Passie voor de professie

Nieuws | de redactie
13 mei 2011 | De hogeschool moet een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de professie en niet alleen maar werken aan het opleiden. Oud-HBO-raad-voorzitter Frans Leijnse, zette op de HAN-bijeenkomst ‘de verbinding tussen onderwijs en onderzoek’ stevig in op innovatie en grondige kwaliteitsverbetering van docenten en onderzoekers in het HBO.

 

“Als we het hebben over onderwijs en onderzoek, gaat het overveel, maar zeker niet over een tegenstelling! En we moeten ook onzetijd niet verdoen met interne discussies over het onderwerp. Hetgaat erom wat de relevante buitenwereld belangrijk vindt; in deberoepspraktijk ligt de legitimering van onze prioriteiten. Wemoeten dus ook van die professionele praktijk weten welke actueleontwikkelingen zich daar voordoen. Dat is natuurlijk geen sinecure.Een aantal kenmerken van die ontwikkelingen weten we wel:

– kennisintensivering en toename hoger opgeleiden(upgrading)

– de beroepspraktijk is steeds meer gestoeld op gevalideerdekennis en inzicht (evidence based practice)

– moderne professionals reflecteren – ook in dialoog metvakgenoten – op hun werkwijzen

– voortdurende innovatie

Kortom, de  innoverende beroepspraktijk vraagt omprofessionals die  kennis kunnen verwerven en op die kennis ende toepassing ervan kunnen reflecteren.

Kennisfunctie

Het zal er steeds meer om gaan dat de hogeschool een bijdragelevert aan de ontwikkeling van de professie en niet meer alleenopleidt voor de professie. Praktijkgericht onderzoek vervultdaarbij een sleutelrol; het levert niet alleen een bijdrage aan deprofessie, maar is ook de voedingsbodem voor de opleiding. Dat isde niet meer weg te denken onderlinge verwevenheid, de verbindingvan onderwijs en onderzoek. Goed onderzoek is de belangrijkstebouwsteen van professioneel onderwijs. Deze kennisfunctie hoort dépijler te zijn van de moderne hogeschool.

Mensenwerk

We kunnen van de universiteiten leren dat je weliswaar dooraparte instituutsvorming goed onderzoek kunt faciliteren. Maargoede onderzoekers maken niet zomaar goede bacheloropleidingen.Daarom is het zaak de functies van docent en onderzoeker tekoppelen. Uiteraard blijven onderzoek doen en onderwijs gevenmensenwerk en bepaalt uiteindelijk de kwaliteit van dedocent-onderzoeker het resultaat. Enkele belangrijke kenmerken vanzo’n functionaris zijn:

  • nieuwsgierig en kennisgericht
  • onderzoeksvaardig en pedagogisch/didactisch competent
  • een lerende en zichzelf ontwikkelende professional willenzijn
  • passie voor de professie

Omslag in tien jaar

Het verkrijgen van alle nodige competenties voor de functie vandocent/onderzoeker gaat  niet van de ene op de andere dag.Allereerst zal de hogeschool de komende jaren bij het aantrekkenvan personeel het masterniveau als minimumeis moeten stellen omervoor te zorgen dat betrokkenen voldoende onderzoekscompetentiesbezitten. Tussen de 30 en 40 procent zal gepromoveerd moeten zijnom de kwaliteit van het verrichte onderzoek te garanderen. Elketaakomschrijving zal een verplicht deel permanente educatie moetenbevatten.

Dit lijkt misschien een enorme opgave. Toch kan het in tienjaren zijn gerealiseerd, deels door bestaande mogelijkheden voordocenten om een mastergraad te halen of te promoveren. Maaruiteraard ook door natuurlijk verloop, waardoor een nieuwegeneratie docent/onderzoeker kan worden aangesteld. De geschiedenisleert dat het kan; in de jaren zeventig hebben de universiteitenhetzelfde gedaan.”

Frans Leijnse is hoogleraar Onderwijs en Arbeidsmarkt op deOpen Universiteit en was van 1998 tot 2004 voorzitter van deHBO-raad.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK