Robespierre uit het MBO

Nieuws | de redactie
26 mei 2011 | Met verbazing vernamen velen het plan van de PVV om via structureel ontslagbeleid de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Meent Kamerlid Beertema zo’n ‘5% per jaar ontslaan’ nou echt? Een eerste duiding en plaatsbepaling kan dan nuttig zijn. Overigens: ja, natuurlijk meent hij dat ernstig. Het voorstel kent zijn politieke wortels in grondige en serieuze beleidstradities.

PVV-onderwijswoordvoerder Harm Beertema bepleit een jaarlijkse ontslagronde van 5% vande docenten. De zwakste leraren kunnen er zo het eerst uit en wiedat zijn, dat weten de vrouwen en mannen op de werkvloer zelf hetbest. Beertema’s eigen 34 jaar leservaring in het Rotterdamse MBOzijn daarvoor zijn inspiratie en garantie, aldus de verzekering vanPVV-zijde. Ongeloof was zijn deel in onderwijsland. Herkenbaar,begrijpelijk, maar is zo’n reactie terecht?

Wisdom of crowds

Beertema’s voorstel is een authentiek Wilderiaansebeleidssuggestie. De plebiscitaire kernidee erachter past volledigin de neo-Paarse denklijn waar de PVV de eigentijdse uitdrukkingvan vormt. Referenda, idols-achtige keuzes door ‘het volk’, deaangeboren wijsheid van Henk en Ingrid, de ‘wisdom of crowds’, hetzijn punten uit de agenda die destijds door Wilders en zijn VVDonder Bolkestein waren omarmd. Zij passen bij economisch liberalethema’s uit die tijd als consumentensoevereiniteit, marktwerking inpublieke diensten en privatisering van publieke afwegingen.

Het aanwijzen van onvoldoende ‘scorende’ docenten in deleraarskamer ten behoeve van klantgerichte sanering in het publiekgefinancierde onderwijs is een plebisciet in zijn meest zuiverevorm: het schervengericht uit het oude Athene. Het is ook een zeerzuivere vorm van ‘ontzuiling’, zoals de referendabepleiters van D66altijd voor ogen stond. Immers, door deze ontslagprocedure zo in terichten, worden polderorganisaties als schoolbestuur en vakbondgecastreerd in hun centrale rol. Beertema’s voorstel ontneemt hetmanagement de bevoegdheid tot het voeren van een eigenpersoneelsbeleid. Het bestuur van onderwijsinstellingen ontneemtzijn voorstel bovendien een kern van hun bevoegdheden en vrijheidvan richting en inrichting conform artikel 23 van de Grondwet.

De vakorganisaties verliezen tevens hun rol als overlegpartnervoor de arbeidsverhoudingen en -omstandigheden van hetonderwijspersoneel. Ook dit zijn weer oer-paarse affecten uit deBolkestein-VVD van Wilders’ jonge jaren. Het is de explicietomkering van het adagium voor het bestuur van de publieke orde, datin christendemocratische en reformatorische kring een grote rolspeelt: ‘Niet de majoriteit maar de autoriteit’. Oftewel: niettoevallige meerderheden, maar opgebouwd gezag van argumenten enafwegingen moeten de doorslag geven.

Et tu, Brute?

Nog een derde factor wordt in Beertema’s voorstel buitenspelgezet: de externe kwaliteitszorg. De voorgestelde ontslagprocedureà 5% per jaar kent een zeer forse sanctiebevoegdheid vergeleken bijde accreditatie- en visitatiesystematiek, of bij de inspectietaak.Hun impact op de werkelijkheid van de opleiding zal verbleken bijde dagelijkse impact van de Beertema-procedure in elke leraarskamerof elk opleidingsoverleg. Het ‘Et tu, Brute?’ en ‘Ben ik het,Heer?’ dat daar gedurig zal doorklinken in de gesprekken enevaluaties, zal sfeer, cultuur en planvorming gaan domineren.Verbeteringssuggesties zullen even zovele sluipmoordaanslagenlijken en aanwas van nieuw talent als even zovele acutebedreigingen voor de rechtspositie van zittend personeel.

In het PVV-voorstel zit dan ook een duidelijke aanpak voor hetbestrijden van de ‘elite’ die het onderwijs volgens haar domineert.Managers, koepels, vakbonden, designbrillen, georganiseerdeafwegingen- en verantwoordingscycli, elk daarvan wordt door zo’njaarlijkse plebiscitaire ontslagronde uit de macht gezet. Het isJacobijns van oorsprong en Robespierre zou zich er niet voor schamen. Hetauthentiek liberaal adagium ‘ni Dieu, ni Maitre‘ komt ervoluit in naar voren. Waarbij ‘maitre’ in de zin van’schoolmeester’ dan even buiten beschouwing blijft.

Jacobijns is ook de gekozen werkwijze. De publieke aard van deontslagprocedure past bij het karakter van de ingreep als eenopenbare sanctie voor ontoereikende verwezenlijking van publiekedoelen. Wie tot die ontslagen 5% leraren behoort zal uiteraardelders niet meer aan de bak komen en als ‘publiek dienaar’ nietmeer verder kunnen.

Dat die sanctie in Jacobijnse tijd dan ook publiek voltrokkenwerd op het Plein van de Eendracht, het Place de la Concorde, wasdaarom logisch. Ook de jaarlijkse herhaling van de ingreep als eengedurige zuivering, een perfectionering als het ware van depublieke dienst, past bij deze traditie, waarin zowel PVV als SP -in haar maoistische gestalte – naar hun oorsprong staan.

Salut public

Meest plezierig voor Beertema zou het zijn, als zijn voorstelonuitvoerbaar bleek vanwege internationale verdragen ten aanzienvan de rechtspositie van werknemers of vanwege Europeseverplichtingen als het Sociaal Verdrag. Immers. ook dat waren bêtesnoires van Bolkesteins VVD, zowel in Den Haag als later toen dezezelf Eurocommissaris werd. De PVV zou met de SP dan in de gelukkigeomstandigheid verkeren de EU de schuld te kunnen geven van hetonmogelijk zijn van haar authentieke beleidsvisie. Er verandert danverder niets, maar het signaal is afgegeven en de schuldigen zijngeïdentificeerd.

Hoe het afliep met Robespierre? De Jacobijnse voorman werduiteindelijk zelf slachtoffer van zijn voortdurende zuiveringen vanhet openbare leven. Na het grootse feest van de verlichting, waarinde Godin van de Rede als nieuw staatssymbool op de troon werd gezeten na de vervanging van de kerkelijke kalender door een rationele,decimale tijdsordening werd ‘l’Incorruptible’ (de Onkreukbare,Robespierre’s erenaam) zelf onder de valbijl van dokter Guillotingelegd. Ook dat was een vorm van Verlichting en rationalisatie: inplaats van brandstapels en vierendelen werd de gezuiverde burgersnel en pijnloos in het openbaar ontzield. Niet de wreedheid, maarhet ‘salut public’ werd voorop gesteld.

Robespierre’s bestuur, het ‘Comité du Salut Public‘,werd na zijn onthoofding vervangen door het Directoire.Dit nieuwe, meer polderend orgaan poogde Frankrijk in republikeinsezin te regeren. Een intussen opgeklommen mannetjesputter, deCorsicaanse artillerieluitenant Buonaparte, liet zich in 1799 bijcoup in nog meer Romeins-republikeinse zin aanwijzen als Consul diede revolutie moest beschermen tegen staatsgrepen van de voormaligeJacobijnen. Het was dag 18 van de maand Brumaire.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK