OCW kapt mooiste daad van Rutte

Bij de presidentsverkiezingen in Belarus in 2006 werd niet alleenmassaal gefraudeerd door de dictator, hij gebruikte het verzet vanstudenten en andere civil society groepen ook om de repressie inzijn land enorm aan te jagen. Recent deed hij dat opnieuw, na weerzo’n
Staatsecretaris Rutte van OCWreageerde prompt, toen bleek dat ook bij Nederlandse consulaten inbuurlanden van Belarus vele gevluchte jongeren uit destudentenbeweging in wanhoop zich meldden voor asiel of andereopvang. met het Libertas-fonds maakte hij het mogelijk dathogescholen en universiteiten hen inschreven en een vervolgstudiein ons land legaal konden bieden.
Zijn kabinetscollega Rita Verdonk konmoeilijk anders doen dan hem daarin volgen, hoewel haar lijn bij detoelating van illegale vreemdelingen meer van dik hout zaagtmen planken was. Deze stap was ook daarom pikant, omdat Rutte enVerdonk op datzelfde moment in felle strijd gewikkeld warenover het leiderschap van hun partij, de VVD.
Scherpekeuzes
Rutte’s eigen kabinet lijkt niet veelhistorische besef te bezitten en tegenover Belarus een opvallendzwabberige koers te varen. “Volstrekt onaanvaardbaar in het Europavan deze eeuw.” Die heldere taal van minister Rosenthal overhet gedrag van Loekasjenko kon bijvoorbeeld niet verhullen datNederland in dat land verwikkeld is tot in de haarvaten van demacht en de economie. ‘Staatsbank’ ABN Amro van liberalepartijgenoot Gerrit Zalm blijkt bijvoorbeeld zeer
Ook OCW laat Belarus nu in zijn sopgaar koken, de facto. “We maken scherpe keuzes. Van de subsidiesdie OCW in 2010 nog verstrekte, wordt een groot deel beëindigd.” Debewindslieden geven aan dat zij in totaal zo’n €230 mln structureelwillen besparen. Daar valt ook het bedrag van €1 mlnvoor Libertas onder.
Tikken voor Huygens enNeth-er
Opvallend in de bezuingingsbrief van OCW is sowieso het accentop kortingen in de sfeer van internationalisering en deversterking van de internationale positie van de kennissector vanons land. Die is in het HO zo goed geslaagd, dat de sectordeze best zelf kan onderhouden, aldus de denklijn van debewindslieden.
“De sector zelf heeft in eerste instantie deverantwoordelijkheid voor beleid ten behoeve van het aantrekken vanbuitenlandse studenten en onderzoekers, c.q. het begeleiden vanNederlandse studenten of onderzoekers in het buitenland. De sectoris hierin inmiddels ook steeds actiever. Om deze activiteiten teondersteunen houden we een internationale infrastructuur in stand,zoals de Europese beurzenprogramma’s en de meeneembarestudiefinanciering. Wel beëindigen we het Huygens Scholarshipprogramma, mede vanwege het beperkte aantal bursalen.”
“Ook nemen we een aantal maatregelen ter verhoging van deeffectiviteit en efficiëntie van de infrastructuur. Zo worden desubsidies verminderd van een aantal organisaties dat zich richt opinternationale samenwerking, bilateraal en in Europees verband(zoals Europees Platform, Frans-Nederlandse Academie, DuitslandInstituut Amsterdam, Neth-er).”
