De geest van de mangoboom

Nieuws | de redactie
18 mei 2011 | “Tijdens het eerste debat over Meesterschap werd mij gevraagd welke docent de meeste indruk op mij heeft gemaakt. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Meneer Sahtoe natuurlijk!” vertelt Kamerlid Tanja Jadnanansing.

Zij zocht haar lievelingsleraar op in Suriname en laafde zichvoor Meesterschap 2 nog eens aan zijn wijsheid. “Als je jongerenaanspreekt op hun talenten dan gaan zij die ook aanboren.”

“Op de middelbare school in Paramaribo was hij de docent die onsleerlingen altijd voorhield dat wij veel meer konden dan wij zelfvoor mogelijk hielden. Deze inspirerende man stuurde mij op de dag,dat ik werd geïnstalleerd als Kamerlid een sms’je: hij was trots opmij. Zelf kon hij het sms’je niet meer typen, omdat hij inmiddelsblind is, maar zijn vrouw deed dit voor hem.

Onlangs was ik in Suriname en zocht meneer Sahtoe op. Hij is numet pensioen maar heeft nog steeds studenten om zich heen die hijcoacht onder de mango bomen rond zijn huis.

Mijn eerste gedachte toen ik hem weer zag was herkenning. Diekleine man met het grote hart bracht altijd samosa’s  – vandie lekkere aardappelpasteitjes – mee voor de hele school, gebakkendoor zijn vrouw. Tijdens dit bezoek werden weer die samosa’s doorhaar uitgedeeld, met diezelfde liefdevolle glimlach van toen.

Samen gezeten onder de mangobomen vertelde ik meneer Sahtoe overde discussies tijdens Meesterschap 1 en de komende conferentieMeesterschap 2, de reeks debatten georganiseerd door ‘de 5 FF’en’in het HBO over het leraarschap van nu.

“Maar daar hoef je toch niet zo’n hele reeks over te houden?”lacht hij. En dan heel ernstig vervolgt hij met: “Het is simpel,althans voor mij. Ik wist sinds ik negen jaar oud was dat ik leraarwilde worden. Het is een roeping.”

“Ik heb oprecht van al mijn leerlingen gehouden, sterker nog ikhou nog steeds van ze. Volg al mijn leerlingen, of zij nu arts oftimmerman zijn geworden, ze zijn mij allemaal even lief. En datweten zij ook, ik krijg nog steeds kaarten en brieven van over dehele wereld, als ze op bezoek zijn in Suriname komen ze even langs.Maar ook die leerlingen die in Suriname zijn gebleven houdencontact. Daar ben ik blij om, omdat ik al mijn leerlingen als mijnkinderen beschouw.”

“Ik ben altijd streng maar rechtvaardig geweest in de klas. Ikgeloof wel in gezag, geloof absoluut ook in het gesprek, maaruiteindelijk is de leraar de baas in klas. Niet de leerling.Overigens heb ik mij nooit alleen bezig gehouden met de leerlingen.Ook hun ouders heb ik altijd betrokken bij mijn lessen. Als eenleerling niet op school kwam ging ik na school even kijken of alleswel in orde was thuis.”

“Ik geloof in betrokkenheid, soms werd mij wel verweten dat ikte betrokken was. Maar het kon niet anders. Toch was ik geen softeleraar, trouwens dat weet jij zelf ook wel, ik verwachtte veel vanmijn leerlingen. Als je jongeren aanspreekt op hun talenten dangaan zij die ook aanboren. Wat je aandacht geeft, wordt groter. Ikdacht continu na over de vraag hoe ik mijn lessen kon verbeteren;in die tijd had je nog geen internet en blackberry’s, want anderszou ik die middelen zeker ook hebben kunnen gebruiken in mijnlessen.”

“Als leraar moet je mee gaan met je tijd en aansluiten bij deleefwereld van je leerlingen. Maar met het voorbehoud dat de docentwel gewoon de leiding heeft en dat de leerlingen er zijn om dingente leren. Ik hoef niet hun vriend te zijn, nee ik ben hunleraar!”

JadnanansingInSuriname

“Ik dacht wel vaak na over de vraag hoe ik het beste met mijnleerlingen kon omgaan. Kijk, de ene klas is de andere niet en elketijd kent weer een andere aanpak. Daar speelde ik wel mee. Dus lasik veel, liet boeken en tijdschriften halen uit onder andereNederland, om te lezen hoe anderen het deden. Sprak ook veel metandere onderwijzers juist om van hen te leren. Want dat moet eenonderwijzer volgens mij altijd blijven doen. Zelf willen bijleren,elke dag opnieuw. Hoe kan je aan je leerlingen verkopen dat zij eenleergierige geest moeten hebben, als jij dat zelf nietuitdraagt?”

“Onderwijs is er om jongeren zaken bij te brengen. Ik hebzesendertig jaar in het onderwijs gewerkt. Geweldig, ik droom ervaak nog over! Het gaat om een oprechte wil om jonge mensen teonderwijzen. Als ik hoor waar leerkrachten allemaal mee bezigmoeten zijn…..teveel zaken die niets meer met het onderwijs temaken hebben, terwijl een onderwijzer gewoon goed onderwijs moetgeven. Daar moet de focus op gericht zijn!”

“Ik heb mijn leerlingen willen voorbereiden op de maatschappij,ook op de tegenslagen die onvermijdelijk zijn. Doorzettingsvermogenwillen bijbrengen. Maar ik was niet hun opvoeder. Dat gebeurdethuis bij hun ouders. Ik wilde ze vooral leren nadenken. Ikvertelde vaak verhalen die wellicht net iets te moeilijk voor henwaren, maar dat deed ik met opzet. Om uit te dagen verder tedenken. Dan gingen we in gesprek om ze te leren reflecteren op watik had verteld, ook om hen te leren een mening te vormen. Ik wildedat ze nadachten over de maatschappij en dat ze zelf leerdenbeoordelen hoe die volgens hen in elkaar stak.”

“En als onderwijzer is het leuk om met ze in gesprek te gaan,zodat er gedachten werden uitgewisseld die soms ook niet strooktenmet mijn denkbeelden. Zo leerde ik ook weer van hen! En soms warenhun argumenten zo sterk, dat ik erin meeging. Dan vertelde ik ook,dat zij mij hadden overtuigd.”

“Het begint met echte liefde voor je vak en leerlingen. Voor mijis voor een leraar van essentieel belang: hou je echt van jongemensen? Als je neerbuigend denkt over jonge mensen dan moet je geenleraar worden.”

“Dat begint al op de lerarenopleiding. Daar mag best strengerworden geselecteerd op motivatie, natuurlijk ook op vakkennis. Nuhoor je te vaak verhalen van mensen die vertellen dat ze maarleraar worden omdat zij niet weten wat ze anders moeten. Dat is eennegatief uitgangspunt. Het maakt mijn hart zwaar. Als onderwijzergeef je toch mede vorm aan een generatie!”

“Ik heb altijd hoge verwachtingen gehad van mijn leerlingen. Datheb ik uitgesproken, met ze besproken en zij hebben daarnaargehandeld. Ze hoefden niet allemaal arts of ingenieur teworden, maar ik heb ze wel proberen te stimuleren naar hun bestevermogen te handelen. Als je het talent hebt om een goede timmermante worden, dan moet je dát talent eruit halen.”

“Ik heb met zoveel plezier voor de klas gestaan! Als hindoegeloof ik in reïncarnatie en als ik het voor het zeggen heb, danword ik in mijn volgende leven weer onderwijzer. Een mooier vakbestaat niet.”

Toen ik helaas afscheid moest nemen van deze leerzame,inspirerende man, pakte ik nog een van die overheerlijke samosa’smee en liep naar de auto. Terwijl ik weg rijd, zie ik vanuit mijnooghoeken een kruiwagen vol verse mango’s onder zijn boom staan. Erhangt een briefje aan met de tekst: “Voor wie lust: vrij pakken,vrij meenemen.”

Tanja Jadnanansing, PvdA-Kamerlid enHO-woordvoerder

Het debat ‘Meesterschap 2’ vindt plaats op woensdag 25mei 2011 van 15.00 – 17.30 uur in het auditorium van de Hogeschoolvan Arnhem en Nijmegen (HAN) in Arnhem. Aanmelden kan via www.han.nl/debatmeesterschap2. Het aantalplaatsen is beperkt, wees er dus snel bij.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK