Op zoek naar anti-atoomkernen
Zo is voor het eerst Antihelium-4 waargenomen. De botsingen inde deeltjesversneller lijken sterk op de omstandigheden vlak na deoerknal. Het maken van antihelium geeft natuurkundigen dan ooknieuwe aanwijzingen over de ontwikkeling van het heelal. “Uit ditonderzoek kunnen we voor het eerst experimenteel afleiden hoeveelantihelium we in het heelal kunnen verwachten”, aldus de Utrechtseprof. Thomas Peitzmann en Nikhef.
Van goud naar antihelium-4
Antideeltjes zoals antiprotonen en antineutronen zijn in eendeeltjesversneller redelijk eenvoudig te maken. Het is echtermoeilijk om ervoor te zorgen dat deze samenklonteren tot éénatoomkern van antideeltjes. Tot nu toe is het voor atoomkernenalleen gelukt antideuterium en het instabiele antihelium-3 temaken. Een samenwerkingsverband van wetenschappers van de UU enfysica instituut Nikhef heeft nu ook antihelium-4 zichtbaargemaakt.
Door kernen van goudatomen met hoge energie tegen elkaar telaten botsen in de Amerikaanse deeltjesversneller RelativisticHeavy Ion Collider slaagden de onderzoekers er in heliumantimateriete maken. Uit de miljarden botsingen wisten de onderzoekers 18atoomkernen van antihelium te identificeren, bestaande uit tweeantiprotonen en twee antineutronen. Deze exotische deeltjes blevenbestaan totdat ze in nauw contact kwamen met gewoneatoomkernen.
Verder onderzoek in Genève
De voorspellingen dankzij deze resultaten hebben gevolgen voortoekomstig ruimteonderzoek, voorspelt Peitzmann. “Ons resultaat isbelangrijk voor toekomstige metingen van satellieten aanantimaterie in de ruimte. Bij het recent begonnen experiment ALICEmet de deeltjesversneller in Genève gaan we verder op zoek naaranti-atoomkernen en hopen daar nog betere resultaten teboeken.” Op 24 april zijn de eerste resultaten van desamenwerking tussen de UU en Nikhef gepubliceerd in Nature.
