OCW herstelt herstel van kwaliteit

In de nieuwe regelgeving voor accreditatie en borging vankwaliteit van opleidingen was opgenomen dat een negatieve conclusiezou leiden tot zeer snelle beëindiging van bekostiging en erkenningvan de kritisch beoordeelde opleiding. Hiermee week OCW af van delijn die voorheen in het stelsel van visitatie en daarna ook bijaccreditatie een centrale plaats had: instellingen konden op grondvan de analyse van de peer-review binnen beperkte tijd een zeerkrachtig hersteltraject inzetten. Een soort van ‘her-accreditatie’aan het eind van zo’n traject zou dan zorgen voor een drastischeverbetering van de kwaliteit.
Over deze koerswijziging van het ministerie bestond veel onvredeen rees ook veel onbegrip. Gedurende de kabinetsformatie leek heterop dat het inhoudelijk debat hierover enigszins lamgelegd wasdoor de actuele politieke ontwikkelingen. Dit veranderde toenLSVb-voorzitter Sander Breur op 5 januari een
Snel na publicatie van het artikel van Breur wijzigde OCW vankoers en bracht de ‘herstelperiode’ terug in haar plannen.NVAO-voorzitter Dittrich prees de staatssecretaris voor deze stap,omdat al bij de peer-review van de researchmaster was gebleken hoezinvol een dergelijke optie in het accreditatiestelsel kan zijnvoor de scherpte van de beoordelingen.
Tegen ScienceGuide zei Dittrich ter toelichting:”Borging van kwaliteit gaat over verbetering daarvan, niet omrepressie.” Bij de review van de researchmasters had Dittrichvastgesteld dat de experts die in de panels voor de peer-reviewhadden meegewerkt er niet omheen draaiden en tamelijk kritisch hunoordeel hadden afgegeven. Dat nam overigens niet weg dat dieresearchmasters in ons land als van internationaal topniveau werdenbeoordeeld.
Dittrich zei hierover: “Het oordeel was inhoudelijk dus zeerpositief, maar werd scherp geformuleerd. Zo’n 2% werd slechts alsexcellent aangemerkt, ruim 80% als voldoende. Voldoende betekenthier dus dat het een master is waarvan de kwaliteit aansluit bij deinternationale top. Dat is het soort scherpte in de oordelen zoalswij die willen.”
In een situatie dat scherpte van beoordeling bijna automatischleidt tot beëindiging van het betreffende hoger onderwijsaanbodontstaan naar de waarneming van deskundigen op dit terrein allerleigedragseffecten. De bereidheid om deel te nemen aan panels voorpeer-review ten behoeve van accreditaties gaat dan snel omlaag. Ookzal men pogen de oordelen zo algemeen en middelmatig mogelijk teformuleren. Zoals Dittrich zei: “Niemand heeft er zin in een scherpoordeel te geven waarvan je weet dat je meteen brokken gaat maken.Ook heeft niemand er zin in geen scherp oordeel te kunnen geven omte voorkomen dat je brokken maakt.”
Het herstel van de herstelperiode voorkomt dit typegedragseffecten. Als een opleiding kritisch benaderd moet wordenvanwege kwaliteitsgebreken heeft het zin deze zo precies mogelijkte formuleren en daar scherpe criteria en normen voor te hanteren.De betreffende opleiding krijgt dan namelijk een helder, kritischoordeel waar men in een herstelperiode in relatief korte tijd hardop kan ingrijpen om een turn-around van de opleiding mogelijk temaken.
Een interessant voorbeeld hiervan heeft zich recent voorgedaanbij de Ipabo. Deze hogeschool kreeg een negatieve beoordeling bijde accreditatie van de pabo’s en slaagde er in, in ongeveeranderhalf jaar de opleiding zo te reorganiseren dat na de ingrepenen herstelperiode de accreditatie weer volledig kon wordenverkregen. De zin van Sander Breur in zijn artikel blijkt dan ookprecies te kloppen. “Geef het hoger onderwijs de kans zichzelf teverbeteren in plaats van zaken die niet aan de maat zijn teverdoezelen.”
Meest Gelezen
Europese Unie: ‘Academische vrijheid in Nederland verslechtert’
UvA-studenten dagvaarden universiteit om internationalisering
'Studentenwelzijn verbeteren zonder wetenschappelijk bewijs kan veel schade toebrengen'
Laurens Buijs splijtzwam bij universiteitsbladen
Nederlandse universiteiten dalen op vrijwel alle domeinen in de QS-ranking
