal niet in de weg te zitten.

De Kenniseconomie Monitor steltdaarnaast dat Nederland een internationale voortrekkersrol op hetgebied van vrije informatie kan innemen. Kan Nederland het OpenAccess land bij uitstek worden?

Soms denk ik weleens: liepen we maarachter de feiten aan, dan gaat het tenminste ergens anders harder.Ik merk in ieder geval in gesprekken met wetenschapsfinanciers datde voorbeeldstappen die we hebben genomen op instemming ennavolging mogen rekenen. Het feit dat we met Open Access een beetjevooraan lopen is prima in overeenstemming met de ambities die wemoeten koesteren.

Maar ik vind dat de transitie van degevestigde naar de nieuwe orde te langzaam verloopt. In discussiemet Europese ambtgenoten komt telkens weer naar voren dat weallemaal moeten blijven duwen om Open Access op de voorgrond tekrijgen. Als we besluiten dat we ons laten gijzelen door de groteuitgevers die geen Open Access willen, dan gebeurt er niets. Dus weblijven duwen en proberen, zonder brokken te maken.

Toen u een half jaar geledenmededeelde dat uitgeverij Springer het Open Access-model zou gaanhanteren, riep u: “nu Elsevier nog!” Is dat al gelukt?

Zover is het helaas nog niet. Ik ziedaar nog geen bewegingen die de grote stap, waar ik erg naaruitkijk, aankondigen. Ze zullen er nog niet helemaal aan toe zijn.Ze bieden wel een aantal hybride producten aan, maar dat vind ikeigenlijk half werk. Springer doet dat ook nog wel, maar minderhybride. Voor hen is de stap naar volwaardig Open Access nu heelklein aan het worden.

Helpen de universiteiten hier ookbij?

Die zijn totaal essentieel. Maar watuniversiteiten vrijwel zonder uitzondering aan het doen zijn op hetmoment is het aanleggen van wetenschappelijke repositorieswaarin onderzoeksresultaten van die universiteiten worden geplaatsten toegankelijk worden gemaakt. Dat is best aardig, maar let op:dat is niet Open Access publiceren! Bij universiteiten zelf – endat zeg ik maar heel eerlijk – heb ik niet de aandacht voor ditonderwerp aangetroffen die gerechtvaardigd en nodig is.

Ook het HBO zou van Open Access kunnenprofiteren. Als het zo is dat de kennisstroom van wetenschappelijkeresearch naar het onderzoek dat op het HBO ontplooid wordt, wordtgehinderd omdat publicaties niet toegankelijk zijn, dan is datreden te meer om binnen het Nederlandse hoger onderwijs voor OpenAccess te pleiten.

Het belang van Open Access is iets watik zeker de rectoren bij de universiteiten nog een keer onder deaandacht wil brengen. Ik begrijp ook wel dat deuniversiteitsbestuurders de kwaliteit van hun onderzoekers willenmeten. Als zij zich lekker voelen bij de gevestigde systemen,zullen zij minder snel de voordelen van Open Access publicereninzien. Daar ligt dus nog een mooie taak voor NWO.


Meer informatie over het NWO-congres over Open Access vindt u hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK