De kanskaart van het onderwijs

Nieuws | de redactie
19 mei 2011 | Hoe maken we de ambitie van ‘naar de Top5 van kennisnaties’ echt waar? De Leidse studenten vroegen het Marja van Bijsterveldt en haar antwoord verraste hen. “Het beste uit mensen halen maakt gelukkig, zowel jongeren en hun talent, als ons allemaal.”



De voorzitter van de Leidse Studentenraad Jaap Schreurs was zeer tothe point. De minister van OCW zette haar visie op de toekomst van het hoger onderwijsuiteen en toen mocht hij. Zijn vraag was de kern van ‘Gehaktdag‘ en het debat daarover in deKamer van heden: hoe maakt het kabinet de motie-Hamer waar? Hoe vult het de ambitie in die ookin het regeerakkoord is overgenomen?

Niet langs de zijlijn afwachten

Marja van Bijsterveldt schetste gretig een grote boog over heelhet kennisbeleid waarin deze ambitie centraal staat. Het gaat haarom een samenhangend geheel van beleidsprioriteiten, vanvoorschoolse educatie tot excellentietrajecten in het HO. Daarmoeten ook EL&I en het bedrijfsleven niet langs de zijlijnroepen en afwachten.

Het betoog van de minister stak van wal met: “De ambitie om deTop 5 van de wereld te halen is echt een gezamenlijke opdracht. Hetonderwijs kan hier niet alleen voor staan. Voor kennis en innovatieis ook het bedrijfsleven aan zet. Dat geldt zeker de investeringenen initiatieven in het onderzoek. Het hoger onderwijs en debedrijven moeten op dit terrein sterk op elkaar aansluiten, want zokunnen zijn samen die ambitie concreet helpen waarmaken. Het beleidvan Maxime Verhagen op EL&I is daar niet voor niets sterk opgeënt!”

Begrijpend lezen

“Op mijn eigen beleidsterrein begint het waarmaken van de Top 5ambitie al bij de voorschoolse educatie. Daar is al de volleaandacht nodig voor zaken als taalachterstand waardoor kinderengroten nadelen gaan ondervinden in hun onderwijssucces later. Dieachterstand haalt een mens heel slecht in later in zijn leven.

Bovendien moeten de scholen dan zeer veel aandacht geven aan deachterstanden van kinderen die ten koste gaat van onderwijstijdvoor leerlingen die graag meer kunnen. Dat demotiveert ook deouders die zulke extra inzet erg waarderen. En dat terwijl weouders juist willen stimuleren ook zelf aan die inzet meer bij tedragen.

80% van de kinderen die tot de doelgroep hiervan behoren, zijnnu gelukkig actief in de voorschoolse educatie. Maar vanuit de Top5 ambitie gezien moeten we zulke kinderen optimaal stimuleren. Indeze kabinetsperiode zetten nog een €50 miljoen extra in om dieontwikkeling verder te versterken.

In het primair onderwijs leggen we de lat hoger. Zeker bijrekenen en taal moeten we het beste eruit zien te halen. Lezen ismeer dan men vaak technisch denkt. Begrijpend lezen is cruciaal ennog te veel jongeren schieten hier te kort, ook aan het einde vande basisschool. Lezen is ook analyseren, leren denken. Hoebelangrijk dat is voor alle kinderen hoef ik hier bij dezeuniversiteit niet toe te lichten. De hogere eisen hieraan gaan weserieus toetsen, want elke school wil ook weten of en hoe haar werkecht tot opbrengsten leidt. “

Een waarschuwing van de OECD

“Het voortgezet onderwijs biedt na de basisschool een pluriformgeheel. Dat doen we in ons land erg goed, vind ik. Het vmbo scoortin Nederland goed qua niveau bijvoorbeeld. Het is ook een dureplicht dat we deze leerlingen kansen geven op kennis, doorstromingen werk. Maar daarmee zijn we er niet.

De OECD waarschuwt ons dat we de focus niet te weinig moetendurven leggen op de 20% van de leerlingen in het VO die dolgraagmeer willen en aankunnen. We kiezen er ook voor om die jongerenalle kansen te geven zich te ontplooien. Het internationaalonderzoek op dit terrein wijst niet voor niet in die richting. Datzal ongetwijfeld discussie oproepen, maar ik denk dat we met z’nallen ook zulke stimulansen niet achterwege moeten laten.

Dat is al te merken bij de heldere eisen die we aan deeindexamens willen stellen. Vooral bij Engels, Wiskunde enNederlands is er brede consensus dat wie de lat samen hoger kunnenen moeten leggen.”

Vervagen en vergrijzen zonder profiel

“Het hoger onderwijs heeft hier een bijzondere opdrachtgekregen. Het rapport Veerman maakt dat duidelijk. U zult uwambities scherp moeten formuleren. Dat betekent scherp kiezen endat is niet eenvoudig, dat besef ik. Maar u kunt niet afzien vanzulke profielkeuzes. Doet u zulke keuzes niet, dan zult u alsuniversiteiten met elkaar vervagen en vergrijzen. Dan verspelen weook als land grote kansen.

Naast de sectoren van het onderwijs die ik hier benadruk, zijner groepen in de samenleving die we echt moeten en mogen aansprekenen stimuleren zich in te zetten. Denk eens aan de ouders. Bij dieambitie van de Top 5 hoort dat we elkaar opporren. Ouders kunnenveel doen, van het bewust lezen met hun kinderen, juist ook voordat begrijpend lezen, tot het stimuleren van ambitie in het leren,in de school.”

Opbrengstgericht werken

“Ook scholen en instellingen kunnen nog veel meer’opbrengstgericht werken’, zoals die aanpak wordt genoemd. Het gaater om dat je onderwijs biedt, waarvan je feitelijk weet en blijftna gaan dat het realiseert wat je met leerlingen en studenten wiltbereiken. Onderzoek laat zien dat heldere ambities op dat punthelpen: je weet wat je wilt verwezenlijken en wat je moet doen omdit waar te maken. Als je dat als instelling serieus volgt en meet,kun je betere resultaten bereiken en deze ook goed monitoren. Hetgaat er om dat je in het onderwijs feitelijk weet waar het echtbeter kan en moet.

Opbrengstgericht werken houdt ten diepste in dat je serieusbijhoudt hoe je het beste uit mensen haalt. Dat is voor een plek inde Top 5 onmisbaar. En het beste halen uit mensen maakt ookgelukkig. Niet alleen de jongeren zelf die dat weten te doen, ookhun ouders en de docenten die zich voor hen inzetten. En als landwil je allemaal dat mensen hun talenten zo ontplooien, dat ze alleskunnen geven en daar gelukkig van worden. Dat is toch de kanskaartvan het onderwijs.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK