Innovatie eist ruimte voor lange termijn

Nieuws | de redactie
16 maart 2011 | Op 24 maart vindt het VSNU-Café over het nieuwe bedrijvenbeleid en de negen topgebieden van EL&I plaats. Hoe beschouwen wetenschappers dit nieuwe beleid vanuit hun onderzoeksgebied? Ewine van Dishoeck, Leids astronome met wereldfaam, pookt de discussie alvast op. “Innovatie is niet op afroep beschikbaar, daar gaat 20 jaar overheen.”

Na Harvard, Princeton en Caltech keerde Van Dishoeck in 1990terug in Leiden. Ze werkt bij de Sterrewacht Leiden,  maarnoemt de ruimte haar laboratorium. Van Dishoeck – Spinozawinnaresin 2000 en ‘s werelds meest geciteerde moleculaire astrofysica -doet onderzoek naar hoe sterren, planeten en stelsel wordengeboren. Welke bouwstoffen zijn daarbij aanwezig? Sinds delancering in 2009 van de Europese Herschel satelliet, waarNederland een instrument met zeer geavanceerde infraroodtechnologievoor leverde, is Van Dishoecks research naar het ontstaan van waterin een stroomversnelling gekomen. In 1982 had zij al de eerstevergadering over het ambitieuze project.

“In mijn vak is alles lange termijn. Ruimteprojecten zijn zeercomplex en het duurt zo’n 25 jaar om een project de lucht in tekrijgen. We zijn nu al bezig met een groot initiatief voor in2030.” Eén van de belangrijkste initiatieven voor de astronomie ishet internationale samenwerkingsproject ALMA. Maar liefst 66radioschotels worden hierbij in Chili aan elkaar geknoopt die opsubmillimeter golflengten de ruimte kunnen waarnemen vanaf deAarde.

“De directeur van ALMA is een Nederlander, mijn oud-collega vande Sterrewacht en het ruimte-instituut SRON Thijs de Graauw, dieook het instrument op Herschel heeft gebouwd. Er zit ookbelangrijke Nederlandse technologie in. De bouw van de ontvangers,de ogen van de telescoop zeg maar, vindt hier plaats in eensamenwerkingsverband van universiteiten en bedrijven. Mijn rol ishet initiëren van zo’n samenwerking, partijen bij elkaar brengen enNederland in een goede positie brengen voor een bid. En natuurlijkhet vaststellen van de onderliggende wetenschappelijk vraag en’requirements’.”

Onduidelijke plaats in bedrijvenbeleid

Uit het voorbeeld van ALMA wordt de prestigieuze positie vanNederland wereldwijd goed duidelijk. Bovendien is Van Dishoecksechtgenoot, Tim de Zeeuw, directeur van de  EuropeseZuidelijke Sterrenwacht (ESO).  “Nederlandse astronomengenieten veel aanzien en we zijn ook echt wereldtop quaruimteonderzoek. We zijn innovatief, hebben een duidelijkeinteractie met het bedrijfsleven en onderhouden lange termijnsamenwerkingsverbanden. Maar we vallen niet goed te plaatsen in denegen topgebieden van Verhagen en dat baart ons wel zorgen. Wepassen misschien nog wel het best in de techniek – of watersectorzoals hij ze heeft gedefinieerd in het bedrijvenbeleid. Natuurlijkis het belangrijk om kansrijke terreinen extra te profileren, maarvoor ons is dat nu moeilijker gemaakt in plaats van makkelijker. Weweten nog niet wat dit allemaal voor ons gaat betekenen.”

Astronomie is in ons land een relatief klein gebied, maar weleen met grote kansen voor innovatie. “Op het onderzoeksvlak zit datvoornamelijk in de detectoren. Zo zijn bv. de CCDs binnen desterrenkunde ontwikkeld -in dit geval niet in Nederland-, en nuzijn ze 20 jaar later niet meer weg te denken uit de digitaleoptische camera’s. Binnen Nederland betreft het vooral detectorenvoor ver-infrarood, submillimeter en rontgenstraling.

Innovatie spin-off

Een voorbeeld van spin-off richting bedrijfsleven is deontwikkeling van precisie-engineering. “Dat heeft te maken met deuiteindelijke bouw van zo’n ruimteinstrument, waarbij de eisen voornauwkeurigheid, kwaliteit en betrouwbaarheid zo hoog zijn dat deingenieurs van bedrijven gedwongen worden om dit allemaal veelbeter te doen dan ze ooit eerder hadden gedaan. Dit heeft weer zijnuitwerking gehad op innovatie in andere sectoren. Van die kennis entraining heeft een bedrijf als ASML uiteindelijk geprofiteerd.”

“De investeringen in ALMA, maar ook in de nieuw te bouwen’Extremely Large Telescope’ – niet echt een originele naam, ik weethet – van ESO, zijn relatief klein.  Maar zij leveren ons ende Nederlandse bedrijven veel op, qua kennis en geld. Ons bid voorde bijdrage aan de nieuwe ESO-telescoop ligt nu bij OCW, dat erggoed met ons meedenkt. Er zijn goede redenen voor Rutteen Verhagen om dit bid groen licht te geven.”

Bedreiging voor innovatie

De voornaamste bedreiging die Van Dishoeck signaleert bijEL&I’s bedrijvenbeleid is korte termijn termijn denken.”Innovatie is niet op afroep beschikbaar, daar gaat 20 jaaroverheen. Bijkomend probleem is dat ik de afgelopen paar jaar, alvoor de crisis, heb gemerkt dat ook steeds meer bedrijven erslechts korte termijnvisies op nahouden. Dat ze zonder al te veelrisico en kostenneutraal willen opereren. Dat is voor mijn vak echteen bedreiging.”

Waar Van Dishoeck ook voor vreest is dat het verlangen vanrendement op korte termijn te ver is doorgeschoten naar hetonderwijs. “In veel gevallen vind ik dat de zogenaamdelangstudeerders achter de broek mogen worden gezeten, maar laten wewel oppassen dat we mensen niet te snel door het systeemdrukken.  Een student mag best een keer zijn kop stoten of eenverkeerde keuze maken in zijn onderzoek. Bovendien heb je in mijnvak om innovatie te bewerkstelligen wetenschappers nodig dieonafhankelijk kunnen denken op systeemniveau, die uit de voetenkunnen met onbekende scenario’s. Mensen die een breed scalaaan kennis en technieken kunnen toepassen om grote vraagstukken aante pakken. Dat kost nu eenmaal tijd en investeringen.”

Professor Ewine van Dishoeck is op 24 maart aanwezig op hetVSNU-cafe. Meer informatie over deze bijeenkomst leest u hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK