Profileren tussen wolven

Nieuws | de redactie
11 januari 2011 | Profilering van hoger onderwijs is als de Dodenrit van de trojka naar Omsk. Terwijl wolven hongerig achter de reizigers aanrennen, vraagt UvA-rector Dymph van den Boom zich af waarom de eindbestemming 25 jaar na Deetmans HOAK nota nog steeds niet is gehaald. En wie zijn die wolven eigenlijk?

In haar Diesrede zei de Amsterdamse rector over de noodzaak totprofilering: ‘Uit onderzoek blijkt dat scherpere profilering welbevorderd wordt als er nieuwe functies komen, zoals de vorming vangraduate schools[1]. Andere krachtendie differentiatie bevorderen zijn de toenemende variëteit van destudentenpopulatie, de groei van de arbeidsmarkt voor academici ende opkomst en groei van nieuwe disciplines[2].’

Contraproductief beleid

‘Maar er zijn ook belangrijke tegenkrachten aan het werk,die juist uniformiteit in de hand werken. Ten eerste is dat hetbekostigingsmodel voor het hoger onderwijs[3]. Dat geeft deverkeerde prikkels af. Universiteiten worden niet beloond voorkwaliteit, maar voor kwantiteit. Hoe meer studenten je hebt, hoemeer geld je krijgt. Daardoor worden we met z’n allen meegezogen indie ongezonde mallemolen van de studentenaantallen. Universiteitenstreven daardoor naar maximalisatie van het opleidingenaanbod enimiteren elkaar in plaats van keuzes te maken. Dat is eenoverlevingsstrategie om de overheidsfinanciering veilig testellen.’

Dit leidt ertoe dat alleen al in de Randstad sprake is vanaanzienlijke doublures van opleidingen die zich weinig van elkaaronderscheiden. Er is hier in totaal sprake van 323 bachelor met 742masteropleidingen, soms ‘door zo’n beetje elke universiteitaangeboden’.

Bovendien zijn een rigide regie van de overheid door middel vande bekostiging en de weinige flexibiliteit van de universiteitenzelf ook factoren die profilering belemmeren. ‘We zijn meesters inhet verdedigen […}, we zijn nogal conservatief, erkende Van denBoom. Zij concludeert dat in de 25 jaar sinds de HOAK-nota vanDeetman het streven naar profilering wel voortdurend hoog op deagenda werd gezet, maar onvoldoende concreet is gemaakt en dat ercontraproductief beleid is gevoerd waardoor differentiatiefeitelijk werd tegengegaan.

Profileren op onderzoekszwaartepunten

Zij hoopt daarom dat overheid en hoger onderwijs zelf nu samenserieus werk maken van het advies van de Commissie Veerman. Haarschets van de concrete profilering van het WO was daarbijhelder. Het bacheloraanbod moet efficiënt gespreid worden over deverschillende regionale centra in het land. De graduate fase moetje niet regionaal organiseren, zo waarschuwt de UvA-rector. Zijkiest voor nadrukkelijke verbinding van dat aanbod met deonderzoekszwaartepunten per universiteit.

‘Dat hebben we bij de UvA ook gedaan. De zwaartepunten zijn deonderzoeksgebieden waar we heel goed in zijn en die veelperspectief hebben. Het is niet het enige onderzoek dat je in huishebt, maar je kiest er wel bewust voor om die geselecteerdegebieden extra mogelijkheden te geven om tot verdere wasdom tekomen. Die zwaartepunten vormen de kern van het eigen profiel,waarmee universiteiten zich onderscheiden ten opzichte vanelkaar.’

De universiteiten moet daarbij op hun profiel en kwaliteitallianties sluiten, onderling en met hun collega’s buitenNederland. ‘Een regionale aanpak schiet zijn doel daarom voorbij’,zei Van den Boom nadrukkelijk. Dat was duidelijk een pinnigeverwijzing naar de analyse van AWT-voorzitter Joop Sistermans dierecent schetste hoe hij het WO in enkele krachtige regionaleconcentraties zou ‘herschikken’.

Wie zijn de wolven?

De roedel wolven die hongerig achter de trojka op weg naar Omskaanjaagt, benoemde de rector ook nog even. Die heette Halbe, JanKees en Marja. ‘Telkens als we een sprong vooruit willen maken,happen de wolven naar onze benen en moeten wij net als de huisvaderin het lied van Drs P. teerbeminde kinderen achterlaten in hetkoude, donkere bos. Minder docenten, minder contacturen, minderbegeleiding, minder tijd voor onderzoek.’

Meer info over de Dies Natalis van de UvA vindt u hier.

[1] T. Parsons & G. M. Platt (1973).The American University. Cambridge: Harvard University Press.

[2] B. R. Clark (1983). The HigherEducation System. Berkeley and Los Angeles: University ofCalifornia Press.

[3] H. Vossensteyn (2010). Eeninternationaal perspectief op profilering en bekostiging. Thema, 5,49-52.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK