Minister geeft visie op toekomst universiteiten

Nieuws | de redactie
20 mei 2011 | In 'De nieuwe kleren van de Keizer' trad ook minister Marja van Bijsterveldt op. In het Leidse studentendebat gaf zij haar visie op de toekomstige ontwikkeling van het hoger onderwijs. "U en ik willen dat Leiden en Nederland naast het Hoofdkwartier van de Vrijheid, het Presidium Libertatis, ook het Presidium Qualitatis zijn."

In haar speech onderstreepte de minister van OCW, dat hetrapport-Veerman gezien moet worden als een maatschappelijkeuitnodiging en een opdracht: “De samenleving zegt het hetrapport-Veerman ten volle na: ‘laat zien waar u zich op profilerenwil, laat zien hoe u meer diversiteit en variëteit in uw onderwijsgaat aanwakkeren’. Dat zegt meteen nog iets: ‘laat zien wat uwambities en uw mogelijkheden zijn. Laat ook zien wat trackrecordis’. Zo’n uitnodiging krijgt een sector niet elke dag. Zij komtimmers van een samenleving die graag overtuigd wil worden. Niet uitargwaan naar de universiteiten, maar uit ambitie.”

Jongetje uit sprookjesboek

Profilering is wel een zaak die men dan serieus moetnemen. Claimen ergens echt goed in te zijn, maar dat nietwaarmaken, wordt in de kennisseconomie van deze tijd meestal’afgestraft’. “Ik zeg daar meteen iets bij: als een hogeschoolof een universiteit haar profiel optuigt, maar niet waar weet temaken naar inhoud en kwaliteit van de output, dan zal desamenleving daar niet veel voor over hebben. Dat jongetje uit datsprookjesboek zal de feestelijke stoet dan aanschouwen en roepen’De keizer heeft geen kleren aan!’ “

Over de actuele discussie omtrent de kwaliteit van opleidingenen afstudeertrajecten was de minister bondig. Zij noemde daarbijman en paard, ook bij de voorbeelden van instellingendie kritische evaluaties van hun kwaliteit niet opzich hadden laten zitten.

Als een hogeschool of een universiteit kritiekondervindt, goed onderbouwde, serieuze kritiek op haarkwaliteitsresultaten, dan is dat allereerst een forse opdracht. Ofhet nu Rechten is in Leiden, de Ipabo in Amsterdam of de hogeschoolInholland, als men forse kritiek niet beledigd wegwuift, maaroppakt om snel en grondig de zaak te herstellen, dan verdient datrespect. En dan verdient dat vooral ook navolging,” aldus Marja vanBijsterveldt.

Gevraagd dooor de studenten ging de minister ook indringend inop hoe zij de uittvoering van de motie-Hamer en de ambitie uit hetregeerakkoord ziet om ons land in de Top 5 van de kennisnaties tebrengen. Haar betoog daarover leest u hier.

Haar rede over de toekomst van deuniversiteiten leest u hier:

‘U voert hier in Leiden het debat over de toekomst van het hogeronderwijs niet sinds gisteren. Debat heerst hier sinds 436 jaar,vanaf de oprichting in 1575. En die discussie voert dezeuniversiteit onder een pakkende eretitel: Presidium Libertatis. Hethoofdkwartier van de vrijheid dus.

Een universiteit moet zo’n kenmerk koesteren. Vrijheid is geengegeven dat je kunt opslaan. Zij moet steeds bevochten worden,veroverd en bewaard. In de wereld om ons heen beleven we dit ook nuweer in volle scherpte. Studenten in de Arabische wereld laten hunstem horen en weigeren nog langer te zwijgen en te knikken voordictaturen. Bij ons in Europa zuchten studenten in gevangenissen enstrafkampen van de dictator Loekasjenko in Wit-Rusland. Hier bijons en onze buren is het werk van de vrijheid dus ook nietklaar.

Vrijheid voor debat is altijd de vrijheid voor wie anders denktdan jijzelf. Academische vrijheid is daar een bijzonderetoespitsing van. Zij hoort bij de vrijheid van onderwijs en degeestelijke vrijheid waarvoor onze Grondwet garant staat. Zonderdie vrijheid van onderwijs is de academische vrijheid ook eigenlijkmoeilijk voorstelbaar, meen ik.

De vrijheid van schoolkeuze en van identiteit van de vorming inhet onderwijs legt de grondslag voor de vrijheid van denken enonderzoeken waar een Presidium Libertatis op gebouwd kan worden.Die vrijheid heeft hier in Leiden in de loop van de tijd veelbijzondere mensen getrokken. Wij zouden ze nu kennismigrantennoemen! Van Albert Einstein tot Sigmund Freud en van Joost Lips-beter bekend als Lipsius-  tot Philipp Franz von Sieboldkwamen bèta’s, alfa’s en gamma’s hier de discussie en verdiepingvan hun wetenschappelijk werk zoeken. En velen hebben die in onsland en in Leiden ook gevonden, van de zestiende eeuw tot de dagvan vandaag.

Voor het debat over de toekomst van het hoger onderwijs isdaarmee het eerste cruciale thema welgemarkeerd: de academische vrijheid en het debat met deandersdenkende moet een profilerend kenmerk en zwaartepunt zijn vande universiteiten in ons land. De vrijheid van onderwijs zal daarhet principiële fundament van dienen te blijven.

Het tweede kernpunt van die toekomstvan universiteit en hogeschool zit hier in deze zaal tegenover mij.Die kern zijn de studenten zelf en hun talent en nieuwsgierigheid.We zijn er in ons land in geslaagd een groot deel van de jongegeneratie op te leiden tot het niveau dat het toegang geeft tothoger onderwijs. Om twee redenen vind ik dat wij ons toch niet alte hard op de borst moeten kloppen daarvoor.

Ten eerste moeten we met de zelf gestelde doelstelling voor dedeelname aan het hoger onderwijs in Europa voor 2010 nog eenflinke slag maken. We hebben dan ook met elkaar besloten, dater op weg naar 2020 nog een stuk harder aan getrokken moet gaanworden. Dus ook in Nederland en in Leiden.

Ten tweede zijn we geconfronteerd met kritische vragen naar dekwaliteit die wij die grote instroom naar het hoger onderwijs wetenaan te bieden. Van zulke kritiek, ook scherpe kritiek, worden weals beleidsmakers én u als universiteit niet minder. Ze moet onsscherp houden en zo nodig opporren tot ingrijpen en verbeteringen.U herinnert zich misschien nog wel de verontwaardigde reacties vanuw eigen universiteit toen de toenmalige staatssecretaris MarkRutte met de eerste editie van ‘Kennis in kaart’ kwam. Deroemruchte rechtenfaculteit van Leiden scoorde toen nogalmiddelmatig.

Was die verontwaardiging erg? Welnee. Ik snap heel goed dat udie boodschap van toen niet fijn vond om te horen. Maar ging uzitten mokken in een hoekje? Ook dat niet.

Als een hogeschool of een universiteit kritiek ondervindt, goedonderbouwde, serieuze kritiek op haar kwaliteitsresultaten, dan isdat allereerst een forse opdracht. Of het nu Rechten is in Leiden,de Ipabo in Amsterdam of de hogeschool Inholland, als men forsekritiek niet beledigd wegwuift, maar oppakt om snel en grondig dezaak te herstellen, dan verdient dat respect. En dan verdient datvooral ook navolging.

Dit markeert het derde kernpunt voorde toekomst van het HO: serieuze kritiek is welkom, krachtdadigeaanpak van de noodzakelijke verbeteringen is nog veel meer welkom.En daarom is zo’n debat als van de studenten hier vandaag ook zowaardevol. En zeer goed getimed. Jullie komen vanuitdisciplineverenigingen als ‘SPIL’ of ‘de Leidsche Fles’ en komenmet discussiepunten primair vanuit de inhoud van je vak, hetonderzoek daarin en het onderwijs daarover. Dat is op zichzelf almeer dan nodig en zinvol voor een universiteit.

Maar als minister spreekt mij het interdisciplinaire karaktervan dit debat nog eens extra aan. Want op de grensvlakken van dedisciplines zit de innovatie. Daar zitten de herkenning vangedeelde problemen en de verrassingen van niet eerder gevondenoplossingen of ideeën. Door de disciplines bij elkaar te latenverkennen en analyseren, kunnen jullie punten op tafel leggen diede beleidsmakers ook in bredere zin kunnen oppakken. De gretigheidvan zulke mensen als de dagvoorzitter van vandaag, Jan AnthonieBruijn, naar zulke nieuwe ideeën staat bovendien garant dat er inLeiden ook iets mee gebeurt. Ik reken daar in elk geval op.

Dat brengt mij bij het vierde en laatstekernpunt voor de toekomst van het hoger onderwijs. Deuniversiteiten en hogescholen hebben op dit moment een enorme kanszich te bewijzen. De samenleving zegt het het rapport-Veerman tenvolle na: ‘laat zien waar u zich op profileren wil, laat zien hoe umeer diversiteit en variëteit in uw onderwijs gaat aanwakkeren’.Dat zegt meteen nog iets: ‘laat zien wat uw ambities en uwmogelijkheden zijn. Laat ook zien wat trackrecord is’.

Zo’n uitnodiging krijgt een sector niet elke dag. Zij komtimmers van een samenleving die graag overtuigd wil worden. Niet uitargwaan naar de universiteiten, maar uit ambitie. Ik heb dit inmijn eigen portefeuille al twee keer mogen meemaken welke kansendat biedt.

Bij het leraarschap kon ik in de vorige kabinetsperiode zo’nuitnodiging helpen omsmeden in investeringen voor nieuwe,enthousiasmerende initiatieven. Eerst de klas, Educatieve Minoren,Academische Pabo en nog een reeks andere. In het MBO ben ikhetzelfde aan het doen met mijn Actieplan Focus op Vakmanschap.

Dat geeft aan dat u profilering en differentiatie à la Veermanals een prachtige opdracht en uitnodiging moetzien.  Ik zeg daar meteen iets bij: als eenhogeschool of een universiteit haar profiel optuigt, maar niet waarweet te maken naar inhoud en kwaliteit van de output, dan zal desamenleving daar niet veel voor over hebben. Dat jongetje uit datsprookjesboek zal de feestelijke stoet dan aanschouwen en roepen’De keizer heeft geen kleren aan!

Zover gaat u het niet laten komen. Zover willen de studentenzeker niet dat het gaat komen. En zover wil deze minister alhelemaal niet dat het zal komen! De toekomst van het hogeronderwijs staat of valt immers met de geloofwaardigheid van deprofilering en de kwaliteit van wat u zelf weet te bieden. Danzullen ook in Europa en wereldwijd het toptalent en de innovatievepartners Leiden en Nederland beter dan ooit weten te vinden.

Over die toekomst ben ik een aartsoptimist. Daarvoor heb ikbovendien de feiten bij de hand. Vorige week kwam de jongste editieuit van de meest gezaghebbende, serieuze HO-ranking ter wereld. Datis die van het CHE in Duitsland, zeer gründlich en serieusdus. Deze strenge, grondige analyse toont aan dat 10 van deNederlandse universiteiten op vele punten de score ‘excellent’verdienen. Ook Leiden.

Het Presidium Libertatis moet dus doorgaan. Doorgaan met scherpdebat en met scherpe profielkeuzes. Want u en ik, wij willen datLeiden en Nederland naast het Hoofdkwartier van de Vrijheid, hetPresidium Libertatis, ook het Presidium Qualitatis zal zijn. Als umij scherp houdt en ik u scherp mag houden, dat gaat ons datlukken.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK