Google monopolie slecht voor innovatie
In hun onderzoeksrapport ‘Search Engine Competition with NetworkExternalities’ kijken de twee onderzoekers naar het algoritmedat het zoekproces van Google en andere machines stuurt. Dekwaliteit en precisie van dit algoritme is afhankelijk van dekennis die wordt opgedaan door het klikgedrag van gebruikers. De zoekmachine wordt slimmer naarmate deze meer gebruiktwordt. Omdat Google op dit moment meer marktaandeel heeft, wordt de’voorsprong’ op andere zoekmachines alleen maar groter.
Te grote achterstand
Grote merken als Yahoo en Bing kunnen de achterstand niet meerinhalen, ondanks de investeringen die zij doen om de kwaliteit vanhet zoekproces te verbeteren. De innovaties wegen niet op tegen hetvoordeel dat Google heeft van de verzamelde informatie. “Googlewordt op dit moment verondersteld de beste zoekmachine te zijnomdat die de meeste gebruikers heeft. Daardoor vergaart dezoekmachine de meeste kennis over dat wat gebruikers daadwerkelijkzoeken. Wij weten niet zeker of Google wel echt een beter algoritmeheeft dan zijn concurrenten”, verklaart Prüfer.
Om te zien welke zoekmachine daadwerkelijk de beste is, zouinformatie over het ‘klikgedrag’ van gebruikers tussen dezoekmachines uitgewisseld moeten worden. De concurrentie is dan nogpuur op basis van de kwaliteit van het gebruikte algoritme. Datdwingt de bedrijven tot innovatie om hun concurrentiepositie teversterken. Deze concurrerende oligopolie moet leiden tot hogerekwaliteit van zoekresultaten en gebruikersvoordeel. “De rol vanzoekmachines in ons dagelijks leven, zowel privé als zakelijk, iszo groot dat snellere innovatie een groot verschil kan maken”,stelt Prüfer.
Delen van gebruikersgevens
De US Department of Justice zou deze haast monopolistischemarktstructuur aan kunnen pakken, en anders de Europese Commissie.Deze partijen ontvingen het onderzoeksrapport van de tweewetenschappers. De onderzoekers richten zich in een vervolgstudieop de juridische aspecten van het voorstel om de zoekgegevenstussen de zoekmachines te delen.
Google zou om twee redenen kunnen overgaan tot het uitwisselenvan gebruikersgegevens: wanneer een antitrust autoriteit ingrijpt,zoals de US Department of Justice, of anders de Europese Commissie.Of wanneer alle zoekmachines hun zoekdata delen, wat betekent datGoogle ook de data van zijn concurrenten krijgt. Het gevolg hiervanis dat de kwaliteit van Google ook verbetert, hoewel dat relatiefminder zal zijn dan bij zijn concurrenten. CEO Eric Schmidt vanGoogle verklaarde in oktober 2010 naar aanleiding van de alliantietussen Bing en Facebook positief te staan tegenover uitwisselingvan gegevens.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap