Scepsis is het begin van de wijsheid

Nieuws | de redactie
19 januari 2011 | Wat zou de grote econoom John Maynard Keynes Mark Rutte adviseren in de eurocrisis? Waarom is besef van onzekerheid en de omgang daarmee als filosofische grondslag zo essentieel voor het snappen van de economie? ScienceGuide sprak met Lord Robert Skidelsky, de biograaf van Keynes en denker over welvaart, Rusland, groei en Keynes’ afkeer van ‘keynesianen’. “They think they can catch uncertainty into mathematical formulas and base their economic politics or advice on this. But that’s ludicrous!”

Lord Skidelsky was door zijn lezing voor een select Brusselspubliek bij de Campus van de UM eerder opgeveerd dan vermoeid. Datreeksen studenten en Europese topambtenaren zijn boek “The Returnof the Master” als fans wilden doen signeren, hielp natuurlijk.ScienceGuide interviewde hem in Brussel over Keynes, deeuro en nieuw denken over de  kenniseconomie van de21e eeuw.

“Ik heb het geluk gehad dat ik de broer van Keynes nog heb mogenspreken over hem. Dat was een bejaarde heer die nog zeer bij depinken was. Net als hun moeder was hij ook zeer oud nog zeeractief, heel hun familie was nogal vief.  Het is zo jammer datJohn Maynard Keynes al zo jong ziek werd en later ook vroegstierf.”

Net als zijn vrouw en zijn broer had hij bij eenbetere constitutie tot in de tijd van Margaret Thatcher kunnenvoortleven. Dat zou wat geweest zijn, dieconfrontatie…

Weet u, ik vermoed dat daarvoor eerst iets heel anders wasgeschied. Keynes had het beleid voordien scherp bekritiseerd. Datmen zich op hem beriep en hele theoretische vertogen had op grondvan zijn werk zou hem allerminst bevallen hebben. Al in de vroegejaren ’40 in Washington was hij zeer kritisch over al diegenen diezich als Keynesianen afficheerden. Hij had dus in de jaren ’60 en’70 die kritiek opnieuw laten klinken en dan had men de fouten vantoen misschien niet of minder erg en hardnekkig gemaakt.

Het idee dat je enkele honderden mathematische sommen kontoepassen, zoals die uit zijn werk zouden zijn gekomen, en dieprecies voorspelden wat je moest doen en hoe je de economie zousturen… Hij vond het belachelijk en ook gevaarlijk. Keynes was alseconoom zeer pragmatisch. Het idee van één verklaringsmethode, metallerlei volmaakte gegevens daarvoor, dat vond hij onzin.

U gaf in uw lezing aan dat de ‘perfect information’van markten grondslag van de Chicago School á la Milton Friedmanhem hilarisch zou overkomen. Dat was wel waar Thatcher en haarnavolgers zich op baseerden.

Daarin dachten de Keynesianen en hun bestrijders als Friedman inzekere zin gelijk, grappig genoeg. Keynes zelf zou daar dus naarbeide richtingen scherpe kritiek op geleverd hebben! Het is nietrealistisch ervan uit te gaan dat mensen en markten hunbeslissingen nemen op basis van volmaakt uitgewerkte gegevens overde gevolgen van hun stappen. De pragmaticus in Keynes zal te goeddat de werkelijkheid en mensen daar te onvolmaakt voor zijn. Dekredietcrisis heeft hem wat dat betreft weer helemaal in het gelijkgesteld, meen ik…

Achter de pragmatische visie zat bij Keynes wel eendiepe, filosofische overtuiging. Het begrip ‘uncertainty’ en deomgang met onzekerheid had als jong wiskundige en denken algefascineerd, zo blijkt uit uw biografie. En dat bleef ook zo, ishet niet?

Oh ja, beslist. Dat thema is het grote idee achter Keynes’economische denken. De filosoof G.E. Moore was al vroeg zijninspiratie in ethisch opzicht, die in zijn boek ‘Principia Ethica’de grondslag legde voor dat doordenken van ‘uncertainty’. Dat isdoor heel zijn leven de grondgedachte gebleven.

Het gaat in de kern hier om: mensen kennen de consequenties vanhun handelen eigenlijk nooit. Hoe kun je dan toch ethisch, eerlijkrechtvaardig handelen? Dat is een cruciaal filosofisch en ethischvraagstuk. Wie dan beweren dat hun plannen of handelingen “in thelong run beneficial or just” zullen zijn, die moet je daaromwantrouwen, dacht Keynes. Zowel in de economie als in anderelevenssferen. Dat is wat hij bedoelde met zijn beroemde, drogeopmerking over dit soort denken: “In the long run we’re all dead… “Hij hield zich hier trouwens ook aan Edmund Burke en diens argwaantegen grootse concepties en hun onvermijdelijk lijkende, zegenrijkegevolgen.

Skidelsky pakt terwijl hij hierover praat eenexemplaar van zijn magnum opus en vindt moeiteloos ergens opbladzijde 530 de passage uit een essay van Keynes waarin deze Burkehierover aanhaalt.

De gedachte hier uit is dus dat het misschien wel helemaal nietwijs is om erg ver vooruit te kijken, of te doen, of je dat kuntsnappen, kunt analyseren. ‘Uncertainty’ is oprechter en filosofischbeter onderbouwd als uitgangspunt, vond hij. De gevolgen voor deeconomische theorie daarvan zijn natuurlijk genot. Ga maar na: hoekom je tot goede beslissingen over investeringen bijvoorbeeld, ofover de koers van de Euro, als je niet echt kunt uitrekenen wat jein de toekomst zult bereiken met zulke beslissingen?

Daarom achtte hij psychologische culturele en historischefactoren van groot belang bij zulke vragen. Wil je beslissingenbegrijpen en situaties analyseren moet je niet de illusie vanperfecte informatie of volmaakte sturing van een economie najagen.Je moet de impact van die andere factoren ook voortdurend meewegenin je denken over economie en hoe mensen daarin opereren.

Uw nieuwe boek heet provocatief ‘The Return of theMaster’. Was Keynes tot de kredietcrisis dan weg?

Toch wel hoor, toch wel. Zijn denklijnen “were ignored,sometimes even rejected”. Men ging toch weer in ‘perfectinformation’ handelen, wiskundige ‘probabilities’ op die basiszouden Keynes’ ‘uncertainty’-beginsel opheffen. Banken deden aan’riskmanagement’. Nou, dat hebben we geweten.

Alsof de aandelenprijs van een bedrijf of product dewaarde-ontwikkeling over de komende 10 jaar zou weergeven en datsoort denken. Alsof je risico’s in de werkelijkheid van het bestaankunt ‘managen’. De scepsis tegen dat denken, veelal door deChicago-school ontwikkeld, is nu toch wel leidend geworden. Daarinis de The Master dus wel helemaal terug. “And scepsis is thebeginning of wisdom.”

Een niet zo bekend aspect van Keynes’ leven en werkis zijn bijzondere band met Rusland. Hij trouwde zelfs eenRussische balletdanseres, tot verbijstering van zijn vrienden envriendinnen uit de Bloomsbury Group.

Sommigen van hen waren vreselijk onaardig tegen haar. Daar zattoch een echt Brits klassen en standen denken achter….  Zewaren heel vooruitstrevend in hun doen en laten, maar daar kwamtoch een ouderwets Engels standsonderscheid boven [lacht].

Hoe zou Keynes het post-Sovjet Rusland van Poetinhebben gevonden?

Hij schreef heel scherp over het Sovjet-bewind. Dat was nietmals, zeker niet in een tijd dat velen Lenin en Stalin nog eengenie vonden. “Washington DC met president Roosevelt, niet Moskouis het laboratorium van de wereld voor de vernieuwing” zei hijbijvoorbeeld.

Als een echte ‘liberal’ zou hij nu de corruptie en de greep vande oude KGB-kringen op het land verafschuwen. De angst voormachtshebbers ook. Maar net als destijds zou hij heel pragmatischde economische verbeteringen interessant vinden en stappen tengoede aanmoedigen. Want Rusland is een rijk land, potentieelvooral, en hij hield echt van Russen als mensen. Dat Poetin “athug” is dat zou hem niet eens zo storen, denk ik. Dat is een stukcontinuïteit daar die hij maar accepteren zou zoals ze is.

Keynes’ warmte voor de Russen zou toch voorop blijven staan bijhem. Ik begrijp die wel, ik ben er sinds 1994 veel geweest. “Theglory of Russia are the women.” Dat zijn vaak geweldige mensen, zevormen ook de ruggengraat van heel het land. De mannen zijn meestalhopeloos, “useless”.  Ze gaan er ook verschrikkelijk gauwdood, dat is demografisch een enorm probleem. Terwijl de welvaarttoenam daalde nota bene de gemiddelde leeftijd van sterfte onderhen naar ongeveer 58. Ongekend is dat: een hoog ontwikkeld land,rijk aan bronnen van welvaart, aan technologische kennis ook endaar daalt de leeftijd waarop mannen gemiddeld overlijden. Voor deeconomie van Rusland is dat een uitzonderlijk groot minpunt.

Wij in West-Europa hebben ook wel een paarproblemen. Als u als lid van het House of Lords en economischhistoricus een advies zou mogen geven aan onze nieuwe premier over’hoe nu verder met EU en euro?’, wat was dan uwraad?

Wat deed uw nieuwe Prime Minister hiervoor?

Hij was – onder meer – een pittige’junior minister’ voor hoger onderwijsbeleid.

“Really? Higher Education?” Dan is het allereerste wat ik zeggenzou: “U weet vanuit het hoger onderwijs dat het cultureel gat inEuropa heel groot is. Alle krachten van kennis, cultuur, intellectin de westerse wereld zijn Amerika-centrisch geworden. Kijken naarde Nobelprijzen die in Zweden worden verleend maar in hoge matenaar Amerikanen gaan…. Onze universiteiten zijn niet echt meer detop 100 van de wereld, Oxford en Cambridge blijven meer vanuittraditie nog in de bovenste regionen, maar verder is er weinig’civilisatie-tegenkracht’ in Europa tegenover de USA.

Europa ontbeert een duidelijke eigen cultuur en ambitie alsbeschaving, zoals Amerika dat wel heeft. We zijn een beetje eenwoestenij aan het worden, “good bourgeois philistinism” domineertook het politieke debat.  Deze middelmatigheid is ook enuiting van het gebrek aan zelfrespect in Europa. “We have a greatpast, Europe has had its day. The torch has passed,” dat soortdenken.

We hebben dus eigenlijk een echte, nieuwe renaissance nodig, meteen Europees beschavingsideaal. Dat moet vooral niet onder éénnoemer gebracht worden, als het ware gestuurd vanuit een centralein Brussel of zoiets. Dat past ook niet bij het hoger onderwijs datin zo’n culturele bloei een grote rol hoort te spelen.”

Premier Rutte zal niet iemand zijn die voor datlaatste gaat pleiten, vermoed ik. Het is opmerkelijk dat u met zo’nintens cultureel, bijna historisch aspect als eerste begint en nietmet iets van een betere sturing van de Eurozone.

Dat is ook best belangrijk natuurlijk, daar kom ik zo nog wel opterug. Maar dat culturele aspect, die ‘woestenij’ in Europa is vangrote betekenis nu je nieuwe wereldcentra als China en India zietopkomen. Die kijken naar de USA, nog steeds, als het gaat om eenvisie, hun beeld van de toekomst. Veel meer dan naar ons.

Keynes was een echte Europeaan in cultureel, intellectueelopzicht. Maar dan een à la Goethe. Dat klinkt misschien verrassend,maar dat is het niet. Hij was voor een cultuur met allerlei centraen gezamenlijke idealen. Het Duitsland van 1750-1800, de tijd vanGoethe, had die rijke diversiteit en een grote culturele ambitie envele grote kunstenaars, schrijvers, denkers. Dat decentrale beeldmet al die steden en kleine vorsten drommen die wedijverden om debeste culturele en intellectuele impulsen, dat was er mooi en bleekook heel effectief.

Europa en ook uw nieuwe premier kan daar echt iets van maken. Jezou een beleid moeten voeren dat elke stad in Europa zo aanmoedigt.Elk daarvan moet in deze tijd een kenniscentrum willen zijn. Daarvindt het culturele en politieke debat echt plaat en dat zal vooraldivers en uitdagend worden op die manier.

Deze ‘flavour of Europe’ in de cultuur van de 21e eeuw is dusveel meer dan wat in de officiële stukken altijd wordt aangeroepenals ‘de sociale dimensie’ van de Unie. Dat blijft toch steken inallerlei nuttige regelgeving voor werktijden of kinderopvang. Jeziet dat de USA wereldwijd hier een magneet weet te blijven, ookdoordat men met één taal en enorme diversiteit van migrantengroepenen hun dromen mensen grote kansen geeft.

En wat moet premier Rutte – aan de hand van ‘theMaster’ – in de Eurozone nu gaan doen?

Weet u, de vraag voor hem en de andere leiders in Europa is:’Wil je dit echt? Een serieuze, krachtige Euro op hetwereldtoneel?’ Als je daar ‘ja’ op zegt, dan heb je een echtemuntunie nodig. Niet alleen maar een gezamenlijke bank.

De ECB is zeker noodzakelijk, maar je ziet dat dit nietvolstaat. De Eurozone moet één ‘Treasury’ hebben, met eengezamenlijk financieel beleid en jaarlijkse begroting. Niet inplaats van uw minister van Financiën, maar er bij als gezamenlijke’linking pin’.

U pleit dus voor een EU-kanselier, een Chancellor ofthe Exchequer van de Eurozone?

Ja natuurlijk. Kijk naar de EU van vandaag: die heeft een budgetvan zo’n 3% van heel het BNP van de lidstaten van de Unie samen.Men beseft nauwelijks hoe klein de Unie feitelijk is, in financieelen beleidsmatig opzicht. Wil je zo’n gezamenlijke munt en krachtigbeleid met zo’n Chancellor, dan zul je iets van 15-20% van hetstaatsbudget samen via de EU moeten gaan coördineren. De nationaleregeringen blijven dus zeer krachtig, maar je gaat duidelijk jefinancieel-economisch beleid sterk samen ontwikkelen en voeren. Danweet iedereen in de wereld dat het Europa ernst is daar mee.

Nu weet de wereld dat dus nog steeds niet, zegt ueigenlijk.

We zijn voortdurend heel druk met het regelen van adempauzes,dat ziet iedereen natuurlijk. De komende 2 à 3 jaar moet Europa destaatsschulden van de Grieken en Ieren – in elk geval – gaan’herstructureren’. Dat betekent “a long haircut”, maar geencompleet overheidsbankroet voor die landen. Geen ‘national default’en als Europa dat voor elkaar weet te krijgen is dat al een heleprestatie.

Een aanpak die meer is dan een adempauze vereist ook dat we metzo’n Euro-kanselier het nationale beleid van de landen sterkerafstemmen, Duitsland dus ook. U in Nederland zal ongetwijfeld horenbij een paar landen als Finland en Duitsland die hun zaken op ordehouden. De centrale uitdaging en vraag is alleen niet of u in zo’nklein groepje hoort, maar of u met de anderen er in wilt slagenheel de Eurozone zo’n succes te maken, in uw eigenbelang. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK