Waar blijft talent als topgebied?

Nieuws | de redactie
28 maart 2011 | Kijken naar de context, rekening houden met de lange termijn en meer focus op Europa, dat zijn de tips die wetenschappers de trekkers van de negen topgebieden willen meegeven. Een extra topgebied, talentontwikkeling, moet minister Verhagen van ELI niet vergeten bovendien.

Op het VSNU-Café waren wetenschappers uit gebieden van antiekGrieks tot geavanceerde sterrenkunde bijeen gekomen om hun licht telaten schijnen over de ELI-topgebieden en de consequenties van debedrijfslevenbrief op het Nederlandse onderzoek. Talentontwikkelingwerd in een zaal, gedomineerd door wetenschappers, als belangrijkaspect gezien. Moest dit niet gewoon een eigen topgebiedworden?

High tech in breder perspectief

Jeroen van den Hoven, wetenschappelijk directeur van hetCentre for Ethics and Technology gaf aan dat er eenbredere context weggelegd was voor het topgebied high tech. “Dezegebieden betreffen niet alleen onze vraagstukken, maar zijn global.Je moet dus zo’n Nederlands topgebied in z’n wereldwijde contextzien. Kijk bijvoorbeeld naar wat er in Japan gebeurd. Dat raakt onsallemaal.”

Interdisciplinair werken en over grenzen kijken was wat datbetreft een belangrijk aandachtspunt voor de topgebieden, beaamdeook de Leidse sterrenkundige Ewine van Dishoeck die zelfs de astronomie een rol toedichttein het topgebied water. Een belangrijk deel van haar onderzoek gaatbijvoorbeeld over het ontstaan van water op planeten als de aardevanuit chemische processen in het heelal.

Een technische analyse van wat nodig is aan topgebieden heeftook z’n beperkingen zo onderstreepte Ineke Sluijter, hoogleraarGriekse taal- en letterkunde en Spinoza-winnares. “Kijkbijvoorbeeld naar 9/11, toen dat gebeurde begreep ineens iedereenhoe noodzakelijk was dat je veel begreep en wist van de Arabischecultuur, godsdiensten en de manier van communiceren met dievolkeren.” Zij waarschuwde voor een focus op korte termijninnovaties, omdat daarmee vaak de interdisciplinaire innovatiesworden gemist.

Geef innovatie de tijd

Ewine van Dishoeck pakte deze focus op lange termijnnadrukkelijk op en sloot daarbij aan op haar interview recent opScienceGuide. “Innovatie is niet op afroep beschikbaar,daar gaat 20 jaar overheen.” Als je als land in de ontwikkeling vanzeer geavanceerde apparatuur zoals die in astronomie en ruimtevaarteen voortrekkersrol wil blijven spelen, moet je op een termijn van20 jaar investeren en mensen opleiden. Dat lukt Nederland op hetgebied van astronomie al vele decennia.

Brainport-manager Edgar van Leest legde de vinger nog even opeen zere plek. Hij stelde vast dat in het debat van het VSNU-Caféniet één keer de grote rol van Europa in het R&D-beleid wasaangestipt. Dat viel hem trouwens ook op in de brief van ELI.”Europa wordt vier keer genoemd in de beleidsnota, maar wel steedsgekoppeld aan natuurwetgeving”, was zijn nuchtere constatering.Buiten beschouwing blijven cruciale grote investeringsprojecten alshet EIT en de European Innovation Union van Barroso. 

Talentonwikkeling als topgebied

Elk van de sprekers miste in de negen topgebieden in zekere zineen topgebied dat daar dwars doorheen zit: de talentontwikkeling.Jeroen van den Hoven zei bijvoorbeeld: “Uiteindelijk is kennisvooral mensenwerk en daarom heeft het altijd een sterke socialecomponent. Als je hele goede mensen wilt trekken en vooral houden,moet je een boeiende omgeving voor hen bieden ook cultureel enmaatschappelijk.”

Sijbolt Noorda stipte het belang van behoud van talent ook aanals cruciaal aandachtspunt. “Ben je in staat studenten enonderzoekers te verleiden tot hier studeren en vooral ook teblijven? Je kunt 20 keer zeggen dat het Nederlandse bedrijfslevensuper is, maar als het aan die grondstof van goede mensenontbreekt, dan houdt het na een tijdje op.”

Van den Hoven viel hem bij en zei dat de vorming van humancapital dan ook eigenlijk de kern van het topgebiedenbeleid zoumoeten zijn. In het beleid van ELI zou de stimulering van’talentscouting’ een extra onderdeel moeten zijn, ook al omdat diteen terrein waar overheidsbeleid zowel heel actief als heeleffectief kan opereren. Het concreet stimuleren van de bestetalentzoekers in universiteiten, onderzoeksinstellingen enbedrijven is bijna altijd lonend.

De wereldmarkt van topkennis is bovendien een wat eigenaardigeonderstreepten zowel Van Leest als Van den Hoven. Zij vertoont dekenmerken van een ‘winner takes all’-model. De landen die zeer goedzijn op bepaalde terreinen, hebben een dominerende rol en trekkenmaximaal bedrijvigheid en talent op die gebieden. Een land dat watwegzakt valt na een tijdje echt uit die top en het gat daar achteris dan direct zeer groot. Nederland moet zich dit effectnadrukkelijk vergewissen.

Profilering á la Veerman?

Concentratie op negen topgebieden en keuzes daarbinnen raaktnatuurlijk onmiddellijk de discussie over differentiatie enprofilering zoals in gang gezet door het Rapport Veerman. InekeSluijter waarschuwde voor een al te eenvormige benadering daarvan.Zij nam als voorbeeld haar eigen vakgebied. Vanuit het oogpunt van’focus en massa’ lijkt het logisch om zo’n bijzonderspecialistische discipline sterk te concentreren en een krachtigkenniscentrum voor talentontwikkeling en onderzoek te vormen. MaarSluijter wees ook op de nadelen daarvan. “Je kan het welconcentreren maar dan halveer je de pool van talent die voor datvakgebied beschikbaar is. Het is beter meer dan één plek en profielte hebben.  Alle Griekse taal- en letterkunde in Leiden, datlijkt me vreselijk!”

Het thema ‘focus en massa’ was in het debat merkbaar eengevoelig onderwerp, mede dankzij het recente rapport van het Rathenau-instituut. Er klonken wat meesmuilendegeluiden en duidelijk was dat het debat over dat rapport nog maarnet begonnen was. Ongetwijfeld: wordt vervolgd.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK