Nooit een operales gehad

Nieuws | de redactie
30 maart 2011 | Zij schitterde in de Gurre Lieder van Schönberg door Codarts en KC. De wereldberoemde sopraan Melanie Diener vertelt over haar vak, jaloezie op Nederland als muzieknatie, haar mentor Wolfgang Wagner, grote rollen, Vier Letzte Lieder, genieten van studenten, repeteren als topsport, Renée Fleming, en wat al niet. Geniet mee van - en met - een ster zonder allures en een vrouw vol “Kraft und Ausdruck”!

“Elke voorstelling van een werk, elke uitvoering is totaalanders. Man singt nie das selbe Stück.” Melanie Diener noemt operazingen “leren, leren, leren en nooit, nooit, nooitopgeven.” Zangeres van het zwaarste ‘vak’ in de muziek noemtzij zich een soort “Spitzensportler”, met de soms bijnamaniakale focus en gedrevenheid die erbij lijkt te horen. Om degrote rollen van Richard Wagner, Richard Strauss of ArnoldSchönberg te kunnen zingen, moet een mens heel veel in haar marshebben. Melanie Diener heeft dat allemaal. En meer, verrassendmeer.

Jaloers op Nederland

De sopraan vierde triomfen in Covent Garden, in Parijs,Salzburg, Berlijn én Bayreuth. Nu zingt zij het allerzwaarste water is, in het meest imposante dat conservatoria ooit in Nederlandhebben gepresteerd. Diener zingt de rol van Tove in ArnoldSchönbergs Gurre Lieder, een coproductie van Codarts en het KC. Ruim 350jonge musici en koorleden vullen dan het podium en moetenin twee uur zonder pauze een van de moeilijkste,hyperromantische stukken uit de muziekgeschiedenis spelen.

Alle voorstellingen waren “restlos ausverkauft” vertelt Dieneren zucht even. “Wat heeft Nederland toch een grandioze muziek- enorkestencultuur, dat jullie zoiets überhaupt voor elkaar krijgen.Weten jullie wel hoe heel de wereld jaloers is op dat niveau, dedichtheid en kwaliteit van die vele orkesten en gezelschappen? Nietalleen ‘Amsterdam’ hè? Hier in Rotterdam is het orkest na Gergieven nu met Nézet Seguin -die is echt “fabelhaft!”- ook alwereldklasse. En dan zijn er nog heel veel speciale orkesten engezelschappen, voor de oude muziek, de eigentijdse muziek.Ongelooflijk is dat. Ik hoor dat er gepraat wordt over financiëlebeperkingen en zo, wat is dat zonde als je zo “einmalig” bent alsland en cultuur.”

“Ik maak een diepe buiging, neem mijn hoed af voor jullieconservatoria en deze Gurre Lieder productie. Toen ik benaderdwerd, heb ik best even geaarzeld. Met zo’n orkest van alleenjongeren is het echt anders om zo’n ‘vreselijk stuk’ te doen danmet een orkest van topprofessionals. Het kan dan behoorlijk de mistin gaan, wees nou eerlijk. Maar toen ik het gesprek aan ging, toenging ik hier echt in geloven. ‘Dit moet je doen, ook dit kan weerzo’n leerervaring zijn waar je zelf ook veel aan hebt.’ Dat gevoelkreeg ik.”

Waanzinnig avontuur

Het uitvoeren van Schönbergs stuk – een gigantische opera,oratorium en liederencyclus tegelijk – is voor elk orkest “eenwaagstuk, een waanzinnig avontuur,” lacht Diener. “Ik heb het alvaak mogen zingen, ja ‘mogen zingen’. Want ze moeten enorme moedhebben en jou groot vertrouwen hebben om het uit te voeren en eensopraan te vragen Tove te komen zingen.” Een befaamde uitvoering,onder leiding van Strawinksy’s rechterhand Robert Craft, is metMelanie Diener ook op cd gezet en bekroond.

“Ik kan die opname eigenlijk niet horen. Je luistert alleen maarnaar wat je toch niet goed vond gaan, momenten dat je denkt ‘dat ismis, Melanie!’. En dat terwijl ik ook wel weet dat het objectiefbest een goede registratie is… Nu bij deze Gurre Lieder merkte ikhoe ik de voorbije jaren in dit werk zelf verder ben ‘gegroeid’.Met zo’n enorm orkest dat onervaren is in het begeleiden vanzangers -hoe kan het  ook anders -moest ik mijn ‘Kraft undAusdruck’ extra concentreren. Vooral in de intieme delen van departituur!”

“In die grootse, geweldige klankorkanen gaat het allemaal wel,maar juist die ingetogen passages, daar komt het er echt op aan.Dat moet je als jonge orkestmusicus wel leren. Dat leerproces methen in deze tournee vond ik heerlijk. Es war toll!”

Over de Gurre Lieder kan Melanie Diener uren praten, het is eenwerk waar je als sopraan ook moeilijk van loskomt. “De orkestratieen de bezetting van de instrumenten, het is “fast unmenschlich.” Dedirigent bepaalt dan of de hele zaak bij elkaar blijft en of hetenorme geluid toch zo gebracht wordt dat de zangers niet ‘totaalkapot’ gaan. Een beroemde collega van me zei ooit over de GurreLieder: ‘snappen ze wel dat zij wel allemaal een instrument hebben,een contrabas, een toeter, slagwerk, en wij alleen maar die tweekleine spiertjes in onze hals? Maar als je het durft en het lukt,dan komen er ‘tolle Momente!'”

Extatische hymne

Om Tove te zingen is eigenlijk een onmogelijke zangeres nodig.Iemand die de ‘power’ voor Isolde of Brünnhilde weet te combinerenmet de lyriek voor Elsa uit Lohengrin of Elisabeth in Tannhäuser.”Het is gewoon een beetje pervers wat Schönberg hier componeerdevoor ons, hahaha. De vorm is die van ‘liederen’ qua tekst enexpressie, maar hij zadelt je wel op met een reusachtig orkest.Bovendien ligt de rol in de openingsdelen nogal diep voor desopraanstem. Tot in het slotdeel van de Tove-passages het heel hoogkomt te liggen, daar moet je in die donkere delen je met je stem alop zien voor te bereiden, op te warmen als het ware. Tove is daaromeen heel dankbare, gruwelijke rol, die tot bloei komt als datenorme orkest beseft dat het “mitsingen muss”.”

Het slot van Schönbergs meesterwerk is een extatische hymne aande zon die het leven wekt. “Zoals dit orkest en koor dat speelden,zo goed heb ik het zelden gehoord. Hij componeerde dit volledig inC-Dur toonsoort, heel bewust. Als Mozartzangeres weet ik danmeteen: dat is de toonsoort van stralende, triomfantelijke muziek,van de keizer.”

Dat die hymne eigenlijk de terugkeer van de dode Tove in eennieuw leven, als ‘kind van de zon’, zou betekenen, dat vindt Dienereen verrassende interpretatie. “Das habe ich eigentlich im diesemSinne nie gesehen. Was für schöne Gedanke ist das!” Schönberg wildeeen soort wereldomvattend liefdesgevoel laten klinken… Misschien isdit idee helemaal niet zo gek.”  

De rol van Tove kan volgens Diener maar het best een échteStrauss-sopraan zingen, zo iemand die ook diens Vier Letzte Lieder’aankan’. “Daar heb je hetzelfde. Het eerste lied is voor een bijnaandere stem geschreven, veel lager, donkerder dan die andere. Jemoet in één boog als het ware zowel dat eerste lied kunnen zingenals ‘Beim Schlafengehen’ met die uitzonderlijke, lange hoge noten.”En laten die zeer geliefde, moeilijke vier liederen van Strauss nunet het Markenzeichen zijn van Melanie Diener, inheel de wereld… “Alleen nog nooit in Nederland”, zegt ze mettreurige, veelbetekenende blik en glimlach.

Invallen in Salzburg voor Fleming

“Weet u hoe ik überhaupt aan Strauss en de Vier Letzte Liederkwam? Dat is zo’n verhaal, zo’n moment in je leven dat je latermerkt dat er een leiding,  “eine Fügung” gegeven wordt aan jelot.” De sopraan was in Aix la Provence voor het operafestival enzou er Donna Elvira  zingen in Mozarts Don Giovanni. Dirigentwas niemand minder dan Claudio Abbado, de verfijnde Italiaansemaestro die in Berlijn en Salzburg zoveel naam maakte.

“Hij moest een orkestrepetitie doen voor ‘de Vier’, want na Aixzouden ze naar Salzburg gaan en die daar uitvoeren.” Met RenéeFleming als solist, tsja wat wil je nog meer als dirigent? Voor dierepetitie vroeg Abbado Melanie Diener tussendoor. “‘Zou jij even deLieder kunnen zingen als ik het met het orkest een laatste keerdoorneem?’ Ach waarom niet, dacht ik. Als Mozart-zangeres eigenlijkbest wel eens leuk om te doen.”

En toen gebeurde het. Renée Fleming moest ineens ziek afmeldenvoor Salzburg. Abbado had bij de repetitie in Aix in ‘zijn’ Elviraiets gehoord en wakker geschud wat zij niet wist van zichzelf.Melanie Diener viel in Salzburg in voor Fleming en de rest ismuziekgeschiedenis, zoals dat heet. Sindsdien zingt Diener groteStraussrollen als de Marschallin in Der Rosenkavalier – ook zo’necht ‘Fleming-rol’- en ‘het jonge zusje’ Chrysostemis in Elektra.”Die heeft in haar passages altijd het volledige orkest over zichheen, veel meer dan Elektra zelf. Die rol is een stuk zwaardereigenlijk dan die hoofdrol…”

Nein sagen, das muss man auch lernen

Met zo’n stem kan een sopraan heel veel aan. Daar zit meteen hetgevaar, vertelt Diener. “Toen ik in 1999 uit het niets bijna inBayreuth optrad als Elsa in Lohengrin, nou dat heb ik geweten. Jewordt daarna overladen met uitnodigingen voor die rol en voor allemogelijke andere rollen waar ze zo’n ‘Wagnerstem’ voor willenhebben. Op alles heb ik ‘nee’ gezegd.”

“Nein sagen, das muss man aber auch lernen.” Je kunt niet allessteeds afwimpelen, dan vraagt niemand je meer. Je moet dus vindenwat zou passen bij jouw stem, wat je als zangeres fysiek en ookemotioneel aankunt. Als jonge zanger moet je je eigenheid lerenontwikkelen.”

Die eigenheid van Melanie Diener ontsprong aan eenonwaarschijnlijke voorgeschiedenis. Wie haar had gezegd ooit eenbejubelde Elsa of Tove te zullen zijn die had ze laten opsluiten.”Ik ben begonnen als ‘Klavierstudentin!’ Speelde al sinds ik vijfjaar oud was. Toen kreeg ik een allergie waardoor ik mijn vingersheel slecht gebruiken kon, “ach, das war eine lange Geschichte…”Het conservatorium wilde me wel toelaten voor de opleidingschoolmuziek.”

“Das war mein Glück, das verstehe ich jetzt natürlich erst.”Want als muzieklerares in spe moest Diener ook zanglessen volgen,om straks de kinderen liedjes te kunnen leren. Een nieuwe wereld enhartstocht ging voor haar open.

Hoewel zij de hoogste cijfers van alle studenten zang kreeg bijde toelating, wilde het conservatorium in Stuttgart haar nietnemen. Piano en schoolmuziek, zo iemand is toch geen echtezangeres? Ze lacht er nu om, gelukkig. In Mannheim kon ze welverder en daar bloeide zij op als ‘concertsopraan’. “Ik heb in heelmij leven nog nooit één operales gehad. Hoe bestaat het, hè?”

Ontdekt door de bejaarde kleinzoon vanWagner

Als Mozart-zangeres begon haar loopbaan pas goed. Peter Brookkoos Diener voor één van zijn legendarischeZauberflöte-ensceneringen. “Dat vergeet ik nooit meer. Hij gaf mezoveel vertrouwen. Want ik was helemaal geen operazangeres, hadgeen theaterervaring of toneelpersoonlijkheid ontwikkeld. Als danzo’n wereldregisseur het in jou ziet, je als zangeres die kantleert ontplooien, dan kun je zo gaan groeien. “Unvergesslich.””

Via een Mozart-engagement in Brussel bij dirigent AntonioPappano werd ze door hem ‘getipt’ bij de oude Wolfgang Wagner inBayreuth. Die liet Melanie Diener voorzingen in 1998, voor Elsa inLohengrin. “Ik ben meteen uitgekozen ervoor, ik was totaalverbluft. Het ging razendsnel, net nadat ik even gas terug genomenhad toen ik mijn zoontje kreeg. In 1999 maakte ik al mijn debuut inBayreuth. Achteraf, nu, als ik terugdenk daaraan, dan schrik jegewoon dat zoiets kon gebeuren.”

“Wolfgang Wagnerwas in 1999 al 80, maar nog zeer vief, zeer. Hij was ‘s morgens alseerste in het Festspielhaus en deed ‘s avonds het licht uit. Zoalsdie man alles gaf en wat hij in meer dan 50 jaar als chef van hetnummer één festival ter wereld voor elkaar kreeg, het isongelooflijk. Ook hier weer: dat hij iemand als mij zijn vertrouwenschonk voor zo’n geweldige rol, dat geeft je zo veel moed eninspiratie.”

“Bovendien was het iets heel bijzonders om daar met hem tewerken aan Lohengrin. Je praat, je denkt, je oefent met iemand dieje fysiek als het ware direct terugvoert naar de componist. Daarsta je in 1999 dan als zangeres met die man die een directeverbinding heeft met de oorsprong van het stuk van zijn grootvader,een opera uit 1850. Die productie is mij emotioneel het meest bijgebleven van alles in mijn loopbaan tot vandaag.”

Unbefangenheit ist etwas so kostbares

Deze Hollandse Gurre Lieder van maart 2011 zullen Melanie Dienerniet minder bijblijven, dat gevoel leeft nu al sterk. Het was ookeen ontmoeting voor haar met de jonge, onbevangen artiest die zijzelft ooit op het conservatorium was. “Ik kwam binnen in dehogeschool en ze brachten me mee naar een kamer om even lekker inte zingen voor de eerste repetitie. Het was er meteen. Die geur indat hokje, ik wist meteen “Hochschule”. Alsof ik een tel terug wasin Mannheim, “ein unverwechselbares Gefühl”. Het was er allemaalweer.”

De repetities waren spannend, ook confronterend soms. Met jongemusici is het gewoon anders: “Diese Energie!” Repeteren is ook nietalleen maar afstemmen op elkaar en inzepen. “Het repeteren is zelfeen intens leerproces, de studenten zijn heel open. Ik was verrastdat de instrumentalisten uit het orkest me veel feedback gaven envroegen. Een stel wilde napraten en zei dat ze bij mijn masterclassvoor vier zangstudenten wilden komen. Of dat mocht… lieve hemel,dat is juist heerlijk als ze zo van anderen in andere disciplinesin de muziek willen leren.”

Die open onbevangenheid deed Diener genieten en soms ookopkijken. Tijdens de repetities voor de Gurre Lieder ontstond erdiscussie over een passage waar de zangeres een intiemere toonverlangde. Ze legde haar orkestleden uit waarom. “Dat had ookte maken met de verzen die ik bij die klanken moet zingen. ‘Kennenjullie de tekst van dat gedeelte?’ vroeg ik. “Stille. Niemand. KeinWort”. Eerlijk, daar schrok ik wel van.

Dit is niet om kritiek te spuien of zo, hoor, want dan moet udit niet opschrijven. Ik herken het ook van mezelf op die leeftijd.Ze vragen je de Gurre Lieder te spelen en, nou, dan doe je dattoch? Wel ja. “Diese Unbefangenheit ist etwas so kostbares. Undetwas ganz gefährliches auch.” Het is een puurheid, onbelast. Daarheb ik de afgelopen dagen bij onze tournee en de repetities intensvan genoten.

Incest in het Concertgebouw

Melanie Diener komt terug naar ons land, 31 augustus in hetConcertgebouw in Amsterdam. “Herrlich, einfach herrlich!” Ik zingSieglinde in ‘Die Walküre’ van Wagner. Zo’n geweldige rolin dat geweldige eerste bedrijf in die geweldige zaal. Met ook nogBob Gambill die de Siegmund zingt, mijn broer die ikin dat stuk dan terugvindt. En, nou ja, wat er dán allemaalgebeurt, hè?”

Inderdaad, er gebeurt dan één en ander. Tweelingzus en -broerontdekken dat de ander nog leeft, beiden alsgedoemde, bastaardkinderen van oppergod Wotan. De beruchtsteincestscène uit het hele operarepertoire vormt het jubelendeslot van dat eerste bedrijf. En omdat de nieuwe chefdirigent van deNederlandse Opera op de bok zal staan, zit heel de muziekkritiek ophet puntje van zijn stoeltjes in de zaal en vraagt zich af: ‘Hoegoed is Marc Albrecht in Wagners ‘Ring’?’ “Oh jee, echt waar?”lacht Diener. “Het wordt dus nog spannender dan ik al dacht.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK