De 500 miljard vraag

Nieuws | de redactie
12 april 2011 | Heel de kennistop was op Harvard samen met 'Dutch-Americans'. Frans Nauta (HAN) was erbij en schetst zijn eerste observaties: '“We have to unequalize,” zei Karel van der Toorn (UvA). Als het over onderzoek gaat, ziet hij graag dat er maar een paar Nederlandse universiteiten echt top zijn en komt er een 'shake out' in Nederland.'

‘De eerste dag zit er op. De twee bijdragen die me het meestzijn bijgebleven zijn die van James Kennedy en Karel van der Toorn.Kennedy is een Amerikaans historicus met een Nederlandse moeder enwerkt sinds 2003 in Nederland, eerst aan de VU en nu aan deUvA. Hij schetste een mooi genuanceerd beeld van sterke punten aanbeide kanten van de oceaan.

Amerika is sterk in wat Kennedy de ‘intensiteit van hetacademisch debat’ noemt. Dat is deels een gevolg van de nadruk opexcellentie. Een academicus die niet excelleert, overleeft niet.Een sterk pluspunt van dit systeem is dat de beste mensen uit dehele wereld graag in de VS werken. Een derde sterk punt is deopenheid van het systeem. De samenwerking vanuit de universiteitenmet bedrijven, NGO’s en overheidsorganisaties is omvangrijker dandie in Nederland.

Die sterke punten komen alleen niet zonder nadelen. Het is hardwerken, waardoor de balans tussen werk en privéleven lastig is.Door de nadruk op excellentie bestaat er stevige concurrentie, ookbinnen de muren. Tevens ontstaat er cijferinflatie, omdat iederestudent tenminste een ‘A’ eist.

Afgewezen topkandidaat

Op die punten scoort Nederland beter, neemt James Kennedy waar.Er is een gezondere balans tussen werken en leven en binnen deuniversiteit wordt er makkelijker samengewerkt. Het is allemaal”wat gezelliger”.

Dat heeft overigens ook een schaduwkant. Kennedy vertelde eenveelzeggende anekdote. Na een sollicitatieronde op een leerstoelvoor een nieuwe hoogleraar werd de topkandidaat zonder pardonafgewezen. Die mocht dan academisch de beste kandidaat zijn, hijzou waarschijnlijk niet een hele prettige collega zijn. Eindediscussie.

Uit het – herkenbare – betoog komt een vrij scherp dilemma naarvoren. Het is onomstreden dat de VS beter scoort dan ons land tenaanzien van het punt van excellentie. Maar kunnen wij daar onzeperformance verbeteren zonder dat we concessies doen aandie gezelligheid?

Privaat versus publiek

Karel van der Toorn, CvB-voorzitter van de Universiteit vanAmsterdam, benadrukte het verschil tussen een publiek versus eenprivaat model bij de financiering van het hoger onderwijs. HetNederlandse stelsel van onderwijs en onderzoek kent een publiekgefinancierd model. In zo’n model drukt men een belangrijkepolitieke prioriteit uit: toegankelijkheid voor een zo grootmogelijk deel van de bevolking.

Het Amerikaanse model is een hybride model, waarin naastpublieke universiteiten ook private universiteiten aanwezig zijn.Die private universiteiten zijn als ‘the cherry on the cake’, deechte top. Er zijn maar een paar publieke universiteiten in Amerikadie echt mee kunnen komen in die top. Uit de discussie met de zaalkwam echter wel naar voren dat de Nederlandse universiteitengemiddeld genomen beter presteren dan hun publieke collega’s in deVS.

Van der Toorn poneerde daarbij dat de politiek in Nederland optwee gedachten hinkt. Aan de ene kant bezuinigen op de publiekeinvesteringen, maar aan de andere kant niet de ruimte willen gevenaan de markt. Zijn voorkeur was helder: graag meer vrijheid.

Wat Van der Toorn betreft wordt het in Nederland allemaal watminder egalitair. “We have to unequalize.” Als het over onderzoekgaat ziet hij graag, dat er maar een paar Nederlandseuniversiteiten echt top zijn. Als het aan hem ligt komt er een’shake out’ in het Nederlandse systeem. Maar dat gaat niet zondereen heldere keuze van de politiek. “You can’t have your cake andeat it.”

De 500 miljard vraag

De belangrijkste vraag van de dag kwam vanuit het publiek. Deaanleiding was een getal dat Sijbolt Noorda (VSNU)’ in zijn lezingnoemde: de top 1000 bedrijven in de wereld besteden ongeveer 500miljard aan R&D bij universiteiten.

De vraag die vervolgens uit de zaal werd gesteld was: “Welkelanden weten een groot aandeel van die 500 miljard aan zich tebinden en wat doen die anders dan Nederland?” Het antwoord op dievraag bleef wat in de lucht hangen. Ondernemerschap, ondernemen metkennis, opdrachten doen voor bedrijven, dat was – helaas – deblinde vlek van de dag. Terwijl onze kennisinstellingen daar nounet veel af kunnen kijken in de VS. Hopelijk komen we daar op dagtwee aan toe.’

Frans Nauta (Twitter @fnauta) is lector Publieke Innovatieaan de HAN en columnist van ScienceGuide


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK