Links verspeelde zelf meerderheid Senaat

Nieuws | de redactie
27 mei 2011 | “Wie dacht dat Amerikaanse toestanden met hertellingen en rare systeemtwisten niet mogelijk waren, de verkiezingen voor de Senaat hebben aangetoond dat het ook hier kan.” ScienceGuide-columnist Pieter Omtzigt rekent voor wat er nu echt gebeurde bij de verkiezingen van de Eerste Kamer.

“Wetten kunnen soms vergaande gevolgen hebben. Neem bijvoorbeeldde kieswet. Laat nou net kort geleden de kieswet voor de EersteKamer gewijzigd zijn. Die wijzigingen speelden een doorslaggevendeffect bij het behalen van de meerderheid in de Eerste Kamer doorde combinatie VVD/CDA/PVV/SGP.

Want hoe zagen de kampen eruit na de verkiezingen voor deprovinciale staten? De statenleden hebben stemgewichten. Omgerekendhadden de partijen genoeg gewicht voor het volgende aantal zetels(De OSF is de partij van regionale partijen: Zeeuwen, Friezen,een Groninger en een Noord Hollandse ouderenpartij)

VVD

15,58

SGP

1,46

ChristenUnie

2,57

PvdA

13,33

CDA

10,90

 

 

 

 

SP

7,57

PVV

9,48

 

 

 

 

D66

6,22

 

 

 

 

 

 

GroenLinks

4,79

 

 

 

 

 

 

PvdD

1,10

 

 

 

 

 

 

50+

1,37

 

 

 

 

 

 

OSF

0,64

TOTAAL

35,96

 

 

TOTAAL

 

 

35,01

 

 

 

 

 

 

TOTAAL

 

37,42

TOTAAL

 

 

37,58

De dag na de verkiezingen had de combinatie VVD/CDA/PVV met SGPdus stemmen voor 37,42 zetels. Als je onder welk kiesstelsel danook de meerderheid hebt, dan kun je ook de meerderheid van dezetels binnenhalen. De bedoeling was dus een coalitie te vormen metten minste 37,51 zetels.

Om dit te behalen was duidelijk dat de SGP hoe dan ook in hetcoalitiekamp moest komen en de VVD handelde daar onmiddellijk naar.Maar dan nog ontbrak er een klein beetje stemgewicht. Mark Ruttegaf publiekelijk aan dat hij alles zou doen wat wettelijkgeoorloofd was om de meerderheid te halen.
Wat te doen?

1. De VVD had in Flevoland net verloren met een paar stemmen. DeVVD vroeg onmiddellijk een hertelling aan. Dit leverde geen extrazetel op.
2. Twee Zeeuwse statenleden zouden precies het verschil kunnenmaken. Dus de fractievoorzitter van de Partij voor Zeeland, die bijde OSF hoorde, werd uitgenodigd in het torentje. Van hem was bekenddat hij politiek dicht tegen de VVD aanzat. Na een gesprek is hijwel overtuigd, maar zijn fractiegenoot niet. Het totaal stijgt dannaar 37,47 voor de coalitie. Nog steeds minder dan de helft van destemmen voor 23 maart.

Een merkwaardig debat

Deze berekeningen werden natuurlijk overal gemaakt en dus kwamer onmiddellijk een spoeddebat in de Tweede Kamer: mag je eenStatenlid vragen om op je te stemmen? Een merkwaardig debat, wantalleen in dictaturen mag je niet openlijk campagne voeren voor eenverkiezing, maar goed, de toon was gezet.

Achter de schermen was het iedereen natuurlijk volstrektduidelijk waar het om ging: 38 zetels voor de oppositie of 38zetels voor de uitgebreide coalitie in de senaat. Dat maakt hetverschil tussen wetten kunnen aannemen of bij iedere wet enmaatregelen ten minste één oppositiepartij moeten overtuigen, dievervolgens wisselgeld wil. Een feitelijke heronderhandeling van hetregeerakkoord dus.

De stemvoorkeuren waren ondertussen dus duidelijk. Maar waaromwas het kiesstelsel doorslaggevend? Nou,  vroeger warenlijstverbindingen mogelijk. Als de hele oppositie eenlijstverbinding was aangegaan, had zij in haar totaliteit gewoon 38zetels gekregen. Geen onderhandelingen voor nodig. Bij Cohen had devlag uitgekund.

In 2009 echter vond Fractievoorzitter Han Noten van de PvdAlijstverbindingen na de verkiezingen niet kunnen. Hij diende een(zeldzame Eerste Kamer) motie in waarin hij vroeg om dat onmogelijkte maken. Dus maakte de regering Balkenende-Bos een wet.

Geen lijstverbindingen meer

De regering legde een wetsvoorstel op tafel: alleen partijen dieook in de provincies lijstverbindingen gehad hadden, mochten voorde provinciale statenverkiezingen een lijstverbinding aangaan voorde Eerste Kamer en wel voor de statenverkiezing. Dan was er eenlijstverbinding geweest tussen PvdA en GroenLinks en tussenChristenUnie en SGP. Die laatste had ervoor gezorgd dat de SGP rest(0,46) effectief bij de ChristenUnie terecht gekomen was. Decoalitie zou op 37,01 gestaan hebben. Als dit de wet geworden was,dan was er een meerderheid geweest voor de oppositie.

Dit wetsvoorstel werd echter tijdens de behandeling van de wetin de Tweede Kamer veranderd in: helemaal geen lijstverbindingenmeer. Dat had te maken met de bijzondere positie van de Partij voorZeeland en de OSF. Die konden namelijk geen lijstverbindingenaangaan in provincies omdat ze er maar in één meedoen. De SGP en dePartij voor de Dieren wisten dat dit wetsvoorstel hun zetels konkosten en stemden tegen de wet.

Zonder lijstverbindingen kun je elkaar alleen helpen door opelkaar te stemmen. Dat staat niet fraai, maar het werd wel de wet.En dus kwamen er Eerste Kamerverkiezingen, waar de oppositie netiets meer stemmen had dan de combinatie VVD/CDA/PVV/SGP.

Amerikaanse toestanden

Vergaande linkse samenwerking was nodig om een ingewikkeldsysteem te bedenken om die kleine meerderheid te verzilveren: deeenvoudigste manier? Een lange oppositielijst. Als iedereen daarmeezou instemmen zou die 38 zetels krijgen en kon men daar dus 38kandidaten op kwijt. Wel moet je elkaar dan helemaal vertrouwen:geen voorkeursacties van lagere kandidaten. En bij opvolging moetiemand van de PvdA een PvdA’er opvolgen en moeten allerleikandidaten bedanken. Het plan strandde dus. Zo hecht was desamenwerking aan de linkerkant niet. En links had natuurlijk hetnadeel dat ze met meer kleine partijen zijn.

Nu kwam het op de stemmingen aan op 23 mei. Ingewikkeldeschema’s gaven de oppositie nog steeds de mogelijkheid om met heelveel op elkaar stemmen en precieze berekeningen 38 zetels te halen.Zelfs als de ChristenUnie niet mee zou willen doen aan zo’n spel(de rest was duidelijk wel bereid), kon het. Al moest er dan welbijvoorbeeld een D66-er op de ChristenUnie stemmen.

Bij de stemmingen bleek het aantal tactische stemmen beperkt. Enach, al hadden ze het gedaan, dan nog was er een D66’er geweest meteen ongeldige stem. Die had dan echt de 38e zetel van deoppositie naar de coalitie gebracht. In zijn eentje. Dat leed ishem bespaard gebleven, maar voor wie dacht dat Amerikaansetoestanden met hertellingen en rare systeemtwisten niet mogelijkwaren, (wel meer stemmen, maar toch geen president in 2000), deverkiezingen voor de Senaat hebben aangetoond dat het ook hierkan.”

Dr. P.H. Omtzigt is lid van deTweede Kamer voor het CDA, van de Assemblee van de Raad van Europaen econometrist. In die rollen houdt hij op ScienceGuideeen column bij over zijn ervaringen in de eigenzinnigewerelden van politiek en wetenschap, hun wederzijdse beïnvloedingen hun confrontaties.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK