Veerman is bewust geen lofzang

Nieuws | de redactie
21 maart 2011 | Koen Geven was ‘de student’ in de commissie-Veerman. Op ScienceGuide kijkt hij vooruit en terug. “Het rapport is geen lofzang op het HO, maar een uitdaging: ‘Ga aan de slag!’” Donderdag treedt hij daarom op in het NVAO-seminar over de research-master. “Ik hoop dat Sijbolt Noorda en de VSNU dit met een concrete aanpak oppakken.”

Heb je zelf eigenlijk wel een researchmaster gedaan? Wantanders gaan ze je donderdag tijdens het seminar nog allemaal flauwe vragen stellen alsdebatleider?

Haha, ik hoop van niet hoor. Momenteel doe ik een studie in hetErasmus Mundus-programma en de opzet van zo’n master lijkt daarnogal op. Een derde van de tijd is helemaal gericht op het lerenvan ‘zelf onderzoek doen’. Ik schrijf daarom ook twee scripties inplaats van die ene aan het eind van een klassieke master.

Mijn onderzoek gaat over de relatie tussen universiteiten en destraat, voor rond de kwaliteitszorg. Die rede van Dirk van Damme van de OECD die jullievorige week op ScienceGuide publiceerden, die heb ikmeteen gelezen. Een heel erg goed verhaal is dat, zeer bruikbaarvoor mijn werk aan de scriptie.

Karl Dittrich legt een direct verband tussen’Veerman’ en de verdere uitbouw van de researchmaster. Julliehadden als commissie die link wel wat pittiger mogen leggen, zeihij.

Het is prima als het werk van onze commissie aangescherpt wordt.We hebben het hele hoger onderwijs willen uitdagen tenslotte. Hetrapport is heel bewust geen lofzang op wat het hoger onderwijsallemaal presteert. We wilden uitdagen: ‘Ga aan de slag!’ We willendat HBO en Wo concreet worden bij hun eigen wens totprofilering.

Dat geldt ook voor de wens om meer onderzoekers op te leiden.Iedereen vindt dat we daar te weinig aan doen en van hebben in onsland. Om dat te verbeteren zul je de opleiding daarvan duidelijkermoeten profileren op de kwaliteit van het aanbod. En dus moeten wede researchmasters daarin versterken. Daar moeten de universiteitenen hun partners in het onderzoek tot afspraken gaan komen.

Bij die afspraken moeten ze ook internationaal kijken, metbuitenlandse partners. Want juist daar kunnen we de researchmastersveel beter profileren. En dat helpt meteen bij het verhogen van deinstroom, ook van interessante buitenlandse onderzoekers en mensendie hen graag willen komen opleiden op hoog niveau.

Welke punten ga jij in het seminar donderdag op tafelgooien?

Wat heel nuttig zal zijn bij de doorvoering van ‘Veerman’ inprofilering en differentiatie, vind ik, is dat de andere masterslessen trekken uit deze researchmasters-evaluatie. Ik ga zeker Jovan Ham uitdagen met die terechte vraag van Karl Dittrich: waaromdoen jullie als TU’s en bètasector niet aan researchmasters, als wezo’n tekort hebben aan goeie bèta-technici?

En ook de andere universiteiten, allemaal eigenlijk, moeten zichconcreet bezinnen: ‘hoe kan ik me zó differentiëren dat elk van onszich onderscheidt bij dat waar zij zich op profileert en haarprioriteiten legt? Waar richten zij zich nu feitelijk,onderscheidend op? Dus ook bij de researchmasters: hoe richt wiezich waar -bijvoorbeeld- op die 9 topgebieden van EL&I,met welke zwaartepunten bij researchmasters?

Bernard Wientjes geeft in zijn nieuwe brief aan de Kamer over ‘Veerman’ aan daar zorgover te hebben: blijft het niet vrijwillig-bestuurlijk envrijblijvend bij de profileringsafspraken?

Ik hoop dat Sijbolt Noorda dit punt oppakt en met een eigenaanpak van alle universiteiten komt. Dat moeten ze als VSNU ookniet alleen maar alleen willen doen. De Nuffic moet bijvoorbeelderin getrokken worden, want die doen op dit terrein internationaalnog maar weinig. De studentenorganisaties horen er ook bij: zijkunnen de deelname aan geprofileerde researchmasters heel goedhelpen promoten.

Wat iedereen moet leren zien, is dat deze opleidingsvorm echtniet alleen maar goed is als een soort voortraject voor promovendi.Het vormt mensen waar op heel veel plekken behoefte aan is:medewerkers met academische vaardigheden en zelfstandigeonderzoekservaring voor veel meer functies dan die binnen eenlaboratorium of universitair instituut. De researchmaster geeftvaardigheden mee die je niet zo gauw op andere opleidingen zultkrijgen.

U kunt na het seminar van de NVAO op donderdag24 maart meteen hierover doordiscussieren met Noorda en de zijnentijdens het VSNU-Café, even verderop in DenHaag!

ScienceGuide en NVAO bieden actieve studenten dekans gratis aanwezig te zijn bij het NVAO-seminar over deresearchmasters. Mail naar ij.vandenhout@nvao.netvoor de laatste 5 plekken!


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK