Nederlands HO kan Japan helpen

Nieuws | de redactie
14 maart 2011 | Na de natuurrampen en de dreigende nucleaire narigheid kan Nederland Japan bijstaan en er bovenop helpen. ScienceGuide sprak met Haruyuki Iwabuchi, directeur van de Japan Science and Technology Agency, over de tekorten aan bètatech talent, de vergrijzing en de noodzaak tot HO-vernieuwing. Ook is er samenwerking op nu cruciale terreinen als kernfusie en ruimteobservatie.

“Wij moeten onze universiteiten openen, ook cultureel, voormensen van buiten. Dat lukt jullie goed, maar wij blijven eeneilandnatie die sterk vergrijst.” Iwabuchi noemt het PBTzonder omhalen “onze zuster”. Het is voor hem namelijk een grootpluspunt dat het hier mogelijk is in alle openheid de zorgen enmoeite die vele landen hebben bij de bètapromotie te delen met deNederlandse club en daar van te leren.

Ook rond een andere, veiliger vorm van kernenergieopwekkinghebben onze twee landen de handen al ineen geslagen. FOM-Rijnhuizenen het Japanse National Institute for Fusion Sciences (NIFS)sluiten een overeenkomst om samen te werken aan de ontwikkeling vankernfusie als schone, onuitputtelijke energiebron. De basis voorhet partnerschap werd vorig jaar gelegd tijdens hetbezoek van toenmalig EZ-minister Maria van der Hoeven aanJapan.

Fusie-onderzoek richt zich op het produceren van schone, veiligeenergie uit de energiebron die de zon aandrijft: het samensmeltenvan waterstofkernen in een heet plasma. Dit onderzoek is zeerinternationaal gericht en gebeurt in grote samenwerkingsverbandenvan wetenschappers en bedrijfsleven.

Ook in het ruimteonderzoek -waarvan het nut van de tijdigscherpe observaties dezer dagen in Japan weer blijkt- is de samenwerking groot geworden dezer jaren. HetNSO en de Japanse collega JAXA hebben in dat verband hetzelfdeoogmerk: de ruimte benutten voor wetenschap, aardobservatie en hetontwikkelen van praktische toepassingen voor het dagelijks leven.En zowel Nederland als Japan heeft een rijke traditie op het gebiedvan ruimtevaart, die al vanaf de vroege jaren zestig samenliep, metname op het gebied van ruimteonderzoek. Zo speelde de JapannerYasuo Tanaka toen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van éénvan de eerste Nederlandse ruimte-experimenten.

De oudste vrouwen ter wereld

Iwabuchi draaide er zijn gesprek met ScienceGuide eind 2010 nietomheen: Japan kent dezelfde problemen als Europese landen bij debèta-talent promotie. Het is in Azië niet overal gejubel enoptimisme. Op ‘Meet the Future’ merkte hij nog eens extra hoewereldwijd deze lastige problematiek landen parten speelt. “Dezorgen én de doelen zijn global. De les van dit congres inNederland is dat intussen ook de drive om hier met succesaan te werken ook global is geworden.”

Nederland heeft hier twee keer een voorspring op Japan en anderelanden, analyseert Iwabuchi. “Als open Europees land kunt u meermensen trekken voor BT-functies en studies. En ze hebbenbaanzekerheid vanwege de vergrijzing. Bij ons is er ook een grootgebrek aan BT-studenten, maar tegelijk een onzekere arbeidsmarkt.Die combinatie is echt ongelukkig. Zij maakt onze studentenbovendien zeer terughoudend om een studie buiten Japan aan tedurven.”

De vergrijzing is in Japan al verder voortgeschreden dan bijons. Maar die verhelpt de onzekerheid niet. “Het is een grootprobleem. De Japanse vrouwen zijn de oudste ter wereld. Debevolking krimpt en het kindertal gaat verder omlaag, zodat we bijmeer ouderen ook nog extra minder werkenden krijgen. Debinnenlandse vraag stagneert daar door terwijl de arbeidsmarkt krapis en bedrijven veel aan outsourcing zijn gaan doen.”

De cultuur van Japan werkt ook door in de manier van kijken naardit probleem. “We zijn een eilandnatie, kennen heel weinig etnischeen culturele diversiteit. Historisch gezien is het moeizaam ommensen van buiten uit te nodigen onder ons te komen werken enleren. We hebben maar weinig buitenlandse studenten bijvoorbeeld enzij die komen die blijven daarna niet zo vaak. We werken er nu veelmeer aan om onze universiteiten te openen, zichcultureel leren open te stellen. Europa heeft het hierveel beter. En de USA helemaal. U kunt kennismigranten binnenhalen, dat lukt u heel goed. Iedereen is in de USA een immigrantgeweest en in Europa is culturele diversiteit vanzelfsprekend,vergeleken bij ons.”

Hoffelijkheid als probleem

De kern van het bèta-techniek tekort ziet het Japanse PBT in degrote breedte die bèta-techniek inmiddels kenmerkt, naast denogal passieve aard van veel jongeren. Iwabuchi zegt dat hetmisschien vreemd klinkt: “Bèta wordt steeds interessanter enbereikt maatschappelijk steeds meer mensen. En juist dat maakt dewerving van nieuw talent lastig. Het is veel minder iets speciaalsdan vroeger.”

Tegelijk zijn jongeren “best tevreden met hun leventje. Hunwelvaart is hoog, studeren of leren kan rustig, zonder al te veeleconomische problemen. Moeilijke BT-studies vinden velen daaromniet zo nodig.” Japan merkt in de eigen achtertuin dat dit enormeeffecten heeft. “We zien in Korea en China, maar ook in India datde jongeren daar juist wel zich enorm willen inspannen om viastudie en talent zich snel op te werken. Ons land heeft bovendiende culturele neiging zich als ‘nummer 2’ te gedragen. Wij zeggengraag hoffelijk ‘Na u!’.”

Ook in Japan is de belangstelling van vrouwen voor de bètasectorveel te klein. “Het gaat vooruit, maar langzaam, langzaam. Bijbiologie en farmaceutische vakken bijvoorbeeld. Er is in bedrijvenen universiteiten nog een glazen plafond aanwezig. Vrouwen wordennog wel universitair docent maar zelden hoogleraar. Van mijn 30studenten waren 2 vrouw en toch is maar een van hen nuassistent-hoogleraar aan een universiteit.”

Zorgen over de huwelijksmarkt

Dit vraagstuk ziet Iwabuchi vooral als een cultureel knelpuntdat ook zo alleen op te lossen zal zijn. “Als we een bèta-techseminar organiseren voor jong talent stellen we dat bewust 50-50samen uit jongens en meisjes. Op dag 1 zitten dan de jongens welallemaal op de eerste rij in de zaal. En ook de ouders zijn hiereen factor: zij vinden een loopbaan in de techniek geen ‘ladylike’toekomst voor hun dochter. Daarin kunnen zij zeer koppig zijn alseen meisje toch graag bèta wil studeren. Waarom? Vanwege hun zorgenvoor de huwelijksmarkt voor hun dochter.”

Het Japanse PBT nodigt daarom bewust ouders uit om mee te doenaan hun seminars en de studiekampen die zij organiseert. Daarkunnen zij zien hoeveel kansen er zijn voor hun kinderen, ook demeisjes. “Daar zien zij de rolmodellen ook. We zetten ook in op hetwerven van peercoaches. Op ‘Meet the Future’ kwam dat puntaan de orde, vanwege de positieve ervaringen in andere landen. Bijons slaat dit ook aan, merk ik.

Meisjes komen uit heel ons land naar zulke studiekampen om alspeercoach op te treden. Het geeft ze echt het gevoel datze niet alleen zijn, dat ze afwijkend gedrag vertonen als zeenthousiast zijn voor bètastudies!”

Sleutelwoord partnerships

Van het succes in Nederland neemt de JST Agency van Iwabuchibelangrijke aspecten en werkwijzen over. Zo stopt men met eenbeleid van opdragen en voorschrijven, maar nodigt partnerschappenvan scholen en ‘civil society’ uit met voorstellen te komen.”Partnerships is echt het sleutelwoord om aan bekostigingte komen. Zo kunnen wij de gesloten wereld van de scholen openkrijgen. De docenten in die gesloten scholen zitten zelf ook vaaknog dicht.”

In zulke partnerships wordt het mogelijk om allerleibuitenstaanders de scholen te laten ‘openen’. “We kunnen zobèta-tech studenten op scholen laten optreden met bijzondere lessenen proefjes. Maar ook moeders met een bètatechnische graad die aanallerlei activiteiten en projecten mee kunnen doen. Dat begint nusuccesvol te worden. In het eerste jaar konden we het beschikbarebudget niet kwijt, maar al een jaar later had elk schooldistrict inheel Japan projecten lopen. Ineens dreigde er een tekort!”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK