Liever kwaliteit dan spierballentaal

Nieuws | de redactie
5 januari 2011 | LSVb voorzitter Sander Breur heeft eigenlijk zijn handen te vol aan de bezuinigingen om zich bezig te houden met de precieze uitwerking van het nieuwe accreditatiestelsel. Maar wat er nu dreigt te gebeuren met de bewaking en vooral verbetering van HO-kwaliteit, kan hij niet laten zitten. “De spierballentaal werkt volledig averechts en Zijlstra sloopt vakkundig de verbeterfunctie waar al om gesmeekt wordt sinds de invoering.”

Liever kwaliteit dan spierballentaal


Eigenlijk heeft de LSVb het te druk om zich bezig te houden met deprecieze uitwerking van het nieuwe accreditatiestelsel. Rutte heeftde slopershamer immers ter hand genomen en deze hangt als eenzwaard van Damocles boven het hoger onderwijs, waar studenten endocenten, kenniseconomie en motie Hamer met angst en beven wachtenwaar de eerste slag gaat vallen. Voor een studentenvakbond zijn ermisschien op het eerste gezicht belangrijker onderwerpen danaccreditatie. Nu staatssecretaris Zijlstra echter enpassant het fundament onder het nieuwe accreditatiestelsel uitlijkt te slaan, willen we toch tijd vrijmaken om een poging te doendit te voorkomen.

Wat waren ook alweer de uitgangspunten van het nieuwe stelsel?Het moest goedkoper en de administratieve lasten moesten wordenteruggebracht. Ook was vrijwel iedereen het erover eens dat dekwaliteit gecontroleerd moest worden op het relevante niveau,namelijk de opleiding. En een erg belangrijk punt was hetversterken van de verbeterfunctie van het stelsel.

Geen nekschot

De kern van de verbeterfunctie is dat opleidingen niet langereen spreekwoordelijk nekschot krijgen wanneer de kwaliteit niet aande maat is. In het huidige stelsel was er namelijk maar éénsanctie, het sluiten van de opleiding wanneer accreditatieuitbleef. Dit is een algemeen bekend en erkend probleem van hetvorige stelsel. De vorige onderwijsminister was zo wijs om dit aante pakken. Hij schreef aan de Kamer over de nadelen van het huidigestelsel: “Een negatief oordeel van de NVAO heeft dusdanig grotegevolgen, dat strategisch gedrag ontstaat om te voorkomen dat ergeen accreditatie wordt verleend. Om die reden wordenverbetersuggesties van VBI’s vaak niet zichtbaar gemaakt voor deNVAO, of blijven helemaal achterwege.”[1]

Er werd zelfs niet gewacht op het nieuwe accreditatiestelsel,Plasterk pakte door en regelde dit in de WHW-wijziging ‘VersterkingBesturing’ al voor het huidige stelsel, al zou dat niet heel langmeer lopen. Als LSVb waren we hier blij mee.[2] In ons bestuurlijkoordeel over de wetswijziging schreven we: “De LSVb vindt eenherstelperiode een goed idee. Het zal eerder voorkomen dat eenvisitatiepanel uit zal durven spreken dat de kwaliteit van eenopleiding onder de maat is en opleidingen krijgen de kans om zichecht te verbeteren. Voor studenten aan een opleiding die nietfunctioneert is een herstelperiode te verkiezen boven een situatiewaar ze 1) worden weggestuurd of 2) de opleiding er met een ‘zesmin’ van af komt en geen impuls tot verbetering heeft.”

Ook Karl Dittrich, grote baas van de NVAO, schreef onlangs nog:“De angst voor een negatieve accreditatie heeft tot eenbovenmatige productie van bewijsmateriaal en dus papier geleid. Hetontbreken van een herstelperiode in het Nederlandse stelsel leiddetot defensief en verhullend gedrag.”[3] Daarnaast hebbenmeerdere partijen, die de afgelopen jaren het accreditatiestelselin Nederland onder de loep hebben genomen, zich negatief uitgelatenover de zwaarte van de sanctie die staat op het niet verkrijgen vanaccreditatie. En dan gaat het om niet de minste partijen: onderandere de Europese accreditatiekoepel ENQA en de Rekenkamer. InVlaanderen bestaat er een herstelperiode en daar is men ergtevreden over. Zelfs Mark Rutte heeft tijdens zijnstaatssecretariaat voorgesteld een herstelperiode in te voeren.

Stoer gebaar

In dit licht is het antwoord van staatssecretaris Zijlstra van25 november jongstleden op schriftelijke vragen van de SPverbijsterend. De SP vraagt “in hoeverre situaties als bij dehogeschool Inholland voorkomen zouden kunnen worden door ditaccreditatiekader.” Het antwoord van de staatssecretarisluidt: “In het nieuwe accreditatiestelsel gaat het oordeel overzorgvuldige toetsing en examinering van studenten zwaarder wegen. .. voorts heb ik het voornemen om in het Accreditatiebesluit . . .te regelen dat de herstelperiode niet meer kan worden verleendzonder een voldoende oordeel over dit onderwerp”.[4]

Dit antwoord klinkt heel mooi, daadkrachtig en streng. Maariedereen die zicht heeft op de praktijk van accreditatie weetdat dit linea recta het tegenovergestelde bewerkstelligt.Opleidingen zullen zich gesloten opstellen uit angst voor hunvoortbestaan. Panelleden van visitatiecommissies zullen zeerterughoudend zijn met negatieve oordelen als hiermee een opleidingsneuvelt en dus het panel degene is die de trekker overhaalt. Metbetrekking tot dubieuze afstudeertrajecten: visitatiecommissieszullen in de praktijk nooit achter het bestaan van dergelijketrajecten komen. Als de opleiding dergelijke praktijken wilverdoezelen, dan lukt dat haar dat, is de ervaring.

Terwijl een strenge toetsing op examinering en eindniveaumet een vangnet (een herstelperiode) als iets niet in ordeis, wél effect kan hebben. Het stoere gebaar en de spierballentaalwerken dus volledig averechts op dit punt. Daarnaast slooptZijlstra zo vakkundig de verbeterfunctie uit het nieuwe stelsel,waar al om gesmeekt wordt sinds de invoering van het vorigestelsel.

Tussen alle desastreuze bezuinigingen en het slopen vankennisnatie Nederland door, één hartenkreet over kwaliteitszorg aande Kamer en de staatssecretaris: doe dit het nieuwe stelsel nietaan. Hou de herstelperiode er in, op alle onderwerpen, geef hethoger onderwijs de kans zichzelf te verbeteren in plaats van zakendie niet aan de maat zijn te verdoezelen.

Sander Breur, Voorzitter LSVb

 


[1] Brief aan de Tweede Kamer, 11februari 2008, Aanpassingen accreditatie hogeronderwijs.

[2] Let wel: met de invoering van deherstelperiode. Het uitblijven van enige noemenswaardigeversterking van de medezeggenschap in ‘Versterking besturing’ wasbedroevend.

[3] Tijdschrift voor Hoger onderwijs& Management, Karl Dittrich: “Het nieuwe Nederlandseaccreditatiestelsel”, nr. 4, 2010.

[4] Brief aan de Tweede Kamer, 25november 2010, Verslag schriftelijk overleg over hetaccreditatiekader.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK