Inholland wil weg als alibi
Dat Doekle Terpstra in enkele weken twee eerste klasmedebestuurders kon vinden, die een jaar lang met hem de groteRandstad-hogeschool opnieuw op de rails willen zetten, is al eensignaal dat Inholland nog lang niet uitgerangeerd is. Het
Luiken open
Met twee zeer ervaren WO-bestuurders van zeerverschillende achtergrond krijgt Inholland een aantal pluspuntenmee. Ten eerste kan men in het interne debat over ‘hoe verder metonze hogeschool’ een input op het hoogste bestuursniveau verwachtendie voortbouwt op een langdurige expertise in grote, complexe eninternationaal opererende universiteiten: de UU en de VU. Dat zetbij zowel de inhoud als de kwaliteit van die interne discussies deluiken flink open.
Het nieuwe college wil daarom het thema ‘onderwijs’ veel meercetraal stellen, zo kondigde Doekle Terpstra aan in eentv-interview door Paul Rosenmöller. “het is in de hogeschool delaatste jaren weinig over onderwijs gegaan. Er was veel bestuurlijkgedoe, aandacht voor fusies en de gevolgen van fusies.” Dat kostteveel mensen te veel energie stelt hij vast. “Energie die ten kosteging van het geven van onderwijs en de aandacht daarvoor.”
Ten tweede is er een nieuwe inhoudelijke balans mogelijk, doordatde twee oud-WO-bestuurders niet verstrikt zijn in het ‘gedoe’ vande voorbije jaren. Niet alleen die binnen de hogeschool, maar ookdie tussen Inholland en de anderen binnen het HBO. Zouden er in hetnieuwe CvB voor een jaar enkele namen vanuit elders in het HBOaangetrokken zijn, dan was er nog altijd sprake geweest vanverbindingen met de problemen en disputen daarover van de laatstetijd.
Uit de sfeer van laagwaardigheid
Dat is, ten derde, ook voor OCW relevant. De bewindslieden kunnende Kamer nu nog beter afhouden van onberaden stoerheden en eisenvan ‘er moet nú iets gebeuren’, zonder dat daar een heldere analyseof turnaround-plan aan ten grondslag ligt. Met het nu benoemdedrietal is een bestuurlijk stevig en ervaren geheel aan het werk,dat zowel in het HBO, het WO als ‘Den Haag’ enkele potten lijkt tekunnen breken.
Hier speelt eens te meer dat de hogeschool wegen zoeken moet om uitde sfeer te geraken van ‘laagwaardigheid’ vanwege niet deugendediploma’s of iets dergelijks. Met de twee doorgewinterdeWO-bestuurders in de top zet men een duidelijke eerste stap in dierichting. Dat is ook daarom nodig, omdat in het publieke discoursal snel het geluid opgeld is gaan doen dat ‘het HBO ver isweggezakt en dat kun je zien aan Inholland.’ Daar zit niemand inhet hoger onderwijs of bij de beleidsmakers op te wachten, zelfsniet bij diegenen die in het politiek debat graag puntjes scorenten koste van een notoir voorbeeld van ‘managersbewind.’
Vallen voor verleiding van alibigedrag
Doekle Terpstra wees in gesprek met Paul Rösenmöller op tver op, dat “Inholland een metafoor is voor heel het hoger onderwijsen ook breder, bijvoorbeeld in het debat over menselijke maatversus grootschaligheid.” Bovendien klinkt binnen Inhollandregelmatig het geluid, dat men zich ook binnen HBO-land ook wel watals makkelijke kop van jut uitgebaat ziet. Want met de vinger tewijzen naar deze hogeschool is wellicht ook een eenvoudige manierom the spotlight van eigen beperkingen of zwakke plekken weg telaten glijden.
Voor die verleiding tot alibi-gedrag ziet men binnen Inhollandcollega’s elders in het HBO toch af en toe wel vallen. Ook dat iseen reden dus om met dit verrassend andere profiel van het’CvB-2011′ de toon, inhoud en invalshoek van de discussie over detoekomst van de hogeschool een heel andere te laten zijn.
Meest Gelezen
‘Compensatoir toetsen komt kwaliteit hoger onderwijs wél ten goede’
‘Juist bij flexibiliteit heeft student behoefte aan structuur’
Minister: “Verengelsing ondermijnt de toegankelijkheid van universiteiten”
Wet leeruitkomsten: Doorgeschoten individualisering of broodnodige keuzevrijheid?
Kamer zet voorlopig streep door volgende ronde Groeifonds