Een CPB voor onderwijsbeleid?

Tijdens het debat over ‘Tasten in het duister’ in het gebruikvan ‘intermediaire eindpunten’ -een soort tussendoelen- in dewetenschap zette Van der Velden uiteen hoe onderwijsonderzoeken onderwijsbeleid elkaar soms tegelijk helpen en dwarszitten. Zozijn beleidsmakers vaak primair geïnteresseerd in vatbaretussendoelen en targets, en dwalen zij daarbij af vande oorspronkelijk beoogde lange termijn doelstellingen ofeffecten die zij met hun beleid nastreefden.
Gezonder door kennis?
De complexiteit van de relaties tussen onderzoek, analysesdaaruit en beleidsvorming bleek uit vele, af en toe vermakelijkevoorbeelden. Zo lijkt onmiskenbaar vast te staan dat een hogeropleidingsniveau van een bevolking ook leidt tot een betergezondheidsniveau en aanzienlijk lagere kosten voor de bestrijdingvan geweldscriminaliteit. Maar of die betere gezondheid komt doormeer kennis over gezond gedrag of een betere kans op gezonderewerk- en leefomgevingen? Dat staat niet vast.
Onderwijsbeleid kent daarbij vaak meerdere, innerlijk tegengesteldedoeleinden. Ook dat maakt de benutting van onderzoek en deeinduitkomsten daarvan wel eens hachelijk. Een voorbeeld: uitonderzoek is op te maken dat verkleining van klassen een (gering)gunstig effect heeft op de kwaliteit van het basisonderwijs.Tegelijkertijd is klassenverkleining een zeer kostbare zaak. Moetje dat dan wel willen? De vraag rijst dan of eendergelijke ingreep wel ‘rendeert’ vergeleken bij andere mogelijkemaatregelen ter verhoging van kwaliteit.
Theo-route
Wat ook vaak buiten beschouwing blijft bij hetbeleidsonderzoek zijn de ongewenste, onbedoelde neveneffecten vaningrepen. Van der Velden wees in dat verband op het bepleiten endoorvoeren van rendementsbekostiging en het daardoor aanlokkelijkworden van verschijnselen als ‘de Theo-route’. (Blijkbaar is dat inkorte tijd een geheel ingeburgerd begrip geworden, ook in dewetenschap!)
Uit de discussies rond het rapport-Dijsselbloem en vergelijkbaredocumenten trok Van der Velden de conclusie dat grote behoeftebestaat aan systematisering van de data, variabelen en andereuitkomsten van het onderwijsonderzoek en beleidsonderzoek op ditterrein. Zeker nu er meer aandacht blijkt te komen voor een meerevidence based policy. Daartoe zou een soort ‘OnderwijsPlan Bureau’ à la het CPB een nuttige rol kunnen vervullen. Dit zoubij voorstellen of beleidsmaatregelen de effecten, kosten enneveneffecten moeten ‘doorrekenen’ en de vereisten aan zulkebeleidsdaden kunnen helpen formuleren voor de beleidsmakers en hetdebat erover.
Meest Gelezen
